5-1203/1

5-1203/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

17 AUGUSTUS 2011


Wetsvoorstel tot beperking van het maximale gehalte aan transvetzuren en palmolie

(Ingediend door de heer Jacques Brotchi en mevrouw Dominique Tilmans)


TOELICHTING


1. Algemeen

1.1. Transvetzuren/palmolie : inleiding

De vetzuren kunnen in drie groepen worden onderverdeeld :

— verzadigde vetzuren (boter, vleesvet, enz.);

— mono-onverzadigde vetzuren (bijvoorbeeld olijfolie);

— poly-onverzadigde vetzuren, die op hun beurt worden onderverdeeld in omega 3 en omega 6.

Verzadigde en onverzadigde vetlichamen van plantaardige oorsprong bewaren echter moeilijk. Daarom is men erin geslaagd de vetstoffen uit melk aan de hand van industriële extractiemethoden te vervangen door oliën die kunstmatig stollen bij kamertemperatuur. Zo worden de oliën bewaard en resistenter gemaakt.

Het is echter zo dat die behandelingen de noodzakelijke vetzuren vernietigen. Technisch gevolg : de cis-configuraties die normaal in de noodzakelijke vetzuren aanwezig zijn, worden veranderd in trans-configuraties.

De « (gedeeltelijk) gehydrogeneerde plantaardige oliën », die dus transvetzuren worden genoemd, komen echter op natuurlijke wijze in lage hoeveelheid voor in vlees of in zuivelproducten (tussen 3 en 6 % van het totaal aan vetzuren). De meeste transvetzuren die door de mens worden geconsumeerd vindt men echter in de samenstelling van zogenaamde « industriële » voedingsmiddelen (door gedeeltelijke hydrogenering van onverzadigde plantaardige oliën) : gebakjes, snacks, fijne bakkersproducten, chocolade, margarine, enz. (het gehalte aan vetzuren varieert van 1 tot 30 %).

Samengevat komen de transvetzuren in de voeding hoofdzakelijk voort uit drie bronnen :

— de natuurlijke bron : zuivelproducten, vetten en vlees van herkauwers;

— de industriële bron : via een gedeeltelijke katalytische hydrogenering en een ontgeuring van onverzadigde plantaardige oliën die rijk zijn aan poly-onverzadigde vetzuren;

— het opwarmen of het bakken van producten die al dan niet transvetzuren bevatten.

Momenteel hebben verscheidene onderzoeken proberen aan te tonen dat natuurlijke vetzuren niet zo schadelijk zijn als industrieel geproduceerde. De conclusies lopen echter momenteel sterk uiteen (1) .

In dezelfde gedachtengang en zonder daarom in details te treden qua scheikundige samenstelling, blijkt palmolie nog schadelijker dan spek. Ongelukkigerwijze is de heel lage kostprijs ervan een succesfactor, want ze is goedkoper dan slechte motorolie.

Er is echter geen reglementering die ertoe verplicht de aanwezigheid van palmolie in een voedingsmiddel te vermelden. In de lijst van de ingrediënten wordt ze vermeld als plantaardige olie. De term « plantaardige olie » stelt het brede publiek gerust en doet denken aan een product dat goed is voor de gezondheid, zoals olijfolie.

Veel ambachtelijke producenten maken er gebruik van en men vindt palmolie ook in sauzen, snacks, sandwiches, kant-en-klaar maaltijden en, nog erger, in melk en papjes voor baby's, kindervoeding, snoep en graanrepen, rozijnen, muesli, kauwgom, bioproducten en producten die de reputatie hebben « gezond » te zijn, dieetproducten, « kwaliteitsproducten » voor bejaarden, vegetarische gerechten, kruiden, eerlijk fruit, enz.

2. Gevaar voor de gezondheid

De gevaren van transvetzuren voor de gezondheid zijn gekend en de onderzoeken die daarover de laatste 10 jaar werden gevoerd, zijn eensluidend. Ze hebben de reputatie het cardiovasculaire risico te verhogen, zelfs bij lage dosissen, en bij te dragen tot de overconsumptie van vetten. Het Inserm (Frans nationaal instituut voor gezondheid en onderzoek) heeft er daarenboven op gewezen dat het risico op borstkanker bijna dubbel zo hoog is voor vrouwen met veel transvetzuren in het bloed (2) .

