4-1528/1 | 4-1528/1 |
7 DECEMBER 2009
1. Inleiding
Dit wetsvoorstel beoogt een verbod op het verkopen of aanbieden van alcoholhoudende dranken via automaten.
De jongste jaren is er een groeiend inzicht in het gevaar van alcoholgebruik of -misbruik voor de gezondheid. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie als de Europese Unie hebben aanbevelingen en programma's ontwikkeld voor het uitwerken van efficiënte beleidsstrategieën, zowel op het vlak van handelspraktijken en reclame als op het stuk van preventie en beschikbaarheid van alcohol.
Er is een consensus ontstaan om niet enkel het schenken, maar ook de verkoop en het aanbieden van alcohol aan minderjarigen omwille van gezondheidsredenen te verbieden en daartoe de regelgeving te vereenvoudigen en te harmoniseren met het oog op een efficiëntere preventie en handhaving.
De indieners onderschrijven dan ook ten volle het politiek akkoord van alle ministers van Volksgezondheid betreffende het toekomstig alcoholbeleid, aangenomen in een Gemeenschappelijke Verklaring op 17 juni 2008 en dat zich concretiseert in het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (Kamer, 52-2172/1). Het verbod op de verkoop, het schenken of aanbieden van alcohol aan min-zestienjarigen en sterke drank aan min-achttienjarigen wordt met het wetsontwerp scherpgesteld.
Evenwel wensen de indieners met onderhavig voorstel een lacune in de wetgeving te regelen aangezien alcoholhoudende dranken nog steeds vrij worden aangeboden in automaten.
Een bijzondere regeling voor automaten is verantwoord door de specifieke kenmerken ervan, met name de anonimiteit, het gebrek aan sociale controle en de bereikbaarheid gedurende dag en nacht. Daarbij dreigt de wetgever met « de gezondheidswet » strenger op te treden voor de horeca en handelaars dan voor de uitbaters van automaten.
Een wetsvoorstel van de dames de Bethune, De Schamphelaere en Thijs dat een verbod oplegde van de verkoop van alcoholpops in drankautomaten werd door de Senaat op 28 november 2002 aangenomen (2-1109/5). Het verkreeg dus de status van wetsontwerp en werd overgezonden aan de Kamer (50-2164/1), maar raakte niet meer tijdig behandeld en verviel. Het werd in de vorige zittingsperiode door de regering niet uit verval ontheven; het wetsvoorstel werd daarom opnieuw in de Senaat ingediend (3-761/1).
2. Doelstellingen
Essentieel in de overwegingen voor een verbod op alcoholhoudende dranken in automaten zijn de gezondheidsproblemen die alcoholgebruik bij jongeren veroorzaakt. Zo wordt op lange termijn de ontwikkeling van de hersenen van adolescenten bij excessief alcoholgebruik afgeremd. Het hoge sterftecijfer te wijten aan alcohol is proportioneel het hoogst in de leeftijdscategorie 15-19 jaar, hoofdzakelijk wegens aan ongevallen.
In de gezondheidsenquête 2004 verklaarden 18 % van de Belgen dat ze geregeld alcohol misbruikten (meer dan 6 glazen per dag, minstens eens per maand) en 8 % had een alcoholprobleem. Het zijn vooral de jongeren (15-24 jaar) die regelmatig teveel alcohol gebruiken. Belgen zouden regelmatiger overmatig alcohol gebruiken dan het Europees gemiddelde.
Uit een bevraging van de Vlaamse leerlingen door de Vereniging voor Alcohol en Drugproblemen (VAD) tijdens het schooljaar 2005 en 2006 blijkt dat 71 % van de leerlingen vóór de leeftijd van vijftien al eens alcohol heeft gedronken. 47 % van de leerlingen jonger dan vijftien dronk het voorbije jaar alcohol. Op de leeftijd van 15-16 jaar is de overgrote meerderheid van de leerlingen al in contact gekomen met alcohol. Met de leeftijd neemt ook al snel de frequentie van alcoholgebruik toe : het regelmatig alcoholgebruik stijgt van 7,3 % bij de 12-14-jarigen tot 32,7 % bij de 15-16-jarigen en 46,1 % bij de 17-18-jarigen.
