4-235/1

4-235/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

1 OKTOBER 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 10 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, met het oog op de instelling van een gendertoets op de federale begroting

(Ingediend door mevrouw Sabine de Bethune c.s.)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 20 augustus 2003 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-168/1 — BZ 2003).

1. Kader : gelijke kansen stroomlijnen in het federale beleid

Dit wetsvoorstel heeft tot doel de gendertoets op de begroting wettelijk verplicht te maken. In België is de jongste jaren een aanzet gegeven tot een horizontaal gelijkekansenbeleid. Dit horizontaal beleid heeft echter nog niet op structurele wijze vorm gekregen. Er ontbreekt een wettelijk kader.

Een eerste instrument is de verplichte jaarlijkse verslaggeving aan het Parlement ingevolge de zogenaamde Pekingwet van 6 maart 1996 (stuk Senaat, nr. 1-124/1). Vervolgens heeft de Ministerraad van 19 januari 2001 elk departement van de federale regering opdracht gegeven om een of meer concrete strategische doelstellingen inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen op te stellen. Over de implementatie ervan moet eveneens jaarlijks en per departement in dit Pekingrapport verslag uitgebracht worden.

Verder zijn er een aantal parlementaire initiatieven die willen bijdragen tot een performant horizontaal beleid, met name het wetsvoorstel tot oprichting van een Instituut voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen (stuk Senaat, nr. 2-498/1) en het wetsvoorstel tot instelling van een emancipatie-effectenrapportage (stuk Senaat, nr. 2-120/1).

2. Gendergevoelig budgetteren

Het begrip « gender budgeting » gaat niet om de creatie van een aparte begroting voor vrouwen, maar wel om de analyse van alle vormen van openbare uitgaven en alle belastingen en andere financiële inkomsten en het in kaart brengen van de gevolgen en de weerslag ervan voor meisjes en vrouwen in vergelijking met jongens en mannen. (« Gender budgeting of het einde van de sekseblindheid », De draad van Ariadne, januari 2002).

Een genderspecifieke analyse kan het uitwerken van een beleid verenigen met het afstemmen van het budget en kan de regeringen helpen bij de efficiënte toepassing van hun beleid.

Een dergelijke analyse heeft drie belangrijke doelstellingen :

— de regeringen sensibiliseren over de impact van de begrotingen op de verschillende bevolkingsgroepen, vrouwen respectievelijk mannen;

— de bevolking inlichten over de verschillende weerslag op mannen en vrouwen van de uitgaven en inkomsten van de begroting;

— de efficiëntie verhogen van de besteding van de openbare middelen om de gelijkheid van de geslachten en de menselijke ontwikkeling in de hand te werken.

Statistieken over de impact van een begroting of van overheidsuitgaven op verschillende bevolkingsgroepen (man en vrouw) zijn nodig om gendervriendelijk te kunnen budgetteren. Gendergevoelig budgetteren laat de overheid toe rekenschap te geven van haar inspanningen voor gendergelijkheid en de bescherming van vrouwenrechten.

Ook de Commissie Vrouwen en Ontwikkeling schrijft in haar aanbevelingen voor het Belgische voorzitterschap van de EU dat alle begrotingen moeten geanalyseerd en toegewezen worden op basis van een bewuste en voluntaristische genderaanpak.

Het advies van de commissie impliceert :

a) op budgettair vlak :

• een genderevaluatie van het begrotingsbeleid;

• een genderspecifieke analyse van de impact van het budget;

• een gendergevoelig financieel beleid op middellange termijn;

b) op het vlak van de uitgaven :

• onderzoek om na te gaan wie daarbij echt bevoordeeld wordt;

• een analyse van de impact van de overheidsuitgaven op de levensomstandigheden van mannen en vrouwen;

c) op het vlak van de inkomsten :

• een impactanalyse.

(Een stap verder naar gelijkheid tussen vrouwen en mannen, Standpunt van de Commissie vrouwen en ontwikkeling, 2001).

