4-1112/1

4-1112/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

13 JANUARI 2009


Voorstel van resolutie over de situatie in de Gazastrook

(Ingediend door de heer Josy Dubié)


TOELICHTING


De Gazastrook is al ettelijke maanden in de greep van een almaar strakkere blokkade door Israël. In dat overbevolkte deel van het Palestijnse grondgebied zijn de sociale infrastructuur en het economisch leven vernield. De bevolking leeft er in 's werelds « grootste openluchtgevangenis ».

Israël heeft op 27 december 2008 onder de codenaam « Cast Lead » (« Gegoten Lood ») een militair offensief aangevat tegen Hamas omdat die organisatie Israël bestookt met raketten. Het conflict duurt nu al tien dagen en heeft al meer dan 700 doden en meer dan 2500 gewonden geëist. De wanverhouding tussen de door het Israëlische leger beoogde militaire doelstellingen en de schade die de burgerbevolking in de Gazastrook lijdt, doet vragen rijzen. Die bevolking, die reeds zwaar werd getroffen door de door Israël opgelegde blokkade, wordt zonder meer gegijzeld en vormt een echt menselijk schild tegen de militaire aanval. De herhaalde aanvallen op Gaza die tot doel hebben een einde te maken aan de onaanvaardbare en bijgevolg verwerpelijke raketaanvallen van op het Palestijnse grondgebied hebben echter kennelijk niet gediend om Hamas te destabiliseren.

In een context waarin het humanitaire werk reeds wordt bemoeilijkt door de oorlogssituatie kan Israël niet langer de toegang tot de Gazastrook beperken. De bewoners van de Gazastrook hebben nauwelijks of zelfs geen toegang tot gezondheidszorg, basisinfrastructuren, drinkwater, elektriciteit en onderwijs.

Ook de journalisten worden in hun werk belemmerd, wat het soms heel moeilijk maakt om te weten te komen in hoeverre het officiële Israëlische discours strookt met de werkelijkheid. De persvrijheid en het recht op informatie worden toegevoegd aan de lijst van de talrijke grondrechten die met voeten worden getreden.

Zowel Israël, Hamas als de internationale gemeenschap moeten dringend hun verantwoordelijkheid nemen en voor goed een einde maken aan het ten gronde richten van de Gazastrook.

Thans moeten alle democratische actoren en instanties zich inzetten om niet alleen een einde te maken aan de Israëlische aanvallen op de Gazastrook, maar ook om te voorkomen dat de spanningen tussen de verschillende gemeenschappen, zowel in Europa als elders, verder op de spits worden gedreven. Het is van belang dat alle democratische instanties en de maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de vrede in het Midden-Oosten van zich laten horen en dat ze uiting geven aan hun eis voor een duurzame vrede.

Het parlement vraagt de Belgische regering aan de hand van dit voorstel van resolutie alle schikkingen te treffen die nodig blijken om een einde te maken aan het bloedvergieten en om van beide partijen een staakt-het-vuren te verkrijgen. Dit is immers een humanitaire noodtoestand.

Het parlement heeft in verband met het conflict tussen Israël en de Palestijnen andere resoluties ingediend of aangenomen. Wij verwijzen dan ook naar die teksten van vroegere resoluties om het standpunt van de leden van de Kamer en van de Senaat of van de diverse politieke fracties te kennen. Het gaat om de volgende documenten : voorstel van resolutie betreffende het Israëlisch-Palestijns conflict en de erkenning van de Palestijnse Staat (DOC 52 0201/001), voorstel van resolutie tot erkenning van de Palestijnse Staat door België (stuk Senaat, nr. 3-2389/1, voorstel van resolutie betreffende de inachtneming van het internationaal recht door Israël en de Palestijnse Autoriteit en ertoe strekkend de beide partijen te steunen in hun vredesinspanningen (stuk Senaat, nr. 3 1421/1) enzovoort.