Het debat over een verbod op de verkoop van alcoholhoudende dranken in automaten is niet nieuw. Heel wat lokale overheden, maar ook bijvoorbeeld scholen, hebben al geprotesteerd tegen de verkoop van alcoholhoudende dranken via automaten.
In Vlaanderen ontstond reeds eind 2001 een bevoegdheidskwestie omtrent dit probleem. De gemeenteraden van Veurne (24 september 2001) en Oostrozebeke (11 oktober 2001) hadden bij politieverordening de verkoop van alcoholische dranken via automaten verboden. Bij besluit van 8 november 2001 beperkte de gemeenteraad van Oostrozebeke dit verbod tot sterke alcoholische dranken en alcoholpops.
Op advies van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden werden deze politieverordeningen door de West-Vlaamse gouverneur geschorst bij besluit van 19 december 2001 omdat die als « preventief » gekwalificeerde verordeningen buiten de gemeentelijke bevoegdheden liggen en de burgemeester enkel kan optreden in het kader van de handhaving van de openbare orde. Zolang die niet verstoord wordt, kan hij zijn bevoegdheid om verordeningen uit te vaardigen niet inroepen.
Een wetswijziging op federaal niveau is dan ook noodzakelijk om tegemoet te komen aan de vraag van gemeenten en scholen.
3. Stand van de wetgeving
Toepassing huidige regelgeving op drankautomaten
De huidige wetgeving inzake de verkoop van alcoholhoudende dranken aan jongeren is onduidelijk. Ze is zodanig complex dat het moeilijk is om ze handhaven en te vertalen in efficiënte preventieve boodschappen. Zo ook voor de verkoop via automaten.
De wetgeving inzake het verstrekken van alcohol aan minderjarigen is tweeledig : er is de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap en de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank.
In een antwoord op de vraag om uitleg 3-1690 van senatrice Sabine de Bethune stelt de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
« De verkoop van alcohol aan minderjarigen wordt geregeld door de wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het schenken van sterke drank. Artikel 13 van deze wet stipuleert : `Het verkopen en het aanbieden, zelfs gratis, van mee te nemen sterke dranken aan minderjarigen zijn verboden.'
Deze bepaling betreft zowel de gewone verkoop als de verkoop via drankautomaten. Ze heeft immers betrekking op alle verkoopsvormen waarbij men de drank kan meenemen. ».
De wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank houdt dus een verbod van verkoop van sterke drank via automaten in.
Artikel 5 van de besluitwet betreffende de beteugeling van de dronkenschap bepaalt dat het opdienen van dronkenmakende dranken aan een minderjarige die geen 16 jaar oud is bestraft wordt.
Vreemd genoeg houdt dit artikel geen verbod in op de verkoop van alcoholhoudende dranken in automaten (andere dan sterke dranken, dus bieren en wijnen).
Wetsontwerp van de regering houdende diverse bepalingen inzake gezondheid
De indieners verwelkomen het wetsontwerp van de regering houdende diverse bepalingen inzake de gezondheid (52-2172/1) dat op 13 november 2009 aan de Senaat werd overgezonden (stuk Senaat, nr. 4-1494/1).
Het wetsontwerp voegt een nieuwe paragraaf 6 toe aan artikel 6 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. Het stelt een verbod in om elke drank of elk product waarvan het effectief alcoholvolumegehalte hoger is dan 0,5 % vol. te verkopen, te schenken of aan te bieden aan min-zestienjarigen. Daarnaast wordt ook de verkoop, het aanbieden en het schenken van sterke drank aan min-achttienjarigen verboden. Van elke persoon die alcoholhoudende drank wil kopen, mag voortaan worden gevraagd aan te tonen of hij of zij ouder is dan respectievelijk zestien of achttien.
