5-950/1 | 5-950/1 |
8 APRIL 2011
De Europese Unie (EU) onderhandelt momenteel een reeks bilaterale of interregionale handelsakkoorden met ontwikkelingslanden. Het gaat onder andere over onderhandelingen voor Economische Partnerschapsakkoorden met landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan, Associatieakkoorden met landen in Zuid- en Centraal-Amerika en handelsakkoorden met India en landen in Zuidoost-Azië.
Via deze onderhandelingen streeft de Europese Unie een verregaande economische integratie na, bestaande uit de verdere vrijmaking van de handel in goederen en diensten, maar ook uit de vrijmaking van investeringen en openbare aanbestedingen, de invoering van concurrentieregels en strengere bepalingen voor de bescherming van intellectuele eigendomsrechten, welke verder gaan dan de bepalingen opgelegd door de Wereldhandelsorganisatie.
In 2010 ligt het eerste afgeronde akkoord, met name het Economisch Partnerschapsakkoord tussen de EU en de Cariforumlanden, ter ratificatie voor bij de verschillende nationale parlementen in de EU. Dit akkoord bevat elk van bovenvermelde punten. Één van de Cariforumlanden in kwestie is Haïti, een van de minst ontwikkelde landen ter wereld.
2010 staat ook in het teken van de Millenniumdoelstellingen (MDGs). Tijdens de recente Millenniumtop werd een stand van zaken opgemaakt waarbij opnieuw duidelijk bleek dat er een enorme achterstand is op de doelstellingen inzake gezondheid. Er werd dan ook besloten dat er dringend extra inspanningen nodig zijn, zowel op het vlak van kwantiteit en kwaliteit van de hulp, als op het vlak van beleidscoherentie.
Handelsbeleid heeft immers op verschillende manieren een impact op de volksgezondheid. In 2004 verklaarde Paul Hunt, de toenmalige speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor het Recht op Gezondheid, dat « staten de verplichting hebben om ervoor te zorgen dat hun handelsbeleid consistent is met hun wettelijke verplichtingen betreffende het recht op gezondheid ».
Concreet dient met de volgende aspecten rekening gehouden te worden :
1. De vrijmaking van de handel kan ingrijpende gevolgen hebben voor de begroting van overheden in het Zuiden. De Wereldbank schat bijvoorbeeld dat in Sub-Sahara-Afrika douaneheffingen 7 tot 10 % van het overheidsbudget uitmaken. Zonder belastingshervorming zal de overheid door de afschaffing van deze heffingen minder fondsen ter beschikking hebben voor noodzakelijke investeringen in onder andere sociale sectoren. Daarbij komt nog dat vele overheden in de minst ontwikkelde landen door de economische crisis nu al besparen op hun uitgaven voor de financiering van de Millenniumdoelstellingen.
2. Door een dienstenakkoord ervaren ontwikkelingslanden een bijkomende druk om liberaliseringverbintenissen aan te gaan in gezondheidsdiensten. Hierdoor wordt de commercialisering van de sector, vaak een gevolg van het voorwaardenbeleid van de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (IMF), onomkeerbaar. Zonder een sterk regulerend kader is het risico reëel dat de privésector zich concentreert op het winstgevende deel van de bevolking waardoor het arme deel is aangewezen op de ondergefinancierde publieke sector of helemaal geen toegang heeft tot gezondheidszorg. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Filippijnen die beschikken over de meest moderne infrastructuur voor buitenlandse toeristen, terwijl veel Filipino's sterven aan eenvoudige ziektes zoals diarree, omdat ze zich de nodige zorgen niet kunnen veroorloven. Door verbintenissen aan te gaan in de dienstensector wordt de beleidsruimte van de overheid aanzienlijk ingeperkt : bedrijven kunnen immers klacht indienen tegen overheidsmaatregelen die hun winst beperken.
3. Een verdere versterking van intellectuele eigendomsrechten, met bepalingen die verder gaan dan het Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS-akkoord) van de Wereldhandelsorganisatie, heeft ernstige gevolgen voor de toegang tot medicijnen. Concreet gaat het om de volgende bepalingen : de uitbreiding van de termijn van octrooibescherming, het opleggen van gegevensexclusiviteit, het opleggen van strenge strafmaatregelen voor het niet respecteren van intellectuele eigendomsrechten en het hanteren van grensmaatregelen. Dit soort bepalingen spelen in het voordeel van grote monopolies en beperken de mogelijkheid tot concurrentie die een sleutelrol speelt in het drukken van de prijs van medicijnen. In het geval van het vrijhandelsakkoord met India, dat gekend staat als « de apotheek van de derde wereld », zal de versterking van intellectuele eigendomsrechten niet alleen gevolgen hebben voor de toegang tot medicijnen in Indië, maar ook repercussies hebben voor alle ontwikkelingslanden.
4. Een verregaande economische integratie tussen één van de rijkste regio's van de wereld, enerzijds, en landen die behoren tot de armste in de wereld, anderzijds, heeft ook gevolgen voor de onderliggende factoren van gezondheid, zoals tewerkstelling, voedselzekerheid, inkomen en ongelijkheid.
In vrijhandelsakkoorden tussen de EU en ontwikkelingslanden moet het recht op gezondheid voorgaan op economische belangen en op zijn minst geen negatieve impact hebben op gezondheid. Daarom moet er tijdens de onderhandelingen al speciale aandacht besteed worden aan de potentiële impact op gezondheid in al zijn dimensies.
Dit voorstel van resolutie vraagt de Belgische regering daartoe de nodige stappen te ondernemen.
