4-412/1

4-412/1

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

22 NOVEMBER 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, inzake de publicatieverplichting over de besteding van de gelden van organisaties die een beroep op giften doen

(Ingediend door de heer Patrik Vankrunkelsven c.s.)


TOELICHTING


Na de tsunami van einde december 2004 in Zuidoost-Azië kwam een immense stroom hulp op gang. De beelden uit de getroffen regio waren overweldigend en weekten heel wat emotie los. Er volgde een enorme golf van solidariteit. Een nooit eerder geziene geldinzamelactie werd het op getouw gezet, zowel in het Nederlandstalig als het Franstalig landsgedeelte. Vele Belgen stortten massaal geld op de gezamenlijke rekening van de vijf grootste hulporganisaties.

Die instellingen hebben bij deze ramp nogmaals bewezen dat ze als tussenpersoon tussen het publiek dat giften verschaft en de hulpbehoevende bevolking, een belangrijke rol spelen. Zij beschikken over de nodige knowhow en kunnen de situatie op het terrein het best inschatten. De noodzaak van het bestaan van dergelijke ngo's staat buiten kijf.

Na deze ramp en gelet op het opgehaalde recordbedrag zou er in België wel eens een trendbreuk kunnen ontstaan. Voorheen leek de Belg eerder terughoudend om grote geldsommen voor het goede doel te schenken. Een buurland als Nederland heeft op dit vlak een heuse « cultuur » ontwikkeld.

Een kritische houding jegens hulporganisaties is een mogelijke en niet-onbelangrijke verklaring voor het feit waarom er een verschil tussen België en Nederland zou kunnen heersen. Veel mensen staan afkerig tegen giften omdat zij bij voorbaat willen weten wat er met « hun » geld gebeurt en welk deel er nu uiteindelijk bij de hulpbehoevenden terechtkomt.

Artsen zonder Grenzen leverde een goed voorbeeld van transparantie en correcte communicatie. Terwijl de tsunami-gelden nog massaal binnenstroomden, verspreidde de organisatie het bericht dat zij voor de onmiddellijke hulpverlening in de getroffen regio op een bepaald ogenblik genoeg financiële middelen ingezameld had. Het geld dat nog gestort zou worden, zou ofwel gebruikt worden voor langetermijnopbouw of voor andere hulpverlening. Degenen die enkel geld overgemaakt hadden voor de hulp aan de slachtoffers van de tsunami en die niet wensten dat hun gift voor een ander project gebruikt zal worden, kregen hun bijdrage van Artsen zonder Grenzen teruggestort.

Dat gebeurde voor het eerst. Ook al riep dit wat vragen op, volgens ons is dit een correcte informatie en transparantie omtrent de aanwending van de ingezamelde middelen. Op haar website publiceert de vereniging een vereenvoudigde resultatenrekening.

Transparantie over de herkomst en de aanwending van de middelen is noodzakelijk, opdat de schenkers van financiële giften het volle vertrouwen kunnen bewaren in de organisatie en met de zekerheid dat hun dotaties op een correcte wijze aangewend worden.

Dit is ook de menig van de Europese Commissie : zij stelt dat corporate governance niet alleen van belang is voor ter beurze genoteerde ondernemingen, maar net zo goed voor de non-profitsector als medespeler op het maatschappelijk krachtenveld. De overheid heeft tot hiertoe de zaak van goed bestuur wel overgelaten aan zelfregulering door particuliere organisaties, maar dat systeem biedt onvoldoende garanties inzake verantwoording en openheid (1) . Gelet op de aandacht van de Europese Commissie voor deze sector als belangrijke maatschappelijk medespeler, kan de wetgever niet achterblijven in het stellen van een minimum aan regels van transparantie, die onvermijdelijk in de richting van corporate governance zullen uitgaan.

Ook andere instanties oordeelden reeds in dezelfde zin. Zo heeft het Economisch en Sociaal Comité zich in zijn advies van 22 september 1999 positief uitgelaten over de rol en de bijdrage van de maatschappelijke organisaties bij de opbouw van Europa, maar stelt het wel de vraag of liefdadige organisaties zonder duidelijke wettelijke beheersregels en regels van openbaarheid, en zonder inachtneming van regels van degelijk bestuur, zich van deze taak kunnen kwijten (2) .

De Europese Commissie stelt voorts (3) dat het wenselijk is dat er inzicht verkregen wordt in de financiële positie van de ngo's, mede met het oog op het verstrekken van subsidies door de Commissie vanuit de gedachte dat het geld van de belastingbetaler « op verstandige, economische en doorzichtige wijze moet worden besteed » en dat dit ook geldt voor het geld van privé-dotaties.

