4-355/2

4-355/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

27 FEBRUARI 2008


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 727 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de onwaardigheid om te erven


AMENDENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER SWENNEN

Art. 2

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

1. A vervangen als volgt :

« A. Het 1º wordt vervangen als volgt : « 1º Hij die een opzettelijk misdrijf tegen de overledene heeft gepleegd, met diens dood tot gevolg, of gepoogd heeft te plegen. »

2. B vervangen als volgt :

« B. het 2º wordt vervangen als volgt : « 2º Hij die tegen de overledene een lasterlijk geoordeelde aangifte, klacht, getuigenis of beschuldiging heeft ingebracht van een feit waarop een criminele straf is gesteld. »

Verantwoording

1. Het bewijs van de feiten kan overeenkomstig de huidige bepaling uitsluitend geleverd worden door een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling.

Dat maakt dat bepaalde situaties waarin het niet tot een strafrechtelijke veroordeling komt, niet tot onwaardigheid leiden. Zo bijvoorbeeld in geval van moord gevolgd door zelfmoord.

Daarenboven wordt in de rechtsleer en de rechtsspraak (onder meer Hof van Cassatie 20 december 1945, Pas. 1945, I, 296) aanvaard dat er geen strafrechtelijke veroordeling in de strikte zin vereist is voor de onwaardigheid, maar dat bijvoorbeeld de vaststelling van schuld door de raadkamer bij internering of door de jeugdrechter ten aanzien van jongeren met betrekking tot feiten die normaal de erfrechtelijke onwaardigheid tot gevolg hebben, volstaat.

Daarom stellen we voor de vereiste van een veroordeling te laten vervallen, in navolging van artikel 955, 1º BW, waarbij het inzake de onwaardigheid ten aanzien van de schenker/testator volstaat dat de begiftigde het inzicht heeft gehad te doden, zonder dat evenwel een veroordeling noodzakelijk is.

2.  Eerder dan deze vorm van onwaardigheid te schrappen kan overwogen worden de begripsomschrijving te verruimen, wat allicht beter tegemoet komt aan het rechtvaardigheidsgevoel van de mensen.

Nr. 2 VAN DE HEER SWENNEN

Art. 3 (nieuw)

Het wetsvoorstel aanvullen met een artikel 3 toevoegen, luidende :

« Art. 3. — In artikel 728 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « de moordenaar » vervangen door de woorden « de persoon die het misdrijf bedoeld in artikel 727, 1º heeft gepleegd. »

Verantwoording

Aanpassing van dit artikel aan de wijziging in artikel 727, 1º.

Nr. 3 VAN DE HEER SWENNEN

Art. 4 (nieuw)

Het wetsvoorstel aanvullen met een artikel 4 toevoegen, luidende :

« Art. 4. — Artikel 730 van hetzelfde Wetboek wordt gewijzigd als volgt: « De kinderen van de onwaardige ouder komen bij plaatsvervulling tot de nalatenschap.

De onwaardige kan in geen geval ten aanzien van de goederen van die nalatenschap aanspraak maken op het vruchtgebruik dat door de wet aan de ouders op de goederen van hun kinderen wordt toegekend. »

Guy SWENNEN.