Marleen TEMMERMAN Olga ZRIHEN Vanessa MATZ Sabine de BETHUNE Freya PIRYNS. |
De Senaat,
A. gelet op de ondertekening door België van het VN-Millenniumverdrag in 2000 en de hiermee samengaande belofte om tegen 2015 de acht Millenniumdoelstellingen te realiseren, waarvan drie doelstellingen rechtstreeks betrekking hebben op gezondheid en waarbij MDG 8 verwijst naar het wereldpartnerschap voor ontwikkeling;
B. gelet op de goedkeuring door de Senaat van het « Voorstel van resolutie betreffende het Belgisch beleid inzake de Europese Partnerschapsovereenkomsten (EPA's) tussen de Europese Unie en de ACS-landen » (3-1877) op 14 december 2006;
C. gelet op de goedkeuring door de Senaat van het « Voorstel van resolutie betreffende de Belgische houding inzake de einddatum van de onderhandelingen voor Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) tussen de Europese Unie en de ACS-landen » (4-314) op 8 november 2007;
D. gelet op het feit dat het recht op gezondheid een mensenrecht is;
E. gelet op de beleidsnota « Het recht op gezondheid en gezondheidszorg » van 24 november 2008 waarin gezondheid als een holistisch en multisectoraal gegeven wordt benaderd en waarin bevestigd wordt dat « ontwikkeling » en « vooruitgang » niet enkel economisch dient gewogen te worden, maar ook in termen van de mogelijkheid die elke persoon heeft om zich op een rechtmatige manier te realiseren;
F. gelet op de goedkeuring door de Senaat van het « Voorstel van resolutie betreffende een wereldwijde sociale gezondheidsbescherming » (4-832) op 14 mei 2009;
G. gelet op de communicatie van 21 april 2010 van de Europese Commissie voor een Europees Twaalfpuntenactieplan voor de Millenniumdoelstellingen waarin de Europese Commissie beleidscoherentie voor ontwikkeling, onder andere op het vlak van handel, als een wezenlijk onderdeel beschouwt in de strategie voor het bereiken van de millenniumdoelstellingen;
H. gelet op de conferentie « De Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) en de gevolgen voor de volksgezondheid » die plaatsvond in de Commissie Buitenlandse Betrekkingen en Landsverdediging van de Senaat op 27 april 2010;
I. gelet op de conclusies van de Europese Raad van 10 mei 2010;
J. gelet op de conclusies van de Europese Raad van 10 mei 2010 over de rol van de EU in wereldwijde gezondheid waarin expliciet verwezen wordt naar het feit dat de EU en haar lidstaten erop moet toezien dat hun interne en externe beleid bijdraagt tot de promotie van een billijke en universele dekking van kwaliteitsvolle gezondheidsdiensten en handel wordt genoemd als een belangrijk coherentiedomein;
K. gelet op de recente communicatie van de Europese Commissie voor een Europees Actieplan voor de Millenniumdoelstellingen waarin de Europese Commissie beleidscoherentie voor ontwikkeling, onder andere op het vlak van handel, als een wezenlijk onderdeel beschouwt in de strategie voor het bereiken van de millenniumdoelstellingen;
L. gelet op de conclusies van de MDG-top van 20 tot 22 september 2010 te New York waarin gewezen werd op de extra inspanning die nodig is om de gezondheidsgerelateerde doelstellingen te halen en hoe belangrijk dit ook is in het zicht van de te boeken vooruitgang van andere doelstellingen,
Vraagt de regering :
I. om binnen de Ministerraad van de EU :
1. te bepleiten dat de liberalisering van diensten gelieerd aan gezondheid en de bepalingen die verder gaan dan het TRIPS-akkoord van de Wereldhandelsorganisatie geen deel uitmaken van handelsakkoorden tussen de EU en ontwikkelingslanden;
2. de nodige flexibiliteit te vragen wat betreft de mate van marktopening voor ontwikkelingslanden die nog sterk afhankelijk zijn van douaneheffingen voor hun overheidsinkomsten en in het bijzonder rekening te houden met de impact die dit kan hebben op de budgetten voor sociale sectoren;
3. te pleiten voor onafhankelijke impactstudies die elk handelsakkoord voorafgaan om de gevolgen voor de volksgezondheid te onderzoeken;
4. gehele transparantie te verdedigen omtrent de lopende onderhandelingen van handelsakkoorden, waarbij het Europees Parlement, de nationale parlementen en alle betrokken partijen, inclusief de sociale bewegingen, op elk moment geïnformeerd worden over de ontwikkelingen en ingenomen posities;
5. te streven naar het opstellen van duidelijke criteria waaraan het handelsbeleid moet voldoen om een negatief effect op volksgezondheid te voorkomen;
6. te pleiten voor de inclusie van de nodige flexibiliteit in handelsakkoorden die een herziening ex post voor volksgezondheidsredenen mogelijk maakt;
II. in het raam van haar bilaterale hulp
zich verder in te zetten om :
a) het groeipad naar de 0,7 % ontwikkelingshulp aan te houden
b) en basisgezondheidszorg als een prioritaire sector van de Belgische ontwikkelingssamenwerking te behouden, met focus op de versterking van gezondheidssystemen, en derhalve ernaar te streven 15 % van de Belgische buitenlandse hulp aan gezondheid te spenderen.
18 november 2010.
Marleen TEMMERMAN Olga ZRIHEN Vanessa MATZ Sabine de BETHUNE Freya PIRYNS. |