Volgens Diane Elson van de University of Essex moeten acht dimensies worden geanalyseerd bij het gendergevoelig budgetteren :

(Conferentie over gender mainstreaming, 23-24 november 2000 : Messages from the conference, OECD, 2001).

• Gender-targeted expenditure : The share of expenditure targeted explicitly to women to redress inequality and special burdens.

• Gender-oriented services : The share of expenditure devoted to public services to reduce gender gaps in health, education, income and leisure.

• Gender inequality reduction rate : The share of each ministry's expenditure that is expected to reduce gender inequality.

• Women's priority income transfers : The share of expenditure devoted to income transfers to reduce inequality and dependence, e.g. child benefits, female pensions.

• Gender-balanced business support : The projected share of men and women in expenditure directed to business support in agriculture, manufacturing and services.

• Gender-balanced public contracts : The projected share (by value) of government contracts to firms owned by men and by women.

• Gender management systems : The share of expenditure devoted to women's ministries or bureaux, gender equality commissions, gender focal points, etc.

• Gender-balanced public employment : The projected share and average earnings of men and women in employment at each level or grade of public service.

3. Gendergevoelig budgetteren in de praktijk

In België werd naar aanleiding van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie op 16 en 17 oktober 2001 een colloquium georganiseerd over het thema gendergevoelig budgetteren, « Strengthening Economic and Financial Governance : Towards Gender Responsive Budgeting ». Het colloquium was een gezamenlijk initiatief van het Ontwikkelingsfonds voor de vrouwen van de Verenigde Naties (UNIFEM), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Belgische regering en de Ministerraad van de Scandinavische landen.

Voor meer informatie kan men terecht op de website van de conferentie : http://www.undp.org/unifem/gender-budgets/conference.html.

Algemeen

Volgens Noeleen Heyzer, directeur van UNIFEM, vindt de idee van gendergevoelig budgetteren geleidelijk ingang op een aantal vlakken :

(Toespraak van Noeleen Heyzer, colloquium « Strengthening Economic and Financial Governance : Towards Gender Responsive Budgeting », Brussel, 16 oktober 2001) :

• 13 OESO-landen ondersteunden al op een of andere manier gendergevoelig budgetteren in eigen land;

• Denemarken, Duitsland, Italië, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland ondersteunden gendergevoelig budgetteren binnen hun projecten ontwikkelingssamenwerking;

• De Wereldbank, DFID en ECE ondersteunden de idee van « gender budgeting ».

Australië

Australië was het eerste land ter wereld dat in 1985 een begroting invoerde die analyseerde in hoeverre de begrotingen van alle ministeries de vrouwen al dan niet ten goede kwamen. Dit initiatief ging uit van de eerste minister. Het « Bureau voor het statuut van de vrouw » coördineerde het initiatief samen met het ministerie van Financiën. Van 1985 tot 1995 hebben alle regeringsniveaus in Australië een geslachtsgebonden begrotingsanalyse ingediend.

(Gender budgeting of het einde van de sekseblindheid, De draad van Ariane, januari 2002).

Frankrijk

In Frankrijk is de regering recentelijk verplicht elk jaar een bijlage te voegen bij de begroting over de beleidsinitiatieven die bijdragen tot gelijke kansen voor vrouwen. Deze verplichting is ingeschreven in artikel 132 van de wet op de begroting van 2000 van 31 december 1999.

Artikel 132 luidt : « Le gouvernement présente chaque année, en annexe à la loi de finances, un état retraçant les crédits qui concourent aux actions en faveur des droits des femmes. »

De Filippijnen

In 1994 hebben de Filippijnen een gender- en ontwikkelingsvriendelijk beleid aangenomen. Elk lid van de regering moet minstens 5 % van het eigen budget voor gender en ontwikkeling voorbehouden. De Nationale commissie over de rol van Filippijnse vrouwen (NCRFW) ondersteunde het project en werkte hiervoor nauw samen met de actieve vrouwenbeweging. Zij ontwikkelde instrumenten voor genderanalyse en organiseerde opleidingen (Unifem-folder « Gender Budget Initiatives »).

