5-675/1

5-675/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

24 JANUARI 2011


Voorstel van resolutie waarbij wordt gevraagd dat België een grotere financiële bijdrage levert aan het museum van Auschwitz-Birkenau in Polen

(Ingediend door mevrouw Dominique Tilmans en de heer Jacques Brotchi)


TOELICHTING


Op 27 januari 1945 bevrijdde het Rode Leger de concentratiekampen van Auschwitz en Birkenau in het stadje Oswiecim, op 70 kilometer van Krakau. Tijdens hun bevrijdingsopmars door de Oost-Europese landen ontdekten de geallieerden, meer bepaald in Polen, de gruwel van de concentratiekampen en de zes uitroeiingskampen die de nazi's hadden opgezet om de Europese Joden en de zigeuners uit te roeien.

Sindsdien is Auschwitz het symbool geworden van de menselijke barbarij, de misdaden tegen de mensheid en de volkerenmoorden. In vijf jaar tijd werden alleen al in Auschwitz 1,3 miljoen mannen, vrouwen en kinderen om het leven gebracht, van wie 900 000 al direct nadat ze met treinen ter plaatse waren gebracht. 90 % van die slachtoffers was Jood. In totaal werden tijdens de Tweede Wereldoorlog 6 miljoen Joden omgebracht, van wie 1,1 miljoen in Auschwitz.

De overige slachtoffers waren 70 000 à 75 000 Polen, 21 000 zigeuners en 15 000 krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie. Zij stierven voornamelijk in de werkkampen of werden het slachtoffer van de medische experimenten van dokter Josef Mengele. Voorts waren er nog 10 000 à 15 000 slachtoffers met een andere nationaliteit : Sovjetburgers, Tsjechen, Joegoslaven, Fransen, Duitsers, Oostenrijkers, Belgen en Nederlanders — ditmaal van niet-Joodse origine.

De kampen van Auschwitz en Birkenau zijn heuse symbolen van de naziwaanzin, maar vallen ten prooi aan de tand des tijds. Ze zijn vervallen en dreigen op termijn te verdwijnen : treinsporen, een aankomstperron (« Judenrampe ») waar de selectie plaatsvond, barakken, uitkijktorens, prikkeldraadomheiningen onder stroom, de cynische slogan aan de ingang van het kamp « Arbeit macht frei », de gaskamers en de crematoria, de ruimten waar het haar, de brillen, tandenborstels, bagage en gouden tanden van de slachtoffers werden opgeslagen, ... Alles wat de Duitse oorlogsinspanningen ten goede kon komen, werd in beslag genomen, gestolen, ontnomen — tot het lichaamsvet van de vergaste gevangenen toe, dat tot zeep werd verwerkt.

Die onmenselijke behandeling liet de gedeporteerden slechts weinig overlevingskansen. In 1942 bedroeg de gemiddelde overlevingsduur van een Auschwitz I-gevangene drie maanden, tegenover slechts drie weken in Auschwitz II (Birkenau). Toch werd van de 7 000 SS-bewakers die ooit in Auschwitz hebben gewerkt, slechts 10 % opgespoord en berecht.

Op de site van nagenoeg 200 hectare staan in totaal 155 gebouwen en 300 ruïnes. Het museum strekt zich uit over 191 hectare : 20 in Auschwitz I en 171 in Auschwitz II (Birkenau). Vandaag blijft er niets over van de IG-Farbenfabriek van Monowitz (Auschwitz III). Het oudste kamp, Auschwitz I, dateert van 1940 en werd gerestaureerd teneinde er een vaste tentoonstelling in onder te brengen die, voornamelijk aan de hand van objecten die werden gevonden bij de bevrijding van het kamp, de leefomstandigheden van de gevangenen weergeeft. Het gaat met name om persoonlijke bezittingen van de gedeporteerden (vaatwerk, brillen, schoenen), die in vitrinekasten worden tentoongesteld. Auschwitz II werd met opzet onaangeroerd gelaten, als levensechte getuigenis van de begane misdaden. Alleen een rij houten kampbarakken werd heropgebouwd. In 1967 werd er een internationaal monument ter ere van de slachtoffers ingewijd, tussen de crematoria II en III.

In 2008 beschikte het museum over een budget van 6,8 miljoen euro, waarvan slechts 400 000 euro uit het buitenland komt. De rest van het budget bestaat voor de helft uit ontvangsten van het museum (boeken, publicaties, waarbij het goed is te weten dat de toegang gratis is) en voor de andere helft uit een subsidie van de Poolse regering. Bijna 25 miljoen mensen hebben de site al bezocht en het bezoekersaantal blijft maar stijgen : in 2003 nog circa een half miljoen bezoekers, tegenover 1,3 miljoen in 2008. Vandaag echter kan de Poolse regering de onderhouds- en restauratiekosten van de site niet langer aan.

