4-1191/1

4-1191/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

20 FEBRUARI 2009


Wetsvoorstel tot organisatie van een betere controle op omkoping en weddenschappen op voetbalwedstrijden

(Ingediend door de heer Roland Duchatelet c.s.)


TOELICHTING


Dit voorstel strekt tot de aanpassing van de kansspelenwet en tot oprichting van een voetbalcel (Cel ter bestrijding van fraude bij voetbal — CFV) binnen de Directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit (DJF) van de federale gerechtelijke politie. Het is de bedoeling om dit wetgevend initiatief voorlopig te beperken tot de voetbalsport. Later kan het voorstel nog steeds doorgetrokken worden naar andere sporten zoals, wielrennen, basketbal, etc.

De bedoeling van dit wetsvoorstel is om in de toekomst niet enkel elke weddenschap op sportwedstrijden aan een vergunningsplicht te onderwerpen en dus een einde te stellen aan de gedeeltelijke straffeloosheid van het gokken op het verloop van een sportwedstrijd, maar bovendien een structuur op te zetten die daadkrachtig optreedt in gevallen van omkoping.

Deze daadkracht moet volgen uit de volgende principes :

— permanente observatie;

— preventief optreden jegens de clubs en de directe betrokkenen;

— onmiddellijk ingrijpen en intens onderzoek gedurende de verdachte wedstrijd en in de uren en dagen erop volgend;

— eenheid en duidelijkheid bij de leiding van het onderzoek.

In en rond het voetbalgebeuren gaat steeds meer geld om. Het is dus al lang geen amateurbedoening meer. De financiële belangen die gepaard gaan met Europees voetbal, met het dalen of stijgen in de rangschikking en met promotie of degradatie naar een hogere of lagere afdeling zijn soms zeer groot. De verleiding om actoren bij het voetbalspel om te kopen om het resultaat van de wedstrijd te beïnvloeden stijgt met de omvang van die financiële belangen.

Daarnaast wordt er ook meer gegokt op voetbalwedstrijden van de Belgische competitie, niet in het minst in Azië. De problematiek treft trouwens niet enkel het Belgisch voetbal maar zoals blijkt uit recente mediaberichtgeving ook de Nederlandse, Spaanse, Duitse, Poolse en Russische competitie en volgens de UEFA misschien wel vijfentwintig Uefa-Cupwedstrijden.

We zien ook dat er al door verschillende landen en door nationale en internationale sportverenigingen verschillende initiatieven genomen zijn om de corruptie uit de sport te bannen. Zo heeft bijvoorbeeld, de Duitse Voetbalbond een aantal anticorruptiemaatregelen genomen en ook in China werd door de Chinese Voetbalbond en de Chinese politie een gezamenlijke cel opgericht om dergelijke problemen te bestrijden.

In de Verenigde Staten van Amerika vinden we waarschijnlijk het oudste en meest ontwikkelde voorbeeld van een anticorruptiecel bij de opsporingspolitie die specifiek gericht is op sport, met name het Sports Bribery Program van de FBI. Dit is niet verwonderlijk aangezien de VS het eerste land was waar er zeer veel geld omging in de sportwereld en dat ook al een lange geschiedenis van omkopingsschandalen kent.

In ons land werd het Strafwetboek gewijzigd, om naast de omkoping van openbare ambtenaren ook de private omkoping expliciet strafbaar te stellen. Dit gebeurde bij de wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie, op initiatief van onder meer gewezen senator Lallemand (1) .

De artikelen 504bis en 504ter van het Strafwetboek voorzien nu inderdaad in het misdrijf van private omkoping. Private omkoping bestaat in het feit dat een persoon die bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, lasthebber of aangestelde van een rechtspersoon of van een natuurlijke persoon is, rechtstreeks of door tussenpersonen, voor zichzelf of voor een derde, een aanbod, een belofte of een voordeel van welke aard dan ook vraagt of aanneemt (passieve omkoping) of voorstelt (actieve omkoping), om zonder medeweten en zonder machtiging van, naargelang van het geval, de raad van bestuur of de algemene vergadering, de lastgever of de werkgever, een handeling van zijn functie of een door zijn functie vergemakkelijkte handeling te verrichten of na te laten.