Zuid-Afrika

Voor de verkiezingen in Zuid-Afrika in 1994, heeft een coalitie van vrouwen een Charter voor effectieve gelijkheid geschreven (« Charter for Effective Equality) dat de basis vormde voor het « Women's Budget Initiative » (WBI) twee jaar later. Door samenwerking met het Parlement en met verschillende NGO's had de WBI tegen 2000 een vijftal boeken gepubliceerd over overheidsuitgaven, macro-economisch beleid en belastingen. In 1996 werkte het WBI samen met het departement van Financiën aan de voorbereiding van een genderanalyse, die opgenomen werd in de begroting die aan het Parlement werd voorgelegd.

Zweden

In Zweden stelt elk ministerie genderdoelstellingen op en legt de hiervoor vereiste financiële middelen vast. Het ministerie van Financiën publiceert elk jaar een bijlage bij de begroting met de verdeling van de inkomsten, met onder andere de verschillen tussen mannen en vrouwen. Bovendien maakt het Zweeds departement van Statistieken officiële cijfergegevens op welke rekening houden met gender. Een genderanalyse van de begroting hangt immers af van de beschikbaarheid van gendergevoelige gegevens.

4. De gendertoets op de begroting via parlementaire vragen

Vanuit de controlebevoegdheid van het Parlement is aangestuurd op een gendertoets op de federale begroting. Indienster van dit voorstel peilt jaarlijks via parlementaire vragen aan alle leden van de federale regering naar de middelen die zij inschreven voor hun strategische doelstellingen inzake gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de begroting.

• Begroting 2000 (schriftelijke vragen nrs. 2-214 tot 2-231).

• Begroting 2001 (schriftelijke vragen nrs. 2-959 tot 2-976).

• Begroting 2002 (schriftelijke vragen nrs. 2-1672 tot 2-1688).

Voor de begroting van 2001 werd voor de verwezenlijking van de gelijke kansen van vrouwen en mannen 117,1 miljoen frank ingeschreven. Dit is 0,007 % van de federale begroting, die 1 776 miljard frank bedraagt.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de strategische doelstellingen en van de middelen ingeschreven in de begroting 2001ter verwezenlijking van de gelijke kansen van vrouwen en mannen.

