4-1049/1

4-1049/1

Belgische Senaat

ZITTING 2008-2009

9 DECEMBER 2008


Voorstel van resolutie betreffende de uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek naar de moord op Julien Lahaut

(Ingediend door de heer Pol Van Den Driessche c.s.)


TOELICHTING


Op 18 augustus 1950 werd Julien Lahaut voor zijn deur neergeschoten. Door velen wordt dit nog steeds beschouwd als de belangrijkste politieke moord van de tweede helft van de vorige eeuw in België.

Het gerechtelijk onderzoek naar deze moord duurde 20 jaar, leverde geen resultaten op en werd in 1972 finaal zonder gevolg geklasseerd.

Tot op vandaag werden dus nog geen daders op officiële wijze aangewezen, hoewel sinds 1972 steeds meer gegevens over deze feiten in de openbaarheid werden gebracht. Zo werd de historische achtergrond geschetst in het boek « De moord op Lahaut » (1) en onthulde, toenmalig senator en huidig minister, Vincent Van Quickenborne de echte naam van de spilfiguur. In de Canvasreeks « Keerpunt » volgde in 2007 een bekentenis omtrent het afvuren van de dodelijke schoten.

Toch blijven talrijke elementen van deze zaak in het duister gehuld, reden waarom deze zaak ook regelmatig opnieuw in de actualiteit opduikt. Zo is het tot op vandaag niet met zekerheid uitgemaakt of de daders alleen handelden of in opdracht. In het geval er een opdracht werd gegeven, bleven de opdrachtgevers en hun precieze motieven ongekend. Het gebrek aan resultaat van het gerechtelijk onderzoek deed bovendien de indruk ontstaan dat de daders bescherming genoten. Dit vormt een voedingsbodem voor een algemeen wantrouwen ten opzichte van de politiek en het gerecht als geheel en is funest voor een democratische samenleving.

Om deze redenen zijn de indieners van oordeel dat het aangewezen is om door middel van een wetenschappelijk onderzoek, nadere klaarheid te brengen in de ware toedracht van deze politieke moord. Gezien de omstandigheid dat de meeste kroongetuigen ondertussen overleden zijn, kan slechts een grondig onderzoek in de archieven een nieuw licht werpen op de zaak.

De goede ervaring met het aan het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) uitbestede onderzoek naar de deportatie en de vervolging van Belgische Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, brengt ons ertoe voor een analoge piste te opteren.

Met deze resolutie wordt aan de regering gevraagd al het nodige te doen om het SOMA in staat te stellen deze opdracht tot een goed einde te brengen. Hiermee samenhangend zal de commissie zelf het initiatief nemen tot het creëren van de noodzakelijke wettelijke voorwaarden opdat het SOMA binnen het kader van deze taak toegang kan krijgen tot alle archieven van de openbare en de privaatrechtelijke instellingen.

In het bijzonder wordt in deze resolutie aan de regering gevraagd met het oog op de uitvoering van dit onderzoek de nodige financiële middelen te voorzien buiten de kredieten voor de onderzoeksprogramma's en -acties in de federale wetenschappelijke instellingen en deze ter beschikking te stellen van het SOMA.

Ten slotte belet deze resolutie niet dat alsnog kan worden overgegaan tot het oprichten van een Parlementaire onderzoekscommissie, indien op termijn zou blijken dat dit noodzakelijk is om in deze zaak klaarheid te brengen.

Pol VAN DEN DRIESSCHE
Christine DEFRAIGNE
Patrik VANKRUNKELSVEN
Philippe MOUREAUX
Geert LAMBERT
Josy DUBIÉ
Freya PIRYNS
Els SCHELFHOUT
Hugo VANDENBERGHE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Vaststellende dat Julien Lahaut op 18 augustus 1950 voor zijn eigen huis werd vermoord;

B. Vaststellende dat deze politieke moord een schokgolf door het land heeft doen trekken tot ver buiten de grenzen van zijn eigen politieke beweging;

C. Vaststellende dat het gerechtelijk onderzoek naar deze moord geen resultaten heeft opgeleverd en in 1972 zonder gevolg werd geklasseerd;

D. Vaststellende dat sinds dit onderzoek herhaaldelijk nieuwe feiten en onthullingen in de openbaarheid werden gebracht;

E. Vaststellende dat met deze nieuwe feiten nog steeds talrijke elementen onbekend blijven, zoals de eventuele identiteit en motieven van opdrachtgevers;

F. Overwegende dat het uitblijven van een afronding van deze zaak een kwalijke invloed heeft op de politiek en het gerecht als geheel en dus ook op onze samenleving;

G. Overwegende dat het onderzoek van het verleden met alle nieuwe bekende feiten moet worden aangevuld;

H. Overwegende dat het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), gezien haar opdracht en resultaten in voorgaande onderzoeken, wordt aanzien als de meest aangewezen instelling om dit onderzoek uit te voeren.

Vraagt de regering :

1. om het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij op te dragen om binnen twee jaar een wetenschappelijke studie uit te voeren naar de moord op Julien Lahaut; Dit onderzoek heeft tot doel om op gedetailleerde wijze kennis te verschaffen over de feiten en hun context, ook al betreffen ze de periode vóór en na de eigenlijke aanslag;

2. het SOMA met de volgende opdrachten te belasten :

a. een verslag over het precieze verloop van de gebeurtenissen;

b. de precieze vaststelling van de rol van de personen die vandaag als dader bekend staan, alsook de rol van eventuele andere directe betrokkenen;

c. de opheldering van de vermoedens dat er naast deze « uitvoerders » ook sprake is van opdrachtgevers en beschermers;

d. de eventuele identificatie van deze personen, hun motieven en methodiek;

e. de analyse van het gerechtelijk onderzoek en van de wijze waarop na het afsluiten ervan informatie over deze gebeurtenis in de openbaarheid is gekomen.

3. om met het oog op de uitvoering van deze wetenschappelijke studie aan het SOMA de nodige middelen te verstrekken buiten de kredieten voorzien voor de onderzoeksprogramma's en -acties in de federale wetenschappelijke instellingen.

18 november 2008.

Pol VAN DEN DRIESSCHE
Christine DEFRAIGNE
Patrik VANKRUNKELSVEN
Philippe MOUREAUX
Geert LAMBERT
Josy DUBIÉ
Freya PIRYNS
Els SCHELFHOUT
Hugo VANDENBERGHE.

(1) Etienne Verhoeyen, Rudi Van Doorslaer : De moord op Lahaut. Het communisme als binnenlandse vijand, Leuven, Kritak, 1985, 233 p.