Het morele bestanddeel van de inbreuk bestaat in het feit dat de omkoping gebeurt zonder medeweten en zonder machtiging van de raad van bestuur of van de algemene vergadering. Wanneer de strafbaar gestelde handeling met de toelating of het medeweten van deze organen wordt verricht, kan er van private omkoping geen sprake zijn. Rekening houdend met het bijzonder omvattende karakter van de definitie van omkoping, is het daarom trouwens aan te bevelen dat de voetbalclubs codes van goed gedrag zouden aannemen. Deze gedragscodes dienen de handelingen te omschrijven die als normaal worden beschouwd in de relaties met de sponsors, de klanten en de leveranciers. Het zou nuttig zijn dat deze gedragscode ook een omschrijving zou geven van de geschenken en directe of indirecte voordelen die kunnen worden toegekend of ontvangen in het kader van deze relaties. Het bestaan van een gedragscode zal het de lasthebbers, bedienden, aangestelden en spelers van de voetbalclub mogelijk maken een redelijke graad van zekerheid te bekomen betreffende de praktijken die de raad van bestuur als normaal beschouwt.

Omkoping doet zich echter zowel voor in de context van het belang van clubs als in de context van gokken op de uitslag of het specifiek verloop van vooral voetbalwedstrijden. Omdat omkoping meestal gebeurt door tussenpersonen, verdient de tussenpersoon er twee keer aan als een wedstrijd zowel door een club als door gokkers wordt omgekocht. Met andere woorden, soms spelen de twee voornoemde motieven samen.

De KU Leuven onderzocht de Belgische kansspelenwetgeving en kwam hierbij tot de conclusie dat de wetgever de weddenschappen op sportmanifestaties best onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie plaatst. De Kansspelcommissie is bovendien al lang vragende partij voor meer controle. Reeds op 1 december 2005 stelde de heer Hugo Vandenberghe hierover een vraag om uitleg aan de toenmalige minister van Justitie (2) . Het antwoord op de vraag luidde dat er prioritair moest worden onderzocht in hoeverre een wijziging van de kansspelwet instrumenten kan geven om deze praktijken tegen te gaan. Dit wetsvoorstel wil daartoe alvast een aanzet bieden.

We hebben trouwens moeten vaststellen dat het gerecht zeer traag en met onvoldoende coördinatie en slagkracht optreedt in gevallen van vermoedelijke omkoping. Het onderzoek in verband met de zaak Ye werd al snel door het federaal parket naar het parket van Brussel verwezen en is drie jaar na de feiten nog niet afgerond. Justitie is nauwelijks opgetreden na de wedstrijd Anderlecht-STVV van 26 april 2008.

We wensen bij deze de minister van Justitie dan ook aan te zetten het federaal parket systematisch te belasten met de onderzoeken naar omkoping en onregelmatige weddenschappen op voetbalwedstrijden. Om dit met de nodige snelheid en slagkracht te kunnen doen lijkt het ons noodzakelijk dat het federaal parket hiertoe een beroep kan doen op een binnen de federale gerechtelijke politie ingebedde preventie-, observatie- en onderzoekscel.

Men kan het maatschappelijk belang van dit soort misdrijven in vraag stellen door te zeggen dat het slechts gaat om een spel. Op de beurs speelt men toch ook en Russische roulette is ook een spel. Het is een feit dat voetbal maatschappelijk zeer belangrijk geworden is. Met een half miljoen leden aangesloten bij de voetbalbond en miljoenen kijkers, is voetbal zeer belangrijk voor de bevolking. Daarom is vervalsing van voetbalwedstrijden een ernstig misdrijf, niet enkel om financiële redenen, maar ook omdat het oneerlijk is jegens de vele mensen die de competitie emotioneel volgen.

Dit voorstel strekt tot de aanpassing van de kansspelenwet en tot oprichting van een Voetbalcel (Cel ter bestrijding van fraude bij voetbal — CFV) binnen de Directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit (DJF) van de federale gerechtelijke politie.