De hierboven vermelde artikelen in de oude wetgeving worden opgeheven om alle misverstanden en overlappingen te vermijden.
De regering beoogt hiermee het bundelen, harmoniseren en verduidelijken van de maatregelen betreffende het verbod op de verkoop van alcohol aan minderjarigen.
Gemeenschappelijke Verklaring betreffende het toekomstig alcoholbeleid
Het voornoemde wetsontwerp vloeit voort uit de Gemeenschappelijke Verklaring betreffende het toekomstig alcoholbeleid ,aangenomen op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 17 juni 2008. De Gemeenschappelijke Verklaring bevat een visie, algemene doelstellingen en een reeks maatregelen om te komen tot een geïntegreerd, efficiënt en gecoördineerd beleid inzake de strijd tegen het problematisch gebruik van alcohol in België.
In de Gemeenschappelijk Verklaring bevelen de ministers van Volksgezondheid aan de verkoop van alcohol te verbieden op enkele welbepaalde plaatsen, onder meer in de automaten (punt 4.1.1.).
In het wetsontwerp van de regering is deze maatregel echter niet terug te vinden. De indieners van dit voorstel wensen dan ook deze aanbeveling wettelijk te verankeren.
Convenant inzake gedrag en reclame met betrekking tot alcoholhoudende dranken
Op 12 mei 2005 sloten de alcoholproducenten, de distributeurs, de consumenten, de horecafederaties en de Jury voor de Ethische Praktijken inzake Reclame een « Convenant inzake gedrag en reclame met betrekking tot alcoholhoudende dranken ». Deze overeenkomst regelt de reclame voor alcohol alsook het in de handel brengen van alcoholhoudende dranken.
Artikel 5.3. van de overeenkomst bepaalt : « De verkoop van alcoholhoudende dranken mag niet ondernomen worden via de plaatsing in verkoopautomaten in of in de onmiddellijke nabijheid van lagere en middelbare scholen, lokalen van jeugdclubs en -bewegingen en plaatsen waar minderjarigen samenkomen. (...) ».
De wet van 17 november 2006 tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het vlak van de voedingsmiddelen en andere producten, machtigt de Koning om bepalingen in overeenkomsten van bovenvermelde actoren een reglementair karakter te geven en afdwingbaar te maken.
Tot op vandaag werd echter nog geen koninklijk besluit genomen om het voornoemde convenant te erkennen. Het verbod op de verkoop van alcoholhoudende dranken in automaten in of in de onmiddellijke nabijheid van lagere en middelbare scholen, lokalen van jeugdclubs en -bewegingen en plaatsen waar minderjarigen samenkomen is dus nog niet afdwingbaar.
Artikel 2
Dit artikel voert een verbod in op de verkoop of het aanbieden in automaten van elke drank of product waarvan het effectief alcoholvolumegehalte hoger is dan 0,5 % vol.
Hiermee wordt gekozen voor dezelfde definiëring van alcoholhoudende drank als in het wetsontwerp van de regering houdende diverse bepalingen inzake de gezondheid en dit om de coherentie tussen de verschillende wettelijke bepalingen te bewaren.
Het inschrijven van het artikel in de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, is aangewezen met het oog op het beschermen van de gezondheid. Onder meer het verbod op de verkoop van tabaksproducten aan min-zestienjarigen is in dezelfde wet ingeschreven.
Wat de toepassing betreft, zal men zich voor de controle en de handhaving van het verbod op de verkoop van alcohol via automaten daarenboven kunnen beroepen op de overeenkomstige bepalingen uit dezelfde wet van 24 januari 1977.
Sabine de BETHUNE Dirk CLAES. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 6 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989, 18 juli 2004, 27 december 2004, 1 maart 2007 en ..., wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende :
« § 7. Het is verboden om elke drank of product waarvan het effectief alcoholvolumegehalte hoger is dan 0,5 % vol. te verkopen of aan te bieden via automaten. ».
12 november 2009.
Sabine de BETHUNE Dirk CLAES. |