4-1614/1 | 4-1614/1 |
26 JANUARI 2010
Dit wetsvoorstel heeft tot doel het vervroegd rustpensioen voor de zelfstandigen op dezelfde manier te berekenen als voor de werknemers.
Wat is de huidige toestand ?
Voor de werknemers, zowel voor mannen als voor vrouwen, is de pensioenleeftijd vastgesteld op 65 jaar. Het pensioen wordt berekend in 45sten.
Elke werknemer kan vanaf 60 jaar met pensioen gaan mits hij een loopbaan van 35 jaar heeft volbracht, in de wetenschap dat zijn pensioen berekend zal worden in 45sten. Vervroegd met pensioen gaan, wordt dus bestraft doordat de werknemer niet of moeilijker een volledige loopbaan van 45 jaar zal kunnen bewijzen.
Voor de zelfstandigen is de toestand vergelijkbaar : de pensioenleeftijd is 65 jaar en het pensioen wordt berekend in 45sten, waarbij de mogelijkheid bestaat op 60 jaar vervoegd met pensioen te gaan, op voorwaarde dat de betrokkene een loopbaan van 35 jaar heeft volbracht. Zulks geldt krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4º, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie.
Er bestaat evenwel een groot verschil wanneer het om een vervroegd pensioen gaat. Voor de zelfstandigen wordt het pensioen niet alleen nog berekend in 45sten, maar wordt het rustpensioen daarenboven verminderd met een welbepaald percentage (in beginsel 5 %) per jaar dat zij eerder met pensioen gaan. Die vermindering is definitief en blijft dus gevolgen hebben na de wettelijke pensioenleeftijd.
Wel klopt het dat die pensioenvermindering de jongste jaren enigszins is afgezwakt. Zo geldt bijvoorbeeld voor de pensioenen die vanaf 1 januari 2009 ingaan niet langer een vermindering voor de zelfstandigen die op het ogenblik dat zij vervroegd met pensioen gaan, een loopbaan van in totaal 42 jaar hebben volbracht (cf. artikel 3, § 3ter, vierde lid, van voormeld besluit).
Desalniettemin worden veel zelfstandigen nog steeds met die sanctie geconfronteerd indien zij een vervroegd pensioen willen genieten, terwijl die regeling al jarenlang is afgeschaft in de sector van de werknemerspensioenen.
Volgens de indieners valt niet langer objectief te verantwoorden dat die regeling wordt gehandhaafd, waarbij het pensioenbedrag alleen voor de zelfstandigen omlaag gaat; zij beogen die regeling dan ook volledig af te schaffen.
Jean-Paul PROCUREUR. Vanessa MATZ. Céline FREMAULT. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4º, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot reorganisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1. in § 2, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, worden het tweede, het derde en het vierde lid opgeheven;
2. paragraaf 3ter, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002, wordt opgeheven.
25 januari 2010.
Jean-Paul PROCUREUR. Vanessa MATZ. Céline FREMAULT. |