5-728/1

5-728/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

27 JANUARI 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende de werknemersparticipatie

(Ingediend door de heren Bart Tommelein en Alexander De Croo)


TOELICHTING


Door de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie werd naast het systeem van de kapitaalparticipatie ook de mogelijkheid ingevoerd van een investeringsspaarplan. Het investeringsspaarplan is een participatieplan in de winst dat specifiek bedoeld is voor kleine ondernemingen. In uitvoering van dergelijk plan wordt de toegekende winst door de werknemers ter beschikking van de vennootschap gesteld onder de vorm van een niet-achtergestelde lening.

Er kan echter worden vastgesteld dat het investeringsspaarplan geen groot succes is. Oorzaak hiervan is de complexe wetgeving.

Bovendien wordt weinig gebruik gemaakt van de kapitaalparticipatie in kleine niet-beursgenoteerde ondernemingen omdat de verbondenheid tussen gezag en de eigendomstructuur nog te nauw is. De gehechtheid van de ondernemer-eigenaar aan zijn aandelenbezit blijkt in deze een te grote handicap om de kapitaalparticipatie toe te passen.

Systemen van werknemersparticipatie kennen dus weinig succes in kleine ondernemingen. Nochtans kan ook voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) de werknemersparticipatie een geschikt beloningsinstrument vormen.

Een alternatief bestaat in het gebruik van een eenvoudig en transparant systeem zoals de winstparticipatie, zonder bijgaand investeringsspaarplan. De huidige regeling is evenwel fiscaal gezien zeer nadelig voor dergelijke vorm van werknemersparticipatie. Als gevolg ervan ligt het rendement beduidend onder dat van het investeringsspaarplan.

Voorgesteld wordt dan ook om deze discriminatie wat betreft kleine ondernemingen weg te werken. Winstparticipatie krijgt dus een even voordelige fiscale en sociale behandeling onafhankelijk van het feit of het gaat via een investeringspaarplan of niet.

Volgend rekenvoorbeeld maakt het verschil duidelijk :

Voorstel : winstparticipatie = investeringsspaarplan

Bénéfice brut à distribuer — Uit te keren bruto winst 100,00 au lieu de — in plaats van 100,00
I. soc. 33,99 % — Ven. Bel. 33,99 % 33,99 33,99
Bénéfice net à distribuer — Uit te keren netto winst 66,01 66,01
Cotisation ONSS (0 au lieu de 13,07 %) —  RSZ-bijdrage (0 in plaats van 13,07 %) --- - 8,63
Participation brute imposable — Bruto belastbare participatie 66,01 57,38
Taxe assimilée aux IR (15 % au lieu de 25 %) —  Een met inkomsten gelijkgestelde belasting (15 % in plaats van 25 %) 9,90 - 15,345
Rendement net pour le travailleur —  Netto rendement voor de werknemer 56,11 au lieu de — in plaats van 42,035

De artikelen 2 en 4 hebben betrekking op de RSZ-bijdrage. Op het schema van de winstparticipatie is een RSZ-bijdrage verschuldigd van 13,07 %. De voorgestelde wijzigingen hebben tot gevolg dat deze bijdrage niet langer verschuldigd is voor de winstparticipaties in kleine ondernemingen ook al gaat het niet om een investeringsspaarplan.

Artikel 3 betreft de fiscale behandeling van winstparticipaties, eveneens wat kleine ondernemingen betreft. Deelname in de winst van kleine ondernemingen wordt, net zoals deelname in het kapitaal en winstparticipaties via een investeringsspaarplan belast aan 15 %.

Aldus wordt het rendement voor winstparticipaties gelijkgeschakeld met het rendement van een investeringsspaarplan. Omdat het hier gaat om een eenvoudig en transparant systeem moet dit tot gevolg hebben dat winstparticipatie ook zijn ingang vindt in KMO's.

Bart TOMMELEIN
Alexander DE CROO.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 113, § 1, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt aangevuld met de bepaling onder 5º, luidende :

« 5º als het gaat om deelname in de winst van een kleine vennootschap als bedoeld in artikel 2, 6º, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen, is de belastbare grondslag gelijk aan het bedrag uitbetaald in speciën toegekend overeenkomstig het participatieplan van de vennootschap. »

Art. 3

Artikel 117, § 1, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

« § 1. Het belastingtarief is vastgesteld op :

1º 15 % voor de deelnames in het kapitaal;

2º 15 % voor de deelnames in de winst die in het kader van een investeringsspaarplan zijn toegekend en het voorwerp zijn van een niet achtergestelde lening;

3º 15 % voor de deelnames in de winst van een kleine vennootschap als bedoeld in artikel 2, 6º, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen;

4º 25 % voor de deelnames in de winst andere dan deze als bedoeld in het 1º, 2º en 3º. »

Art. 4

Artikel 38, § 3quater, 1º, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, vervangen bij de wet van 20 juli 2006, wordt aangevuld met het volgende lid :

« Deze solidariteitsbijdrage geldt niet voor de kleine vennootschap als bedoeld in artikel 2, 6º, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen. »

4 januari 2011.

Bart TOMMELEIN
Alexander DE CROO.