5-639/1

5-639/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

23 DECEMBER 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, om de verjaringstermijn in geval van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk tot tien jaar te verlengen

(Ingediend door de dames Vanessa Matz en Sabine de Bethune)


TOELICHTING


Het bestrijden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk is fundamenteel om werknemers te beschermen. Het gaat om een hoeksteen van onze samenleving die door de wetgever moet worden beschermd, ook via de Strafwet.

Die feiten worden bestraft krachtens de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Die wet geeft een nauwkeurige definitie van die feiten in artikel 32ter :

« 1º geweld op het werk : elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk;

2º pesterijen op het werk : meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming;

3º ongewenst seksueel gedrag op het werk : elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. »

Die feiten zijn zo ernstig dat de wet niet alleen personen bestraft die deze feiten begaan, of het nu werknemers, werkgevers of personen zijn die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk (artikel 32bis), maar ook werkgevers die geen preventiemaatregelen treffen om geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk te voorkomen in hun onderneming (artikel 32quater) of die geen geschikte maatregelen nemen wanneer die feiten hun ter kennis worden gebracht (artikel 32septies).

De niet-naleving van die bepalingen kan leiden tot een rechtsvordering voor de arbeidsrechtbank of strafrechtelijke vervolging.

Momenteel bepaalt artikel 94 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, dat de strafvordering wegens geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk verjaart door verloop van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan.

De indiener meent dat die termijn te kort is en stelt voor die te verlengen tot tien jaar. Een slachtoffer van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag stelt immers niet meteen een rechtsvordering in. Daar kunnen allerlei redenen toe zijn : een shock, depressie, schaamte en angst om ruchtbaarheid te geven aan zijn vernedering, angst om te spreken, angst voor vergelding, angst om zijn job te verliezen, ...

Het is dus begrijpelijk dat slachtoffers niet altijd onmiddellijk reageren. En het is onaanvaardbaar dat feiten, die nochtans bekend zijn, die de daders hebben erkend en die onweerlegbaar bewezen zijn, niet worden bestraft omdat ze verjaard zijn. De actualiteit heeft helaas aangetoond dat die kans reëel is. Daarom stelt de indiener voor om de verjaringstermijn te verlengen van vijf tot tien jaar.

Dit voorstel zorgt voor een betere bescherming van slachtoffers van pesterijen. De inspanningen die in elke werkomgeving reeds zijn verwezenlijkt om op een steeds doeltreffendere manier pesterijen te voorkomen en te bestrijden, moeten worden voortgezet en uitgebreid.

BESPREKING VAN DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel strekt ertoe de verjaringstermijn in geval van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk tot tien jaar te verlengen.

Het gaat om de feiten die zijn bepaald in hoofdstuk Vbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het gaat dus niet alleen om daden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, maar ook om de overige in dit hoofdstuk vastgestelde feiten : het ontbreken van preventiemaatregelen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, waarin de werkgever in zijn onderneming moet voorzien en het ontbreken van geschikte maatregelen tegen daden die hem ter kennis werden gebracht.

Artikel 3

Dit artikel strekt ertoe de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek aan te passen.

In 2010 keurde de wetgever immers het Sociaal Strafwetboek goed. Dit stroomlijnt de verjaringstermijnen om ze in overeenstemming te brengen met de algemene regels van het Strafrecht. De verjaringstermijn bedraagt dus vijf jaar, behoudens uitzondering.

Samen met de invoering van het Sociaal Strafwetboek werd de wet goedgekeurd om, meer bepaald, de sociale bepalingen die niet meer nodig zijn, op te heffen, gelet op de goedkeuring van het Sociaal Strafwetboek.

Beide teksten leiden er dus toe dat artikel 94 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt opgeheven en dat de verjaringstermijn op vijf jaar wordt gebracht in geval van geweld of pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.

Beide teksten zijn nog niet in werking getreden, maar ten laatste op 1 juli 2011 zal dat wel het geval zijn. Bijgevolg moeten ze worden gewijzigd om de verjaringstermijn tot tien jaar te verlengen in geval van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

Vanessa MATZ
Sabine de BETHUNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 94 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt aangevuld met een tweede lid luidende :

« In afwijking van voorgaand lid, verjaart de strafvordering wegens overtreding van de bepalingen van hoofdstuk Vbis van deze wet door verloop van tien jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan. »

Art. 3

In artikel 109, enig lid, 43 °, van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, wordt i) opgeheven.

24 november 2010.

Vanessa MATZ
Sabine de BETHUNE.