Als niet wordt ingegrepen, dreigt de site gewoon te verdwijnen. Daarom heeft het museum onlangs een fonds opgericht dat, idealiter, een budget van 120 miljoen euro zou moeten beheren en waarvan de jaarlijkse dividenden (geraamd op 3 à 5 miljoen euro) zouden moeten volstaan om de restauraties te financieren.

Die 120 miljoen euro zijn noodzakelijk voor het voortbestaan van het museum. Vandaar dat de Poolse eerste minister Donald Tusk in februari 2009 een veertigtal staatshoofden, onder wie die van de EU, om hulp heeft gevraagd.

De Britse premier Gordon Brown heeft zopas beloofd dat zijn regering financieel zal bijspringen. Hetzelfde geldt voor de Franse, Maltese, Belgische, Duitse en Noorse regering. De Europese Unie heeft onlangs bijna 4 miljoen euro gestort voor de restauratie van sommige gebouwen.

Auschwitz is een signaal voor het geweten van Europa en de wereld. Het mag niet fysiek verloren gaan. Het zou ondenkbaar zijn dat de internationale gemeenschap weigert bij te dragen tot de instandhouding van een zo emotioneel beladen gedenkplaats als Auschwitz-Birkenau.

Dominique TILMANS.
Jacques BROTCHI.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. wijst op de betekenis van de kampen van Auschwitz-Birkenau als symbool van de menselijke barbarij en de volkenmoorden in de 20e eeuw;

B. acht het onontbeerlijk de herinnering levend te houden en de strijd aan te gaan tegen alle vormen van historisch negationisme en revisionisme;

C. acht het onontbeerlijk het racisme, de xenofobie en het antisemitisme te bestrijden, alsook in de opvoeding prioritair werk te maken van de bevordering van de tolerantie en de eerbiediging van de mensenrechten;

D. acht het onontbeerlijk het antisemitisme te bestrijden als integraal onderdeel van de strijd tegen het racisme en de xenofobie, maar tegelijk maatregelen te eisen die rekening houden met de specifieke aard van het antisemitisme;

E. wijst erop dat het antisemitisme in Europa de jongste jaren is heropgeflakkerd en dat nazisymbolen en verwijzingen naar de Shoah jammer genoeg nog schering en inslag zijn;

F. vindt dat Europa, door zijn geschiedenis, de plicht heeft de herinnering levend te houden, waakzaam te zijn en te strijden tegen alle vormen van racisme, xenofobie, antisemitisme en intolerantie;

G. verwijst naar Resolutie 61/255 over de ontkenning van de Holocaust, die de algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 26 januari 2007 heeft aangenomen en waarin elke ontkenning van de Holocaust onverkort wordt veroordeeld;

H. brengt onder de aandacht dat 27 januari, de dag waarop het kamp van Auschwitz werd bevrijd, door de VN werd uitgeroepen tot Internationale herdenkingsdag voor de slachtoffers van de Holocaust;

I. attendeert op de Belgische wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden;

J. attendeert op het Internationaal Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide, op 9 december 1948 te Parijs aangenomen door de algemene Vergadering van de Verenigde Naties;

K. attendeert op het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950;

L. stipt aan dat in de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens wordt gesteld dat het betwisten van het bestaan van misdaden tegen de mensheid onder het nationaalsocialistisch regime, neerkomt op een van de ernstigste vormen van rassenbelediging en van het aanzetten tot haat tegen de Joden, alsook dat de weerlegging van dergelijke misdaden tegen de mensheid en de vergoelijking van het pronazistische beleid niet vallen onder de in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens opgenomen beschermingsregeling (vrijheid van meningsuiting);

M. verwijst naar de intentieverklaring over het antisemitisme in het Europa van vandaag, die op 27 maart 2000 werd aangenomen door de in Straatsburg onder de auspiciën van de secretaris-generaal van de Raad van Europa samengekomen deelnemers aan de raadpleging over het antisemitisme in het Europa van vandaag;

N. brengt hulde aan de slachtoffers van de systematische vervolging en uitroeiing van de Joden in de Shoah, alsook aan de andere slachtoffers van politieke vervolging en rassenuitroeiing tijdens de Tweede Wereldoorlog,

verzoekt de regering :

1. de financiële bijdrage van België aan de restauratie van het museum en de site Auschwitz-Birkenau te vergroten, teneinde de renovatie en de instandhouding van die site — als ultiem symbool van de strijd tegen het racisme, het antisemitisme en de xenofobie — te waarborgen;

2. uit naam van België de andere EU-lidstaten ertoe aan te sporen de renovatie en de restauratie van de site Auschwitz-Birkenau mee te financieren, met het oog op de vijfenzestigste verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen.

23 november 2010.

Dominique TILMANS.
Jacques BROTCHI.