Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

Vraag nr. 3-6958 van de heer Steverlynck d.d. 6 februari 2007 (N.) :
Pensioendienst voor de overheidssector. — Berekeningsprogramma voor pensioenen. — Gebreken.

In november 2006 verrichtte het Rekenhof een onderzoek naar de werking van PenCalc, het automatische berekeningsprogramma van de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS). Het programma werd in 1997 ontwikkeld en moet dienen als gebruiksvriendelijk instrument om pensioendossiers snel en vakkundig te behandelen vanaf de indiening van de pensioenaanvraag tot de archivering van het afgehandelde dossier.

Intussen is PenCalc acht jaar in gebruik en nog steeds vertoont het ernstige gebreken.

De kritiek van het Rekenhof luidt als volgt :

« Niet alleen zijn bepaalde categorieën overheidspensioenen niet opgenomen, ook een aantal onderdelen van de pensioenwetgeving zijn nog altijd niet geïmplementeerd. Bovendien werd een deel van de regelgeving, vooral bij wetswijzigingen, niet volledig in PenCalc geïntegreerd. Daardoor moeten bepaalde berekeningen nog altijd met de hand gebeuren.

De tot dusver gehanteerde geïntegreerde structuur van PenCalc, waarbij de gegevens en de verwerking ervan tot een pensioenberekening één geheel vormen, lijkt een logische opbouw maar heeft belangrijke nadelen. Elk dossier wordt immers bewaard als een resultaat van ingevoerde data waarop een formule is toegepast. Daardoor kunnen de gegevensbestanden niet worden aangepast zonder dat de betrokken pensioendossiers worden gewijzigd. Dit zorgt voornamelijk voor problemen bij herzieningen die uitwerking hebben na de ingangsdatum van het pensioen. Het Rekenhof stelt vast dat niet werd geopteerd voor, enerzijds een databank waarin gegevens worden ingevoerd en, anderzijds aparte rekenbladen met de formules.

In tegenstelling tot wat het systeem soms doet vermoeden, bevat PenCalc weinig interne controlefuncties voor de met de hand ingevoerde gegevens.

Bovendien worden binnenkomende gegevens niet efficiënt verwerkt. Niet alleen zijn de nodige gegevens geregeld laattijdig en onvolledig, ook de manier waarop ze worden verzameld is vaak achterhaald en de behandeling ervan zeer tijdrovend. Een doorgedreven informatisering waarbij alle data systematisch elektronisch naar de PDOS worden doorgestuurd is dringend nodig. Op die manier kan de PDOS bovendien uitgroeien tot een pensioendienst die enkel nog verantwoordelijk is voor de toepassing van de pensioenreglementering, zonder zich te moeten bekommeren om de correctheid van een aantal basisgegevens.

De PDOS communiceert nog onvoldoende in begrijpelijke taal, die door het handvest van de sociaal verzekerde is voorgeschreven. De overzichtsstaat die de PDOS aan de gepensioneerde bezorgt, bevat soms verwarrende, misleidende of foute informatie.

Ten slotte is PenCalc momenteel nog onvoldoende bruikbaar als beleidsinstrument. Door de vergrijzing van de bevolking en de daaraan verbonden stijgende kosten, is er nood aan kwaliteitsvolle prognoses, waarbij de kostprijs van bepaalde beleidskeuzes nauwkeurig kan worden becijferd. »

In een reactie hierop liet de geachte minister aan het Rekenhof weten grotendeels akkoord te gaan met de aanbevelingen. Hij plant daartoe maatregelen die een aantal opgesomde gebreken zouden verhelpen. Zo zouden de tot dusver niet in het programma opgenomen stukken regelgeving in de nabije toekomst worden geïmplementeerd. Ook zou er een interne controledienst komen en zou de leesbaarheid van de pensioenstaat worden aangepakt. Over de automatisering van de instroom van de gegevens vanuit de betrokken administraties wordt momenteel onderhandeld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoe verklaart de geachte minister het feit dat een veelgebruikt en noodzakelijk berekeningsprogramma als PenCalc na acht jaar nog steeds grote lacunes vertoont ? Op welke manier gebeurde de evaluatie gedurende de voorbije acht jaar ?

