Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-86

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5609 van de heer Steverlynck van 30 juni 2006 (N.) :
Arbeidsongeschikte zelfstandigen. — Reďntegratie. — Cumulatie van een ziekte-uitkering met een beperkte beroepsbezigheid.

Reeds lange tijd dring ik aan op een regeling waarbij aan arbeidsongeschikte zelfstandigen de mogelijkheid geboden wordt om op een duurzame wijze een ziekte-uitkering te cumuleren met een beperkte beroepsactiviteit. Een dergelijke regeling bestaat al geruime tijd in de werknemersregeling.

Het uitblijven van zo'n regeling is een discriminatie van arbeidsongeschikte zelfstandigen tegenover arbeidsongeschikte werknemers en vormt een echte inactiviteitsval : wanneer arbeidsongeschikte zelfstandigen moeten kiezen tussen het opnieuw volledig opnemen van hun vroegere beroepsactiviteit of het behoud van hun uitkering, dan kiezen diegenen die een volledige beroepsbezigheid niet meer aankunnen, voor de zekerheid van hun uitkering.

De geachte minister vroeg hieromtrent een advies van het Beheerscomité Uitkeringen Zelfstandigen van het RIZIV. Dit Beheerscomité bracht haar advies uit op 6 december 2005, waarna u bijkomende vragen stelde aan dit adviesorgaan, dat u een antwoord verschafte op 15 maart 2006.

In antwoord op mijn vraag om uitleg van 27 april 2006 gaf u te kennen dat u alvast de intentie had het probleem aan te pakken, maar dat u het probleem eerst verder wilde laten onderzoeken (Handelingen, Senaat, 2005-2006, nr. 3-160, blz. 37). Ik stel nu vast dat u in de kamercommissie Sociale Zaken van 14 juni meedeelde dat arbeidsongeschikte zelfstandigen « binnenkort de mogelijkheid krijgen om hun beroepsactiviteit voor onbeperkte tijd deeltijds te hervatten ».

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Wat houdt de regeling die de geachte minister beoogt, precies in ?

2. Werd een oplossing gevonden voor alle praktische problemen die er tot voor kort nog waren ?

3. Wanneer zal de wettelijke regeling worden getroffen en wanneer zal ze in werking kunnen treden ?

Antwoord : Het project is ondertussen gevorderd en werd behandeld op de ministerraad van 21 december 2006.

De tekst van het antwoord dient dus gewijzigd te worden :

« De uitvoering van deze bepaling is hangende. De ministerraad heeft het ontwerp van koninklijk besluit op 21 december 2006 goedgekeurd.

Om uw vraag te beantwoorden : in de praktijk zullen zelfstandigen die als invalide zijn erkend een goedkeuring kunnen verkrijgen om een deel van hun activiteiten, inherent aan hun beroepsactiviteit, uit te oefenen.

De aanvraag zal worden ingediend door de raadgevend geneesheer van hun verzekeringsinstelling en de goedkeuring zal worden gegeven door de Medische Raad voor Invaliditeit.

Dit bijzonder statuut is voorbehouden voor zelfstandigen die voldoen aan de eisen van artikels 19 en 20 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 : deze invaliden moeten dus onbekwaam worden bevonden om de beroepsactiviteit uit te oefenen die ze uitoefenden op het ogenblik dat ze hiertoe onbekwaam zijn geworden en tevens onbekwaam worden geacht een beroepsactiviteit uit te oefenen die voor hen rechtvaardig zou zijn, rekening houdend met hun conditie, gezondheidstoestand en beroepsopleiding.

Na 6 maanden deeltijdse arbeid, zullen de bijdragen met 10 % worden verminderd.

Na 3 jaar, wanneer de inkomsten uit deze activiteit bekend zijn, zal er een regel van cumulatie worden toegepast. Het plafond van de toegestane inkomsten zal hetzelfde zijn dan datgene dat van kracht is voor zelfstandige gepensioneerden, die de toelating hebben om een beroepsactiviteit uit te oefenen.

Ik reken erop dat deze nieuwe bepaling van kracht zal worden tijdens het tweede trimester van 2007. ».