De gendertoets op de begroting 2001

Minister — Ministre Vraag nr. — Question nº Strategische doelstellingen — Objectifs stratégiques Middelen ter verwezenlijking van de gelijke kansen van vrouwen en mannen — Moyens en vue de concrétiser l'égalité des chances entre les femmes et les hommes
Eerste minister, de heer Verhofstadt. — Premier ministre, M. Verhofstadt 2-959 Nihil. — Néant Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Vice eerste minister (Tewerkstelling & Arbeid, Gelijke kansen), mevrouw Onkelinx. — Vice-première ministre (Emploi, Travail, Égalité des chances), Mme Onkelinx 2-960 De integratie van de genderdimensie in projecten in verband met de informatiemaatschappij. — Intégration de la dimension de genre dans les projets relatifs à la société de l'information. Gendermainstreaming in alle richtsnoeren. — « Gender mainstreaming » dans l'ensemble des lignes directrices. 70.6 Moi 6.5 Moi 39.7 Mio Waarborg van gelijke kansen tussen mannen en vrouwen. — Garantie de l'égalité des chances entre hommes et femmes Mainstreamingcel voor de begeleiding van de verbindingspersonen van de kabinetten en de administraties in het gelijkekansenbeleid.·— Cellule « mainstreaming » chargée d'accompagner les personnes relais des cabinets et des administrations dans tout le processus d'égalité des chances Werkingskosten en subsidies. — Frais de fonctionnement et subventions
Vice-eerste minister (Buitenlandse Zaken), de heer Michel. — Vice-premier ministre (Affaires étrangères), M. Michel 2-961 Toegang van vrouwen tot de buitenlandcarrière vergroten. — Accroître l'accès des femmes aux carrières extérieures Wervingsprocedures, verlopen van de carrière, verzoenen van het professioneel en privéleven. — Procédures de recrutement, déroulement de la carrière, conciliation de la vie professionnelle à la vie privée Sensibiliseringscampagne over morele intimidatie. — Campagne de sensibilisation touchant le harcèlement moral 300 000 Kleine kosten van de initiatieven ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen. — Petites dépenses liées aux initiatives d'accompagnement pour la promotion de l'égalité des chances entre les hommes et les femmes
Vice-eersteminister (Begroting, Maatschappelijke Integratie, Sociale Economie), de heer Vande Lanotte. — Vice-premier ministre (Budget, Intégration sociale, Économie sociale), M. Vande Lanotte 2-962 Genderspecificiteit zal worden doorgetrokken in de concrete maatregelen van het Nationaal Actieplan tegen armoede. — La spécificité « gender » sera concrétisée en des mesures spécifiques dans le cadre du Plan d'action nationale de lutte contre la pauvreté. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Vice-eersteminister (Mobiliteit en Vervoer), mevrouw Durant. — Vice-première ministre (Mobilité et Transport), Mme Durant 2-963 Inspanning inzake onderzoek en gegevensverzameling op het gebied van vervoer en mobiliteit, en sensibilisering van de ambtenaren van het ministerie voor deze problematiek. — Effectuer un effort de recherche, de collecte de données dans le domaine des transports, de la mobilité ainsi que de sensibiliser les agents du ministère à cette problématique Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van de Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, mevrouw Aelvoet. — Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement, Mme Aelvoet 2-964 Doorlichting van de Gezondheidsenquête 2001 op genderaspecten. — Examen de l'enquête de santé 2001 sur l'aspect des genres Communicatie zonder taalseksismen. — Communication sans sexisme linguistique Integratie van de genderdimensie in de federale beleidsnota's van drugproblematiek en van « geestelijke gezondheidszorg ». — Intégration de l'aspect « genre » dans les notes de politique fédérale sur les drogues et sur les soins de santé mentale. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Binnenlandse Zaken, de heer Duquesne. — Ministre de l'Intérieur, M. Duquesne 2-965 Geen antwoord. — Pas de réponse.
Minister van Sociale Zaken, de heer Vandenbroucke. — Ministre des Affaires sociales, M. Vandenbroucke 2-966 Specifieke aandacht aan de zorg met betrekking tot gezondheidsproblemen waarmee vooral vrouwen worden geconfronteerd. — Attention spécifique aux soins en rapport avec les problèmes de santé auxquels sont confrontées principalement les femmes. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, de heer Van den Bossche. — Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l'administration, M. Van den Bossche 2-967 Het rekening houden met de genderdimensie bij alle etappes van het proces (van de modernisering van het openbaar ambt). — Prise en compte de la dimension de genre à toutes les étapes du processus (de modernisation de la fonction publique) Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Landsverdediging, de heer Flahaut. — Ministre de la Défense, M. Flahaut 2-968 De strategische doelstellingen voor 2001 zullen nog bepaald worden. — Les objectifs stratégiques pour l'an 2001 doivent encore être déterminés. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Landbouw en Middenstand, de heer Gabriëls. — Ministre de l'Agriculture et des Classes moyennes, M. Gabriëls 2-969 Uitbreiding van het sociaal statuut van de zelfstandigen tot de meewerkende echtgenoten. — Élargissement du statut social des indépendants aux conjoints aidants. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Justitie, de heer Verwilghen. — Ministre de la Justice, M. Verwilghen 2-970 Voordracht over stress op het werk en over ongewenste intimiteiten. — Exposés sur le stress au travail et sur le harcèlement sexuel. Project « Voorbereiding op het pensioen » en project « Combinatie werk en thuis ». — Projet « Préparation à la pension » et projet « Concilier travail et foyer » Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Financiën, de heer Reynders. — Ministre des Finances, M. Reynders 2-971 Geen antwoord. — Pas de réponse
Minister van Telecommunicatie en Openbare Participaties, de heer Daems. — Ministre des Télécommunications et des Participations publiques, M. Daems 2-972 Nihil. — Néant Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, de heer Picqué. — Ministre de l'Économie et de la Recherche scientifique, M. Picqué 2-973 Toepassing van de clausule die tot eerbiediging van de principes van gelijke kansen voor mannen en vrouwen noopt, hernomen in overeenkomsten met « grote steden ». — Application de la clause reprise dans les contrats « grandes villes » et engageant au respect des principes d'égalité des chances entre les hommes et les femmes. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken belast met Landbouw, mevrouw Neyts. — Ministre adjointe au ministre des Affaires étrangères, chargée de l'Agriculture, Mme Neyts 2-974 Het inbrengen van de genderdimensie in de internationale handelsrelaties. — Apporter la dimension du genre (« gender dimension ») dans les relations commerciales internationales. Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Staatssecretaris voor Ontwikkelingsamenwerking, de heer Boutmans. — Secrétaire d'État à la Coopération au développement, M. Boutmans 2-975 Het inbrengen van het gendergelijkheidsprincipe, door de integratie van de belangen van vrouwen in programma's en sectoren. — Accorder au principe d'égalité entre femmes et hommes un rôle central grâce à la prise en compte des intérêts des femmes dans les programmes et les secteurs. Het verlenen van directe steun aan de vrouwenbeweging in de partnerlanden. — Apporter un appui direct au mouvement des femmes dans les pays partenaires 0 Het aspect « Gender » wordt statistisch niet als indicator opgevolgd. — Statistiquement parlant, il n'y a pas de suivi de l'aspect de genre en tant qu'indicateur
Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, de heer Deleuze. — Secrétaire d'État à l'Énergie et au Développement durable, M. Deleuze. 2-976 Nihil. — Néant Nihil. — Néant Nihil. — Néant
Totaal. — Total 117.1 Mio