Corporate governance is een organisatorisch begrip dat in de eerste plaats de aandacht verdient van accountants. De begroting en de jaarrekening vormen een fraaie toetssteen voor de beoordeling van het beleid van de organisatie. Bij een onderneming wordt het meten van de winst gezien als een indicator voor het evalueren van het beleid van de organisatie en zijn de aandeelhouders de controlerende elementen (4) . Toezicht op zuivere besluitvormingsprocessen zijn met andere woorden voor verenigingen nog noodzakelijker dan bij een op winst gerichte onderneming, omdat de toezichthoudende elementen op die organisaties geringer zijn dan bij vennootschappen. De aandeelhouders van een vennootschap die een belang hebben bij « het behoud of de verbetering van hun financiële belang in de vennootschap » en de institutionele beleggers in een algemene vergadering van aandeelhouders, zijn de wettelijk geregelde controlerende belanghebbenden. Hun positie wordt versterkt door de introductie van de eisen van goed bestuur en fatsoensnormen van degelijk beheer welke in de financiële wereld gelden.

In een studie (5) besluit B. Wessels — bij zijn kijk op de Nederlandse non-profitsector — dat het afleggen van verantwoording op basis van vrijwilligheid geen eenvoudige aangelegenheid is. De omvang van de werking van regels van corporate governance is beperkt, indien ze vrijblijvend zijn. Verder meent hij dat de non-profitorganisatie, waarvan de overheid de overtuiging is toegedaan dat die zich moet bewerkstelligen via zelfregulering, driftig op zoek is naar parameters van geloofwaardigheid waarbinnen de organisatie kan bewegen. Hij acht het weinig waarschijnlijk dat die organisaties veel bereiken, wanneer er niet voorzien wordt in wettelijke regels omtrent transparantie.

Met dit wetsvoorstel willen de indieners een aanzet geven tot een begin van corporate governance voor non-profitorganisaties, wanneer ze een beroep doen op de bevolking om te voorzien in middelen. Een begin van transparantie in het aanwenden van de middelen via een website van de organisatie verdient de voorkeur, omdat dit conform de administratieve vereenvoudiging is. Het zijn minimumvoorwaarden welke de organisatie worden opgelegd; ze betekenen slechts een minimale inspanning voor de organisatie.

Dit begin van corporate governance kan volgens de indieners de non-profitorganisaties enkel ten goede komen. Transparantie zal uiteindelijk leiden tot algemene waardering en vertrouwen bij het brede publiek, hetgeen zal resulteren in meer giften.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

Organisaties die voor hun werking gebruik maken van giften en schenkingen moeten voldoen aan een publicatieplicht. Organisaties die op jaarbasis minder dan 5 000 euro giften van het publiek ontvangen, vallen niet onder de bepalingen. De publicatieplicht geschiedt op een eigen website van de organisatie en vergt op die manier een minimale inspanning van de organisatie; toch is de informatie zodoende voor iedereen toegankelijk. Organisaties die op jaarbasis minder dan 100 000 euro giften van het publiek ontvangen, moeten slechts melding maken van het percentage van hun middelen dat daadwerkelijk ten goede komt van de initiële doelstellingen van de organisatie. De cijfers moeten recent zijn, dit wil zeggen niet meer dan twee jaar oud. Enkel de jaren waarvoor de organisatie meer dan 5 000 euro giften ontving, tellen hiervoor mee.

Als de organisatie meer dan 100 000 euro ontving aan giften van het publiek, moet zij op haar website een vereenvoudigde resultatenrekening publiceren. Zij moet daarbij voldoen aan de minimumvoorwaarden. De Koning kan die verder aanvullen.

Hij bepaalt ook de manier waarop de publicatieplicht bij die organisaties gecontroleerd zal worden. Een degelijke controle waarborgt de betrouwbaarheid van de verstrekte cijfergegevens. Zij dient grondig te gebeuren maar geschiedt bij voorkeur met een minimum administratieve overlast.

Bij niet-naleving of het verstrekken van foute gegevens wordt aan de kleine organisatie een administratieve geldboete van 100 euro opgelegd. Dit wordt 500 euro voor de organisatie die jaarlijks meer dan 100 000 euro ontvangt. Bij herhaling volgt er een verdubbeling van de geldboete.

Artikel 3 en 4

Het principe van de publicatieplicht wordt aangevuld in artikelen 37 en 53 van dezelfde wet.

Patrik VANKRUNKELSVEN
Berni COLLAS
Margriet HERMANS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, wordt een artikel 26decies ingevoegd, luidende :

« Art. 26decies. — De vereniging zonder winstoogmerk, die voor haar werking gebruik maakt van giften en schenkingen, bedoeld in artikel 104, 3º tot 5º, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, moet voldoen aan een publicatieplicht, wanneer het totaal van de giften en schenkingen die zij in de loop van het voorgaande jaar heeft ontvangen, 5 000 euro overschrijdt.