2. Welke concrete maatregelen die hij in zijn brief aan het Rekenhof vermeldde, heeft hij voor ogen ? Wanneer wil hij de maatregelen gerealiseerd zien ?

3. Hoe ver staan de onderhandelingen over de automatisering van de gegevensinstroom ? Welke beslissingen werden intussen genomen ?

4. Hoe oordeelt hij over de overige gebreken die door het Rekenhof werden aangekaart ? Wat plant hij te ondernemen om die gebreken weg te werken ? Hoe wil hij bijvoorbeeld PenCalc aanpassen zodat het optimaal gebruikt kan worden als beleidsinstrument ? Welke termijn heeft hij daarbij voor ogen ?

Antwoord : In antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen kan ik hem het volgende meedelen.

1. Het pensioenberekeningsprogramma « PenCalc » dat het voorwerp uitmaakte van het onderzoek door het Rekenhof is een onderdeel van een volledig geïntegreerd pakket aan programmamodules waarvan — naast de eigenlijke berekening en het volledige beheer van de meeste rust- en overlevingspensioenen die tot het takenpakket van de PDOS behoren — ook een deel ondersteunende programma's en modules voor het intern beheer van de instelling zelf deel uitmaken.

De eerste aanzet om dit totaalpakket te ontwikkelen werd in 1994 gegeven, na de uitvoering van een haalbaarheidsstudie. Op het vlak van pensioenberekeningen werd een eerste module in gebruik genomen in oktober 1997. Het betrof de berekening van de burgerlijke rustpensioenen. In de loop van de volgende jaren werden andere pensioenstelsels opgenomen (rustpensioenen van het onderwijzend personeel, overlevingspensioenen, anciënniteitspensioenen van het militair personeel).

Daarnaast werden ondersteunende modules zoals Idman (Identificatie), Codeman (coördinatie van graden, wedden en departementen met het oog op het beheer van de pensioenen en latere perequaties), gecontroleerd toegangsbeheer tot de applicaties, interne dossieropvolging, automatisch doorsturen van de betalingsinstructies, enz. uitgebouwd. Ook een aantal aanvullingen aan de pensioenberekening werden geprogrammeerd (toekenning en opvolging van de gewaarborgde minimumpensioenen, beperking tot het absoluut maximum, enz.). Binnenkort kan hieraan de lastenverdeling van het enig pensioen volgens de wet van 14 april 1965 die nu in testfase is, worden toegevoegd.

De grote lacunes waarnaar het Rekenhof verwijst, werden intussen in belangrijke mate verholpen. Andere onvolledigheden betreffen vooral : de dubbele berekening voor de rustpensioenen van de afgeschafte werkliedenkas, de berekening van de koloniale rust- en overlevingspensioenen en de berekening van de vergoedingspensioenen van vredestijd. De PDOS heeft aan het Rekenhof reeds meerdere malen laten weten dat de eerste twee categorieën bewust niet werden geviseerd voor automatisering (uitdovend en/of heel miniem in aantal) en de derde categorie werd vooralsnog als minder prioritair beschouwd. In zijn definitief rapport beaamt het Rekenhof dat het deze keuze verantwoord vindt.

Een aantal kleinere toevoegingen zijn nog in ontwikkeling en werden nog niet operationeel gemaakt. Voor sommige van die toevoegingen werd zelfs bewust een wachtperiode ingebouwd omdat verwacht wordt dat de wetgeving ter zake binnenkort in belangrijke mate zal gewijzigd worden.

De onvolledigheid die uit het rapport van het Hof zou blijken, is dan ook een relatief gegeven. De gebruikers van die software ervaren die mankementen in elk geval niet als een grote tekortkoming in hun dagelijkse taken. Bovendien beschikt de PDOS door de globale aanpak over een unieke en volledig geïntegreerde applicatie voor de verwerking van zowel zijn kerntaken als zijn taken inzake intern beheer. Deze aanpak verplicht echter ook tot de simultane evolutie van alle onderdelen van die applicatie teneinde de totale integriteit te kunnen blijven waarborgen.

2. Binnen de PDOS wordt op geregelde tijdstippen overleg gepleegd tussen het management en de ICT-dienst om de prioriteiten inzake automatisering te bespreken en een agenda vast te leggen. Naast de algemene automatisering die beoogd wordt in het kader van een geïntegreerde applicatie en waaronder ook PenCalc valt, moeten ook dringende bijkomende taken worden uitgevoerd. Zo worden op dit ogenblik taken uitgevoerd voor de integratie van de wet van 14 april 1965 in PenCalc, voor de digitale uitwisseling van pensioengegevens met de Rijksdienst voor pensioenen en het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, voor een uniforme grafische vormgeving van alle documenten, voor de voorbereiding van de wijzigingen in de perequatiewetgeving die recent aan het Parlement werden voorgelegd, voor de integratie van een loonberekeningsmotor voor de wedden van het personeel, voor de integratie van een budgetopvolgingssysteem en van een boekhouding voor de instelling zelf,voor gegevensuitwisseling met Medex en met de Gemeenschappelijke Dienst voor preventie en bescherming op het werk, voor het goed beheer van de ziekteverloven van het personeel, enz. De punten die het Rekenhof benadrukt, zullen in deze agenda maximaal worden ingepast.

Daarbij moet er wel rekening mee worden gehouden dat de PDOS slechts over een beperkte ploeg aan informatici beschikt. Daardoor, maar ook door het feit dat alle stappen in het ontwikkelingsproces van informaticatoepassingen strikt worden gevolgd (functionele analyse, technisch ontwerp, programmering, testen, documenteren en opleiding, in productie stellen), duurt het operationeel maken van nieuwe modules soms langer dan gepland. Ik merk trouwens op dat het Rekenhof geen enkele bemerking heeft gemaakt met betrekking tot de correctheid van de pensioenberekeningen, wat aantoont dat de kwaliteit van de ontwikkelde toepassingen op een hoog niveau ligt.

3. Inzake digitale gegevensuitwisseling werden op 25 oktober 2006 opvolgingsfiches aan het Rekenhof bezorgd waarin alle acties werden opgesomd die de PDOS sinds 2001 heeft ondernomen voor de twee proefprojecten terzake (met het departement van Landsverdediging en met de Vlaamse Gemeenschap — departementen onderwijs en administratie). Omdat het hier om onderhandelingen gaat waarbij de PDOS vragende partij is, hangt een concrete vooruitgang mede af van de bereidheid van de onderhandelingspartner. Onlangs heeft de Vlaamse Gemeenschap (onderwijs) laten weten dat zij voorlopig geen prioriteit aan dit project meer geeft en derhalve hiervoor geen kredieten meer voorziet. Voor het project Landsverdediging zal weldra een proefuitwisseling gebeuren voor stamboekgegevens.

Intussen werkt de PDOS ook actief mee aan een nieuwe piste om pro-actief digitale informatie inzake pensioendossiers in te zamelen. In het kader van het operationeel worden van de VZW SIGeDIS onderzoekt een werkgroep momenteel welke informatie zal moeten worden opgeslagen in de databank om reeds tijdens de loopbaan alle nodige loopbaan- en weddeninformatie ter beschikking te hebben en dit met een dubbel doel :

— het kunnen uitvoeren voor de personeelsleden van de openbare sector van automatische pensioensimulaties vanaf 55 jaar;

— het pro-actief ter beschikking hebben onder digitale vorm van alle nodige gegevens voor de berekening van het rustpensioen bij de aanvang ervan.

4. Zoals reeds onder punt 2 werd vermeld, werkt de PDOS constant aan de verdere evolutie en verbetering van de programma's die hij gebruikt, rekening houdende met de materiële en menselijke middelen die hem ter beschikking staan.

In een vroegere repliek werd aan het Rekenhof reeds medegedeeld dat de PDOS niet de intentie heeft om PenCalc in te zetten als instrument voor beleidsondersteuning. Hiervoor beschikt de PDOS over andere krachtige middelen zoals BusinessObjects en SAS om aan de noden inzake statistiek, analyse en studie te voldoen. Daarbij moet worden opgemerkt dat in PenCalc slechts volledig gecodeerde informatie voorhanden is voor de jaren en sectoren waarvoor de pensioenberekening met dit systeem is gebeurd. Betalingsgegevens van oudere pensioenen worden bijgehouden in de module Beheer en zijn veel onvollediger inzake codering.