4-225/1 | 4-225/1 |
1 OKTOBER 2007
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 20 juli 2004 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-831/1 — 2003/2004).
Volgens de Wereldfederatie van hartspecialisten kampt wereldwijd een miljard mensen met overgewicht. In België is het aantal personen met obesitas (zwaar overgewicht) sedert twintig jaar ongeveer verdubbeld, van 8 naar bijna 15 % van de bevolking.
Uit een gezamenlijk onderzoek van de Gentse en Brusselse universiteiten blijkt dat, bij het actieve deel van de Belgische bevolking tussen 35 en 59 jaar, zes op tien mannen en vier op tien vrouwen te veel wegen. Het onderzoek hanteert ter bepaling van overgewicht de Body Mass Index (BMI). De BMI wordt berekend door het gewicht te delen door de lengte in het kwadraat. Indien het resultaat tussen 25 en 30 ligt, wijst dat op overgewicht (de normale waarde is 20 tot 25), boven 30 spreekt men van obesitas. Tevens wordt aan de alarmbel getrokken wat de situatie van de kinderen betreft, indien blijkt dat één kind op tien te veel weegt.
De gevolgen van overgewicht en zeker van obesitas zijn algemeen gekend : het risico op suikerziekte, hartaandoeningen en andere hart- en vaatziekten verhoogt met een factor drie. In de strijd tegen het fenomeen overgewicht, spreekt professor Erik Muls, voorzitter van de Belgische Vereniging voor de studie van obesitas, van een « chronische ziekte ». Wanneer onze gemeenschap het opneemt voor de chronisch zieken in het algemeen, is bezorgdheid inzake opsporing en behandeling van zwaarlijvigheid meer dan verantwoord.
Zoals bij elk probleem is het doeltreffender de oorzaak aan te pakken dan de gevolgen. Het gezegde « voorkomen is beter dan genezen » geldt hier zeker. Het is dus noodzakelijk de eerste vormen van overgewicht te onderkennen en aan te pakken.
Aangezien het medisch schooltoezicht met alle schoolgaande kinderen in contact komt, kan ontluikend overgewicht daar herkend en gesignaleerd worden. Onmiddellijk na de vaststelling zou preventief moeten worden opgetreden in de vorm van een gericht advies of een programma inzake gezonde en aangepaste voeding mét concrete follow-up ervan.
Daartoe is uiteraard deskundigheid vereist. Aangezien de aandoening bij alle lagen van de bevolking voorkomt, moet de dienstverlening laagdrempelig en voor iedereen betaalbaar zijn. Derhalve is een financiële bijdrage in de kosten van de consultatie en de follow-up noodzakelijk.
Voor de meeste mensen die met overgewicht geconfronteerd worden, is het zeer moeilijk de juiste eet- en leefgewoonte te vinden. Een dieet of een gezond eetpatroon volhouden, blijkt soms een onoverkomelijke opdracht. Voor kinderen is die toestand des te erger. Veelal voelt een mens zich ondersteund door lotgenoten. Samen putten zij moed en doorzettingsvermogen uit de gemeenschappelijke strijd tegen het overtollige gewicht. Daarom is het de taak van de gemeenschap de strijd tegen die aandoening zowel materieel als moreel te ondersteunen en zelfhulpgroepen van obesitaspatiënten te erkennen.
Sinds september 2002 is de door diëtisten verleende hulp opgenomen in de lijst van verstrekkingen die van de ziekteverzekering terugbetaald worden (artikel 34, eerste lid, 7ºquater, van de ziekteverzekeringswet). Dit wetsvoorstel regelt de toevoeging van de verstrekkingen in het kader van de medische begeleiding en behandeling van overgewicht bij kinderen en obesitas bij volwassenen. In het kader van de preventie moet een onderscheid gemaakt worden tussen kinderen en volwassenen.
Sabine de BETHUNE Louis IDE Wouter BEKE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 34, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, wordt aangevuld als volgt :
« 28º de door de Koning omschreven verstrekkingen in het kader van de medische begeleiding en behandeling van overgewicht bij kinderen en obesitas bij volwassenen ».
7 september 2007.
Sabine de BETHUNE Louis IDE Wouter BEKE. |