Deze cel, die minstens één persoon telt, heeft geen andere opdrachten dan het volgen van het voetbal. Dit betekent dat ze zich grondig informeert over de gokwereld, de spelers, de scheidsrechters, de bestuurders en andere personen die invloed of belangen zouden kunnen hebben in de uitslagen van voetbalwedstrijden. De cel is verplicht deze persoonsgegevens alleen te verwerken overeenkomstig de privacywet.

De cel heeft naast de observatieopdracht ook een preventie- en een onderzoeksopdracht. Indien er vermoedens van omkoping zijn, dan moet de Voetbalcel in staat zijn de nodige politiemensen te mobiliseren zodat zelfs tijdens de wedstrijd ter plaatse kan gegaan worden en zodat onmiddellijk de sleutelfiguren kunnen worden ondervraagd en de verdere onderzoeksdaden zeer snel kunnen volgen.

Het is deze cel die het verdere onderzoek doet, zonder territoriale beperking en met voldoende middelen.

Het is belangrijk niet alleen aan repressie te doen, maar ook om er alles aan te doen opdat corruptie en omkoping preventief vermeden kunnen worden. In de VS hebben ze al jaren een preventief systeem waarbij FBI-agenten de atleten voorlichten over gokken en omkoping en hen informeren over hoe de georganiseerde misdaad hen kan proberen om te kopen. Hierbij wordt door de agenten ook de nadruk gelegd op de enorme invloed die de atleten als rolmodellen hebben op de jeugd.

Door deze aanpak kan de betrokkenen duidelijk gemaakt worden dat corruptie niet onopgemerkt zal blijven, wat de gevolgen ervan zijn en dat er alles aan gedaan wordt om de kans dat men ongestraft zou blijven, te verkleinen. Wanneer de spelers, scheidsrechters en andere rechtstreeks betrokkenen minder omkoopbaar worden zou dit alvast een grote stap in de goede richting zijn. Deze eerdere contacten buiten elk gerechtelijk onderzoek om zullen bovendien de drempel voor spelers om contact op te nemen met de autoriteiten verlagen.

Daarnaast is het belangrijk dat de integriteit van de voetbalclubs bewaard blijft door de hoogste ethische standaarden te handhaven. Hiervoor moet een nultolerantie voor corruptie in acht worden genomen en dient hun toewijding om corruptie te stoppen ook uit andere beslissingen te blijken. Deze cel heeft als taak hieromtrent aanbevelingen te doen aan de betrokken clubs, verenigingen en individuen.

De cel heeft als opdracht het Belgische voetbalgebeuren zeer nauwgezet op te volgen om snel aanwijzingen van omkoping of onrechtmatige weddenschappen te kunnen vaststellen.

Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk om een dossier samen te stellen van alle rechtstreeks betrokkenen opdat verdachte patronen gemakkelijker ontdekt kunnen worden.

Bovendien zal de cel op regelmatige basis contacten onderhouden met de Belgische Voetbalbond en de Beroepsvereniging van wedkantoren, om op die manier op de hoogte te blijven van de laatste actualiteit en tendensen met betrekking tot respectievelijk het voetbal en het gokken. Zowel de Belgische Voetbalbond als de Beroepsvereniging van wedkantoren zullen hierbij suggesties kunnen doen voor een betere werking van de cel.

Eenmaal die aanwijzingen er zijn moeten zeer snel, onder leiding van het federaal parket, de nodige onderzoeksdaden kunnen worden gesteld. Daarom moet deze cel tijdelijk een beroep kunnen doen op de medewerking van de recherchediensten van de federale en lokale politie. Om optimale resultaten te verkrijgen, moet het mogelijk zijn dat een onderzoeksteam zelfs tijdens de wedstrijd reeds ter plaatse gaat.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Deze wijziging strekt ertoe alle weddenschappen op sportwedstrijden die niet bedoeld zijn bij de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, onder de regeling van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, te brengen. Aldus wordt ingegaan op de suggestie van het onderzoeksteam van de KU Leuven om ook de weddenschappen op bijkomende gegevens van een sportwedstrijd aan een vergunning te onderwerpen. Met de in dit artikel voorgestelde wijziging vallen de weddenschappen die niet onder de bepaling van de wet van 1963 vallen, zoals de sportweddenschappen bij notering, automatisch onder het stelsel van de kansspelenwet van 1999.