Josy DUBIÉ.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op de opflakkering van het geweld en de onophoudelijke Israëlische bombardementen van de Gazastrook sinds 27 december 2008;

B. gelet op de blokkade van de Gazastrook, de honderden burgerslachtoffers, de humanitaire crisis als gevolg daarvan, alsmede de vernieling van de infrastructuur en de ontbrekende toegang tot zorgverlening;

C. gelet op de resoluties nrs. 1322 (2000), 520 (1982), 465 (1980), 478 (1980), 446 (1979), 338 (1973), 252 (1968), 242 (1967) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsmede de Resoluties nrs. 3236 (1974) en 194 (1948) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (1) ;

D. gelet op de Conventies van Genève in verband met het internationaal humanitair recht;

E. gelet op de door het Kwartet aangenomen Road Map, die moet leiden naar een duurzame oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict op basis van het bestaan van twee Staten;

F. overwegende dat het gebruik van geweld en een geweldsescalatie nooit kansen bieden op duurzame vrede;

G. gelet op de talrijke burgerbetogingen in België en Europa tegen het Israëlisch-Palestijns conflict;

H. overwegende dat het conflict naar andere regio's dreigt over te slaan en tot spanningen tussen gemeenschappen in Europa en in België dreigt te leiden;

Vraagt de federale regering :

1. van zowel de Palestijnse Autoriteit als de Israëlische regering een onmiddellijk staakt-het-vuren te eisen en dat ook op Europees en internationaal vlak te bepleiten, met name in het licht van de talrijke burgerslachtoffers en van de dag na dag verslechterende humanitaire situatie in de Gazastrook;

2. op Europees en internationaal vlak alles in het werk te stellen om Hamas en Israël ertoe te bewegen de initiatieven te aanvaarden die bijdragen tot de totstandkoming van duurzame vrede, onder meer het door de VN gesteunde Frans-Egyptisch plan;

3. een einde te maken aan elke — directe en indirecte — uitvoer van wapens en militair materieel naar de conflictgebieden;

4. te eisen dat het Israëlische leger het gebruik van clustermunitie en munitie met verarmd uranium stopzet;

5. samen met haar Europese partners te eisen dat een internationale interpositiemacht ter plaatse wordt gestuurd;

6. de samenwerking met Israël opnieuw te bekijken, te bepleiten dat Europa de opwaardering van zijn betrekkingen met dat land opschort en elke vorm van samenwerking te onderwerpen aan strikte voorwaarden, in de eerste plaats de opheffing van de blokkade van de Gazastrook;

7. de humanitaire hulp aan de Palestijnse gebieden, die zwaar onder het conflict te lijden hebben, op te voeren, de al aanwezige actoren (ngo's enzovoort) te ondersteunen en een grotere rol te laten spelen, alsmede van de Israëlische regering te eisen dat leden van humanitaire en medische organisaties, waarnemers, journalisten enzovoort de Gazastrook in kunnen en er vrij kunnen circuleren;

8. alle Israëlische en Palestijnse organisaties die naar vrede in het Midden-Oosten streven, moreel en financieel te steunen;

9. te ijveren voor de wederzijdse erkenning van twee Staten — een onmisbare stap op weg naar een rechtvaardige en duurzame oplossing;

10. de Israëlische ambassadrice te ontbieden teneinde haar ervan in kennis te stellen dat België de Israëlische operaties in de Gazastrook afkeurt;

11. duidelijk te communiceren en zich bemiddelend op te stellen, opdat de spanningen tussen de gemeenschappen niet op de spits worden gedreven en daden van agressie in België en de wereld worden vermeden;

12. van alle partijen bij het conflict te eisen dat ze alle voornoemde resoluties van de Verenigde Naties in acht nemen;

13. samen met de actoren die naar vrede in het Midden-Oosten streven, op het internationale forum te pleiten voor de implementatie van de voornoemde « Road Map ».

13 januari 2009.

Josy DUBIÉ.

(1) Resoluties : 1322 ter veroordeling van de gewelddaden tegen de Palestijnen; 520 over de situatie in Libanon; 465 ter veroordeling van het Israëlische nederzettingenbeleid en betreffende de onmiddellijke intrekking ervan; 478 ter veroordeling van de annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël; 446 over de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever; 338 over de instelling van een rechtvaardige en duurzame vrede in het Nabije Oosten; 252 ter veroordeling van de Arabische gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem; 242 over de terugtrekking door Israël uit de bezette gebieden; 3236 over het recht op terugkeer voor de vluchtelingen en het zelfbeschikkingsrecht voor de Palestijnen en 194 over het recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen.