5-883/1 | 5-883/1 |
22 MAART 2011
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 6 december 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-446/1 - 2007/2008).
Zwakke weggebruikers hebben een intensere voeling met hun omgeving dan bestuurders van motorvoertuigen. Een voorzichtige fietser is geen gevaar voor andere zwakke weggebruikers. Mits oplettendheid jegens overstekende voetgangers en kruisende fietsers, moet het mogelijk zijn fietsers die rechts willen afslaan, bij rood licht toe te laten hun manoeuvre uit te voeren, tenzij een specifiek rood licht voor fietsers dit verbiedt. Met dit wetsvoorstel bieden wij fietsers die mogelijkheid. Enige voorwaarde is dat zij vertragen en kruisende voetgangers en fietsers niet hinderen.
Anke VAN DERMEERSCH. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 61.1, 6º, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wordt aangevuld met de volgende zin :
« Bij gebrek aan deze lichten mag een fietser bij rood licht en bij vast oranjegeel licht de stopstreep, of zo er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf, aan een kruispunt voorbijrijden om dadelijk rechtsaf te slaan, mits hij vertraagt en de overstekende voetgangers en kruisende fietsers voorrang verleent. »
14 maart 2011.
Anke VAN DERMEERSCH. |