Volgens een advies van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (Efsa) (3) , geeft een overmaat aan transvetzuren, in vergelijking met diëten met verzadigde vetzuren en onverzadigde cisvetzuren, aanleiding tot een grotere frequentie van cardiovasculaire aandoeningen, via :

— een toename van de slechte cholesterol;

— een afname van de goede cholesterol.

Het advies vermeldt tevens dat er andere risico's zijn bij hoge consumptie van transvetzuren, te weten :

— ontwikkeling van diabetes;

— ontwikkelingstoornis van de fœtus of van de baby;

— een hoger risico op autisme.

3. Huidige gemiddelde consumptie

In Noord-Amerika consumeert men blijkbaar meer industriële levensmiddelen (Verenigde Staten, Canada : gemiddeld 8-10 g/d) dan in Noord-Europa (Nederland, Groot-Brittannië : gemiddeld 3-5 g/d), waar men er dan weer meer consumeert dan in mediterraan Europa (Spanje, Griekenland : gemiddeld 1-2 g/d) (4) .

4. Maatregelen in Noord-Amerika

Canada heeft in 2007 een resolutie aangenomen die meer dan 2 % transvetzuren van kunstmatige oorsprong verbiedt.

De stad New York heeft terzake een wet aangenomen die transvetzuren verbiedt in haar 24 000 restaurants, op straffe van geldboete.

Californië heeft de beslissing genomen het gebruik van transvetten vanaf 2010 in zijn restaurants te verbieden en vanaf 2011 in meeneemmaaltijden.

5. Maatregelen op Europees niveau

5.1. Advies van de Efsa

Gevolg gevend aan de Deense reglementering die in 2003 werd aangenomen en die het gehalte aan transvetzuren van industriële oorsprong beperkt tot 2 % van de totale lipiden die in het geheel van de levensmiddelen aanwezig zijn, heeft de Europese Commissie aan de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (Efsa) gevraagd een advies te geven over de gevolgen van de consumptie van transvetten voor de gezondheid.

Dat advies werd bekendgemaakt op 1 september 2004 en wees nadrukkelijk op het oorzakelijk verband oorzakelijk tussen de consumptie van transvetzuren en een hoger cardiovascualair risico (5) .

5.2. Resolutie van het Europees Parlement

Op 25 september 2008 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen (6) in het raam van het Witboek van de Europese Commissie van 30 mei 2007 met als opschrift « Een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties » (7) .

In verband met transvetzuren pleit de resolutie voor een Europese reglementering inzake transvetzuren en benadrukt ze dat voedingsetikettering verplicht dient te worden gesteld.

5.3. Wetenschappelijk panel van de Efsa

Dit jaar heeft het wetenschappelijke panel van de Efsa dat zich bezighoudt met dieetproducten en voedselallergieën de referentievoedingswaarden vastgesteld voor het gluciden-, voedingsvezels-, vetstoffen- en wateraandeel. De conclusies van het wetenschappelijk panel voor de transvetzuren worden hieronder samengevat :

« There is good evidence that higher intakes of saturated fats and trans fats lead to increased blood cholesterol levels which may contribute to development of heart disease. Limiting the intake of saturated and transfats, with replacement by mono- and poly-unsaturated fatty acids, should be considered by policy makers when making nutrient recommendations and developing food-based dietary guidelines at national level (8) . »

5.4. Verordening betreffende de voedselinformatie

Het Europees Parlement heeft dit jaar gestemd over een verordening betreffende de voedselinformatie die op de verpakking moet worden vermeld. Dat nieuwe richtsnoer legt voortaan een dubbele vermelding van de voedingswaarden op, waarbij achteraan op de verpakking onder andere het gehalte aan transvetzuren moet worden vermeld. Tevens hebben de europarlementsleden zich uitgesproken tegen de mogelijkheid om de staten de vrijheid te geven andere systemen van voedseletikettering te gebruiken dan het Europese schema (9) .

6. Maatregelen in diverse Europese landen

Op 11 maart 2003 heeft Denemarken een wetsdecreet aangenomen dat bepaalt dat sinds 1 juni 2003 het gehalte aan transvetzuren in oliën en vetten die onder het wetsdecreet vallen, niet hoger mag zijn dan 2 g per 100 gram olie.

In Nederland heeft een publicatie die de gevolgen van transvetzuren voor de gezondheid uitlegt, de consumptie ervan aanzienlijk doen dalen.

In Frankrijk heeft het Agence française de sécurité sanitaire des aliments (Afssa) in 2005 aanbevelingen uitgevaardigd (verminderen tot 1 g per 100 g handelsproduct) en voor etikettering van de transvetzuren gepleit.

In België wordt de consumptie van transvetzuren en/of van palmolie aangeklaagd en bestreden aan de hand van het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan 2006-2010.

7. Conclusies

We moeten vaststellen dat de Europese wetgevende instanties vrij apathisch blijven inzake het duidelijk reglementeren van transvetzuren en palmolie. De doelstelling van dit voorstel is, bij gebrek aan Europese wetgeving, het voorbeeld te volgen van vele andere landen en het gehalte aan transvetzuren en palmolie in levensmiddelen die in België worden verkocht, te reglementeren.

Het Europees Parlement heeft dit jaar maatregelen getroffen met het oog op het verplichten van een duidelijker voedseletikettering. Het is verheugend dat de transvetzuren niet aan die verordening ontkomen. Aangezien de goedkeuring ervan nog heel recent is, wachten we af of ze ook in werkelijkheid vruchten zal afwerpen.

Toch is, wegens de vele schadelijke gevolgen van transvetzuren voor de gezondheid, een Belgische wet die vergelijkbaar is met het Deense wetsdecreet tot reglementering van het gehalte aan transvetzuren noodzakelijk.

Jacques BROTCHI.
Dominique TILMANS.

WETSVOORSTEL


HOOFDSTUK 1 — Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2 — Definitie

Art. 2

In de zin van deze wet verstaat men onder door gedeeltelijke industriële hydrogenering geproduceerde transvetzuren, onverzadigde transvetzuren die aanwezig zijn in plantaardige oliën. Industriële hydrogenering heeft tot gevolg dat de cisconfiguraties die normaal aanwezig zijn in de noodzakelijke transvetzuren, veranderd worden in transconfiguraties.

HOOFDSTUK 3 — Reglementering inzake het gehalte aan transvetzuren en palmolie

Art. 3

Het maximum transvetzuurgehalte in het gehele levensmiddel bedraagt 1 gram per 100 gram handelsproduct.

De in het eerste lid bedoelde reglementering geldt niet voor het gehalte aan niet gehydrogeneerde transvetzuren uit natuurlijke dierlijke oliën of vetten.

Art. 4

Voor elk levensmiddel waarvan de samenstelling transvetzuren en/of palmolie bevat, moet dit worden vermeld op het etiket in duidelijk zichtbare kleuren waardoor de aanwezigheid van transvetzuren en/of van palmolie, en niet van plantaardige olie, in het levensmiddel benadrukt wordt.

HOOFDSTUK 4 — Diverse bepalingen

Art. 5

Elk product dat vervaardigd werd vóór de inwerkingtreding van deze wet en de producten die de eerste zes maanden na de inwerkingtreding ervan worden verkocht, mogen tot hun vervaldatum worden verkocht.

Art. 6

Elke inbreuk op artikel 3, eerste lid, wordt bestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank of met een van die straffen alleen.

25 februari 2011.

Jacques BROTCHI.
Dominique TILMANS.

(1) http://www.nutriment.wikibis.com/comparaison_acides_gras_trans_naturels_et_industriels.php.

(2) In « Apport en acides gras insaturés et risque du cancer du sein : revue des études épidémiologiques » (2005).

(3) http://www.efsa.europa.eu/EFSA/efsa_locale-1178620753816_1178620767491.htm.

(4) http://www.nutriment.wikibis.com/acide_gras_trans.php#cite_note-24.

(5) Advies van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (juli 2004).

(6) Kenmerk van het EP : A6-0256/2008/P6-TA-PROV(2008)0461.

(7) COM(2007) 279 definitief.

(8) http://www.efsa.europa.eu/en/press/news/nda100326.htm.

(9) http://www.europarl.europa.eu/oeil/file.jsp ?id=5592852.