Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-88

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-6556 van de heer Steverlynck van 8 januari 2007 (N.) :
Wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact. — Aanvullende pensioenen. — Omzendbrief.

De wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 voorziet vanaf 1 januari 2006 een meer gunstige fiscale behandeling van de aanvullende pensioenen die pas op de wettelijke pensioenleeftijd worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd actief is gebleven.

Voor zelfstandigen die een vrij aanvullend pensioen (VAP) hebben afgesloten, wordt in dat geval de fictieve rente niet op 100 % van het opgebouwde kapitaal berekend, maar op 80 % daarvan. En voor werknemers en zelfstandige bedrijfsleiders geldt bij de uitbetaling van het aanvullend pensioenkapitaal dan een uniform tarief van 10 %, ook op het gedeelte van het kapitaal dat door werkgeversbijdragen werd gevormd (waarvoor anders een tarief van 16,5 % geldt).

Nu rijzen er in de praktijk nogal wat interpretatieproblemen bij deze maatregel. Met name de beoordeling of iemand al dan niet minstens tot aan de pensioenleeftijd actief is gebleven blijft moeilijk. Deze onzekerheid wordt ook aangewakkerd door de onduidelijkheid van het antwoord van de geachte minister in de commissie Financiën en Begroting van de Kamer. Uit dit antwoord kon men afleiden dat iemand met een vervangingsinkomen mogelijk toch ook voor de fiscale stimulans kon in aanmerking komen (in casu ging het om het voorbeeld van een oudere werkloze die toch nog actief op zoek was naar een baan).

Op 6 juli 2006 stelde ik hierover reeds de vraag om uitleg nr. 3-1749 (Handelingen nr. 3-175, blz. 44). De geachte minister antwoordde toen dat zijn administratie een onderzoek uitvoerde naar de inhoud van de notie effectief actief blijven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd. Dit onderzoek zou zich toen reeds in een vergevorderd stadium bevonden hebben en na de afronding van het onderzoek zouden de resultaten worden meegedeeld in een omzendbrief. De administratie zou de opdracht krijgen het onderzoek zo snel mogelijk af te ronden. Ondertussen blijft de onzekerheid op het terrein aanslepen, met het risico op een verschillende behandeling van de uitkeringsgerechtigden tot gevolg.

Navraag leerde mij dat er, bijna 6 maanden later, nog geen omzendbrief zou verspreid zijn.

Graag zou ik daarom een antwoord krijgen op de volgende vragen :

1. Is het onderzoek intussen afgerond ?

2. Zo ja, wanneer zal de beloofde omzendbrief verspreid worden ? En wat is het standpunt dat daarin zal worden ingenomen met betrekking tot de notie effectief actief blijven ?

3. Zo neen, wat zijn de redenen die tot dit uitstel geleid hebben ? En wanneer zal het onderzoek dan wél afgerond kunnen worden ?

4. Hoe zullen de diverse betrokken actoren hierover ingelicht worden ?

5. Wanneer zal de omzendbrief in werking treden ? Zal ze worden ingevoerd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 of zal de omzendbrief in werking treden vanaf haar publicatie, dus zonder terugwerkende kracht ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderzoek met betrekking tot de notie « effectief actief » inmiddels is afgerond.

De interpretatie van het begrip « effectief actief » wordt toegelicht in bijlage 8 op blz. 50 tot 52 van het bericht met betrekking tot de opmaak van de individuele fiche 281.11 en samenvattende opgave 325.11 voor het inkomstenjaar 2006, Dit bericht werd op 8 februari 2007 toegestuurd aan de betrokken instellingen en kan worden geraadpleegd op de site : http ://www.fiscus.fgov.be.

In een volgend stadium zal deze interpretatie uiteengezet worden in een omzendbrief die uiteraard eveneens van toepassing zal zijn vanaf het inkomstenjaar 2006.