Aldus vallen alle weddenschappen ofwel onder de regeling van de wet van 1963, ofwel onder de kansspelenwet van 1999, ofwel onder de regeling van de paardenwedrennen of ten slotte onder de specifieke wetgeving van de Nationale Loterij.

Artikel 3

Dit artikel beoogt binnen de Directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit (DJF) van de federale politie, een Cel ter bestrijding van fraude bij voetbalwedstrijden (CFV), op te richten.

Deze directie is bevoegd voor de bestrijding van corruptie, economische en financiële delicten en immateriële misdrijven en deze nieuwe observatie- en onderzoekscel past dus duidelijk in de algemene opdracht van deze directie.

In diezelfde directie vinden we trouwens de Centrale dienst voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële delinquentie belast met het opsporen van ernstige en complexe economische of fiscale misdaden of wanbedrijven alsook de Federal Computer Crime Unit onder meer belast met alle vormen van ICT-criminaliteit (Information Communication Technology), waarmee deze nieuwe cel dus optimaal zal kunnen samenwerken.

Een regelmatige rapportering aan de minister van Justitie is onontbeerlijk voor de goede werking van deze cel. Daarnaast zal ook bij elk belangrijk incident de minister van Justitie verwittigd worden.

Roland DUCHATELET
Dirk CLAES
Alain COURTOIS
Marc ELSEN
Philippe MOUREAUX
Pol VAN DEN DRIESSCHE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 3 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt de bepaling onder punt 1. vervangen als volgt :

« 1. spelen en weddenschappen betreffende sportuitslagen van wedstrijden zoals bedoeld in de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten. ».

Art. 3

In de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, wordt de artikelen 102/1 tot 102/4 ingevoegd, luidende :

« Art. 102/1. Binnen de algemene directie gerechtelijke politie wordt een Cel ter bestrijding van fraude bij voetbalwedstrijden (CFV) opgericht.

Art. 102/2. De preventieve opdracht van de CFV bestaat uit :

— het voorlichten van clubs, spelers, trainers, scheidsrechters, bestuursleden en andere directe betrokkenen bij voetbalwedstrijden over gokken en omkoping, over de jongste ontwikkelingen en de gangbare praktijken in het gokmilieu en over de manieren waarop de georganiseerde misdaad hen kan proberen om te kopen.

— het doen van aanbevelingen aan de voetbalclubs en overkoepelende voetbalorganisaties over onder meer het opstellen van een code van goed gedrag en een nultolerantiebeleid. Dit beleid kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van het toevoegen van een contractuele clausule ten aanzien van zowel de spelers, trainers, scheidsrechters als de bestuursleden, waarin het gokken op wedstrijden uit de eigen liga verboden wordt, op straffe van ontslag.

Art. 102/3. De observatieopdracht van de CFV bestaat uit de permanente observatie van het voetbalgebeuren op Belgisch en internationaal niveau. Daartoe houdt de CFV onder meer een geactualiseerd dossier bij over op zijn minst elke speler, club, scheidsrechter, manager en bestuurder uit de eerste en tweede klasse van het Belgisch voetbal, wat betreft hun historiek en alles wat relevant kan zijn bij het onderzoek naar omkoping en corruptie. Daarnaast is het de taak van deze cel om nauwe contacten te onderhouden met zowel de Koninklijke Belgische Voetbalbond als met de Beroepsvereniging van wedkantoren.

Art. 102/4. De onderzoeksopdracht van de CFV bestaat uit het onmiddellijk onderzoeken, onder leiding van het federaal parket, van de mogelijke omkoping of fraude bij weddenschappen op de uitslag van verdachte voetbalwedstrijden. ».

5 februari 2009.

Roland DUCHATELET
Dirk CLAES
Alain COURTOIS
Marc ELSEN
Philippe MOUREAUX
Pol VAN DEN DRIESSCHE.

(1) Belgisch Staatsblad van 23 maart 1999.

(2) Vraag om uitleg nr. 3-1179 (Handelingen nr. 3-137 van 1 december 2005, blz. 84).