5. Inhoud van het voorstel

Het voorstel betreft de opstelling van een gendernota waarin de regering, enerzijds, per departement haar uitgaven ten voordele van haar acties die bijdragen tot gelijke kansen voor mannen en vrouwen uiteenzet en, anderzijds, de uitgaven onderwerpt aan een gendertoets, waarbij minstens de volgende dimensies geanalyseerd worden :

• Gendergerichte uitgaven : het deel van de uitgaven dat uitdrukkelijk op vrouwen is gericht om ongelijkheid en specifieke lasten te verminderen.

• Gendergerichte publieke dienstverlening : het deel van de uitgaven voor overheidsdiensten besteed aan het verminderen van de genderkloof op het vlak van de gezondheid, van het onderwijs, van inkomen en van ontspanning.

• Verminderingsindex van genderongelijkheid : het deel van de uitgaven van elk ministerie dat de gendermogelijkheid moet verminderen.

• Sociale tegemoetkomingen voor vrouwen : het deel van de uitgaven besteed aan sociale tegemoetkomingen om ongelijkheid en afhankelijkheid te verminderen, onder andere tegemoetkomingen voor vrouwen.

• Gendertoets op steun aan ondernemerschap : het respectieve deel voor mannen en vrouwen van de uitgaven besteed aan steun in ondernemerschap in de landbouw, ambacht en diensten.

• Genderevenwicht in overheidscontracten : het deel (in waarde) van overheidscontracten voor bedrijven dat gaat naar bedrijven van mannen of van vrouwen.

• Genderevenwichtige tewerkstelling in de overheid : het respectieve deel van mannen en van vrouwen en hun gemiddeld inkomen in de tewerkstelling op elk niveau in de overheidsdiensten.

• Positieve actie in het openbaar ambt : het respectieve deel van mannen en van vrouwen en hun gemiddeld inkomen in de tewerkstelling op elk niveau in de overheidsdiensten.

