Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

16 MAART 2011

Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4º, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie wat de verminderingscoëfficiënt betreft

(Ingediend door mevrouw Anke Van dermeersch c.s.)

TOELICHTING

Via de programmawet van 8 juni 2008 werden wijzigingen aangebracht aan het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen.

Dit koninklijk besluit gaf zelf uitvoering aan de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4º, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, ingevoegd bij de programmawet (I) van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 23 december 2005 en de programmawet van 8 juni 2008.

De indieners van dit wetsvoorstel zijn van oordeel dat de verminderingscoëfficiënt discriminerend is ten aanzien van de zelfstandigen in vergelijking met werknemers. Zij wensen deze discriminatie dan ook op te heffen door de verminderingscoëfficiënt af te schaffen, wat overigens reeds lang een eis is van de organisaties van zelfstandigen.

Daarnaast mag toch niet vergeten worden dat de gemiddelde pensioenen van zelfstandigen ook lager liggen dan die van de werknemers en dat zij minder sociale vangnetten hebben dan de werknemers, bijvoorbeeld na faillissement.

Het is dan ook logisch dat de federale overheid via de algemene middelen een bijkomende inspanning dient te leveren om deze discriminatie weg te werken.

WETSVOORSTEL

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoel in artikel 78 van de Grondwet

Art. 2

In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4º, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 2 worden het tweede, derde en vierde lid opgeheven;

2º paragraaf 3ter wordt opgeheven.

Art. 3

In artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in paragraaf 2 worden het tweede, derde en vierde lid opgeheven;

2º paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art. 4

Deze wet treedt in werking op 1 juni 2011.

8 maart 2011.