Die publicatieplicht behelst dat zij op een eigen publiek toegankelijke website moet vermelden :

1º het percentage van het totaal aan giften en schenkingen dat rechtstreeks ten goede komt aan het doel van de organisatie, zoals vermeld in haar statuten, of waarvoor zij een beroep wil doen op giften. De publicatie van dit percentage gebeurt op de welkomstpagina van de website met vermelding van het jaar waarop dit percentage van toepassing is. Het verschil, tussen het lopende jaar en het jaar waarop het percentage betrekking heeft, mag niet meer dan twee jaar bedragen; dit percentage wordt verkregen door het totaal van de aangewende middelen voor het maatschappelijk doel te delen door het totaal van de financiële middelen die dat jaar werden ingezameld, vermenigvuldigd met 100;

2º wanneer het totaal van giften en schenkingen in de loop van het voorgaande jaar 100 000 euro overschrijdt, wordt een vereenvoudigde resultatenrekening van de organisatie gepubliceerd. Die wordt opgedeeld in de herkomst van de financiële middelen en de aanwending van de fondsen.

De herkomst van de financiële middelen wordt ten minste opgesplitst in de volgende drie rubrieken :

— inkomsten van privédonateurs of het publiek;

— inkomsten van institutionele donoren of overheden;

— andere inkomsten.

Gebruik van reserves uit het verleden of inkomsten uit partnersecties worden afzonderlijk vermeld.

Onder partnersecties wordt verstaan afdelingen van dezelfde organisatie of een zusterorganisatie in binnen- of buitenland.

De aanwending van de fondsen wordt vervolgens ten minste opgedeeld in de volgende rubrieken :

— aanwending voor sociale missie, zijnde alle directe en indirecte operationele uitgaven die rechtstreeks aangewend worden voor het doel waarvoor de organisatie is opgericht, inbegrepen sensibiliseringsuitgaven;

— andere kosten, zijnde alle kosten die de organisatie maakt, welke niet rechtstreeks aangewend worden voor het doel waarvoor de organisatie opgericht is. Die rubriek wordt verder onderverdeeld in werkingskosten, fondsenwervingskosten en fondsen verschaft aan partnersecties.

De Koning bepaalt de nadere regels omtrent de invulling van de resultatengegevens en kan bijkomende publicatieverplichtingen opleggen. Hij bepaalt eveneens de regelgeving betreffende de controle van de publicatieplicht.

Bij niet-naleving van de publicatieplicht of bij het verstrekken van foute resultatengegevens wordt de overtredende vereniging zonder winstoogmerk een administratieve geldboete opgelegd van 100 euro voor de vereniging bedoeld in het tweede lid, 1º, en 500 euro voor de vereniging bedoeld in het tweede lid, 2º. De administratieve geldboete wordt verdubbeld telkens de niet-naleving, bedoeld in vorige zin, herhaald wordt binnen de vijf jaar na een niet-naleving. De geldboete wordt opgelegd door de daartoe door de Koning aangewezen ambtenaar. »

Art. 3

Artikel 37 van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende paragraaf :

« § 9. De stichting, die voor haar werking gebruikmaakt van giften en schenkingen, bedoeld in artikel 104, 3º tot 5º, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, moet voldoen aan de publicatieplicht, bedoeld in artikel 26decies. »

Art. 4

Artikel 53 van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende paragraaf :

« § 8. De internationale vereniging zonder winstoogmerk, die voor haar werking gebruikmaakt van giften en schenkingen, bedoeld in artikel 104, 3º tot 5º, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, moet voldoen aan de publicatieplicht, bedoeld in artikel 26decies. »

Art. 5

Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

6 november 2007.

Patrik VANKRUNKELSVEN
Berni COLLAS
Margriet HERMANS.

(1) N.J.B., 7 mei 2004, afl. 19, blz. 982.

(2) Advies van het Economisch en Sociaal Comité over « de rol en bijdrage van de maatschappelijke organisaties bij de opbouw van Europa », JO, nr. C 329/10, 17 november 1999, blz. 30.

(3) Mededeling van de Commissie over « de versterking van de rol van verenigingen en stichtingen in Europa », COM (97) 0241-C40546/97.

(4) W.J. Slagter, « Corporate governance bij stichting en vereniging », S&V, 1999, blz. 44.

(5) B. Wessels, « Corporate governance : niet voor alle beursvennootschappen alleen », S&V, 1998, blz. 45-46.