Voor dergelijke nota bestaat in ons land een recent precedent, namelijk de Zilvernota, waarin de regering haar beleid met betrekking tot de vergrijzing uiteenzet (wet van 12 juli 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds stuk Kamer, nr. 50-1269). In dezelfde wet wordt de te volgen procedure geschetst voor de opmaak van de Zilvernota. De regering moet zich hierbij onder meer steunen op het werk van een op te richten Studiecommissie voor de vergrijzing en de aanbevelingen van de afdeling « Financieringsbehoeften van de overheid » van de Hoge Raad van financiën over het begrotingsbeleid. In de algemene toelichting van de begroting voor 2002 wordt verwezen naar de Zilvernota. Gezien het tijdstip van goedkeuring van de betrokken wet was het niet mogelijk om de in de wet uitgestippelde procedure te volgen en een volwaardige Zilvernota op te stellen, maar in de algemene toelichting is er wel een hoofdstuk aan gewijd.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Dit artikel voorziet in de opname van de gendernota in de algemene toelichting bij de begroting, die volgens de bepalingen van de wetten op de Rijkscomptabiliteit uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat wordt ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Aan artikel 10 van de wetten op de Rijkscomptabibliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt een 7º toegevoegd dat het opmaken van een gendernota verplicht maakt. Deze gendernota bevat, enerzijds, per departement de uitgaven van de regering ten voordele van haar acties die bijdragen tot gelijke kansen voor mannen en vrouwen en, anderzijds, een gendertoets op de uitgaven, waarbij acht dimensies geanalyseerd worden. Deze zijn gebaseerd op de studie van professor Diane Elson van de University of Essex.

Voor de opstelling van de gendernota moet de regering het advies van de Raad voor de gelijke kansen vragen en van het Instituut voor gelijke kansen van mannen en vrouwen.

Sabine de BETHUNE
Elke TINDEMANS
Els SCHELFHOUT
Helga STEVENS
Miet SMET
Nahima LANJRI.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 10 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt aangevuld met een 7º, luidende :

« 7º een gendernota, waarin de regering, enerzijds, per departement haar uitgaven ten voordele van haar acties die bijdragen tot gelijke kansen voor mannen en vrouwen uiteenzet en, anderzijds, de uitgaven onderwerpt aan een gendertoets, waarbij ten minste de volgende dimensies geanalyseerd worden :

— gendergerichte uitgaven : het deel van de uitgaven dat uitdrukkelijk op vrouwen is gericht om ongelijkheid en specifieke lasten te verminderen;

— gendergerichte publieke dienstverlening : het deel van de uitgaven voor overheidsdiensten besteed aan het verminderen van de genderkloof op het vlak van de gezondheid, van het onderwijs, van inkomen en van ontspanning;

— verminderingsindex van genderongelijkheid : het deel van de uitgaven van elk ministerie dat genderongelijkheid moet verminderen;

— sociale tegemoetkomingen voor vrouwen : het deel van de uitgaven besteed aan sociale tegemoetkomingen om ongelijkheid en afhankelijkheid te verminderen, onder andere tegemoetkomingen voor vrouwen;

— gendertoets op steun aan ondernemerschap : het respectieve deel voor mannen en vrouwen van de uitgaven besteed aan steun in ondernemerschap in landbouw, ambacht en diensten;

— genderevenwicht in overheidscontracten : het deel (in waarde) van overheidscontracten voor bedrijven dat gaat naar bedrijven van mannen of van vrouwen;

— genderevenwichtige tewerkstelling in de overheid : het respectieve deel van mannen en van vrouwen en hun gemiddeld inkomen in de tewerkstelling op elk niveau in de overheidsdiensten;

— positieve actie in het openbaar ambt : het respectieve deel van mannen en van vrouwen en hun gemiddeld inkomen in de tewerkstelling op elk niveau in de overheidsdiensten.

Voor het opstellen van de gendernota steunt de regering op het advies van de Raad voor de gelijke kansen en op het verslag van het Instituut voor gelijke kansen van mannen en vrouwen.

10 september 2007.

Sabine de BETHUNE
Elke TINDEMANS
Els SCHELFHOUT
Helga STEVENS
Miet SMET
Nahima LANJRI.