4-1596/1

4-1596/1

Belgische Senaat

ZITTING 2009-2010

13 JANUARI 2010


Voorstel van resolutie over de crisis in de land- en tuinbouwsector

(Ingediend door mevrouw Anke Van dermeersch)


TOELICHTING


De voorbije twee jaar produceerden land- en tuinbouwers, in alle sectoren, onder zeer moeilijke marktomstandigheden en werkten ze meer dan ooit onder de kostprijs. Die situatie is onhoudbaar en zet de toekomst van de sector onder druk. De voorbije maanden waren de graanprijzen historisch laag, de melkprijs stortte in, en ook de prijzen voor groenten, fruit, sierteeltproducten, aardappelen en vlees waren veel te laag. Als kleinste speler in de voedselketen zag de boer zijn winstmarge verdwijnen door de sterk gestegen kostprijzen en de niet stijgende of ingestorte productprijzen. De land- en tuinbouwers kunnen blijkbaar hun kosten niet doorrekenen.

De boeren bevinden zich in een onhoudbare situatie. Het Landbouwkrediet maakte enkele maanden geleden de resultaten bekend van zijn vertrouwensindex waarbij het voor de derde opeenvolgende keer via een enquête peilde naar het vertrouwen in de toekomst bij de Belgische landbouwers. Nog nooit is het vertrouwen zo laag geweest. In Wallonië daalde de vertrouwensindex van 48 naar 31 en in Vlaanderen van 49 naar 40. Bij 38 % van alle ondervraagden zijn de reserves op en 7 % kan zijn schulden niet meer betalen. Liefst 30 % van de ondervraagde boeren in Vlaanderen en in Wallonië zegt dat ze een tweede inkomen buiten de landbouw, doorgaans van de partner, nodig hebben om als landbouwbedrijf te kunnen overleven. Liefst 14 % van alle Vlaamse boeren is dan ook op zoek naar een andere baan.

Die onhoudbare situatie van de landbouwers benadrukt de absolute noodzaak van een Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid dat onze land- en tuinbouwers een duurzame toekomst garandeert. Alle land- en tuinbouwers vragen de Europese landbouwministers dus om zich goed voor te bereiden op de denkoefening rond het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het huidige beleid is van kracht tot 2013. De krijtlijnen voor het beleid na 2013 worden nu uitgezet in alle lidstaten en op Europees niveau. In het kader van de WTO-onderhandelingen dreigt het Europese landbouwbeleid sterk te worden uitgehold. Het vrijemarktprincipe is echter moordend voor de Europese landbouw, vermits nergens ter wereld zulke strenge normen gelden op vlak van milieu, dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden enzovoort.

De Europese koepel van landbouworganisaties Copa berekende dat de melkveehouders in Europa tegen het einde van 2009 een verlies zullen lijden van 14 miljard euro, indien er niet snel iets wordt gedaan aan de te lage melkprijs. De landbouworganisaties verwachten van Europa ook dat het een gelijk speelveld creëert voor zuivelproducenten binnen en buiten de EU. Nu moeten de Europese producenten voldoen aan de strengste eisen inzake milieu, gezondheid en diervriendelijkheid, terwijl in de rest van de wereld daar geen aandacht voor bestaat.

De EU moet binnen de Wereldhandelsorganisatie dan ook dringend « non-trade-barriers » instellen tegenover die producten die niet voldoen aan de strenge Europese regels.

De landbouworganisaties benadrukken de behoefte aan een Europees landbouwbeleid voor alle sectoren dat enerzijds de beschikbaarheid garandeert van voedsel op lange termijn en anderzijds zorgt voor een leefbare vergoeding voor de producent. Enkel een voldoende graad van zelfvoorziening zorgt voor voldoende, veilig en betaalbaar voedsel, geproduceerd volgens steeds strenger wordende duurzaamheidscriteria. Enkel een leefbaar inkomen garandeert dat er in Europa nog mensen willen boeren.

Anke VAN DERMEERSCH.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op de gevolgen van de crisis voor nagenoeg alle sectoren van de land- en tuinbouw waardoor steeds meer landbouwers te kampen hebben met liquiditeitsproblemen en het land- en tuinbouwinkomen in België aanhoudend daalt;

B. gelet op het blijvend protest van landbouworganisaties tegen het aarzelen — in de voorbije maanden — van het Europese landbouwbeleid om alle instrumenten in te zetten om de melkveehouders en varkenshouders te ondersteunen;

C. gelet op het feit dat 20 van de 27 EU-lidstaten gewonnen zijn voor regulerende maatregelen;

D. overwegende dat de land- en tuinbouw zorgt voor onze voedselvoorziening en dus een cruciale primaire sector is;

Vraagt de federale regering :

1. dat de federale minister van Landbouw de volgende weken en maanden tijdens het overleg met haar Europese collega's concrete kortetermijnmaatregelen op tafel legt om de melkprijs te verhogen;

2. toch in overweging te nemen dat een bevriezing of zelfs quotuminkrimping wel degelijk een prijsverhogend effect kan creëren op voorwaarde dat de invoer vanuit de wereldmarkt (waar de prijzen iets onder het Europese niveau liggen) wordt tegengewerkt;

3. er in het kader van de voorbereidingen rond het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid voor te pleiten om aan de landbouwsector een uitzonderingsstatuut toe te kennen binnen Europa waarbij een voldoende bescherming van onze landbouw aan de Europese buitengrenzen, het behoud van de marktregulering (een gereguleerde markt met stabilisatoren om de prijsvolatiliteit te temperen) en een maximale transparantie bij de prijsvorming voorop staan (een wettelijk kader om de positie van de primaire productiesector in de keten te versterken waarbij de winsten in de gehele voedselkolom gelijkwaardig verdeeld worden).

11 januari 2010.