3-2084/2

3-2084/2

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

29 MAART 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van de Archiefwet van 24 juni 1955


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE C.S.

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 2. — Artikel 1 van de Archiefwet van 24 juni 1955 wordt als volgt gewijzigd :

« Archief van meer dan dertig jaar oud, bewaard door de federale wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke macht en de openbare instellingen die aan hun controle of administratief toezicht zijn onderworpen, wordt, behoudens regelmatige vrijstelling, in goede, geordende en toegankelijke staat naar het Rijksarchief overgebracht.

Archief van meer dan dertig jaar oud, bewaard door de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de gemeenten en de openbare instellingen die aan hun controle of administratief toezicht zijn onderworpen kan, in goede, geordende en toegankelijke staat naar het Rijksarchief worden overgebracht.

De ingevolge de leden 1 en 2 naar het Rijksarchief overgebrachte stukken zijn openbaar.

Archief van minder dan dertig jaar oud, dat geen nut meer heeft voor de federale overheid als bedoeld in het eerste lid, kan naar het Rijksarchief worden overgebracht.

Archief van personen, privaatrechtelijke vennootschappen en verenigingen kan, op verzoek van betrokkenen, eveneens naar het Rijksarchief worden overgebracht.

De Koning bepaalt de wijzen van overbrenging en de voorwaarden waaronder de in het eerste lid bedoelde overheden van overbrenging van hun archieven worden vrijgesteld. ».

Verantwoording

De term « Bescheiden » wordt vervangen door « archief », de meest omvattende term van de archiefterminologie.

Zie de uitgave « Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen » van de Stichting Archiefpublicaties, definitie 10 « archief : geheel van archiefbescheiden ontvangen of opgemaakt door een persoon, groep personen of organisatie ».

Eerste lid

Dit lid wordt beperkt tot de federale overheid. De federale overheid regelt hiermee het archiefbeheer van haar eigen instellingen.

Tweede lid

De Gewesten, Gemeenschappen, provincies en gemeenten zijn niet verplicht om hun archieven over te dragen aan het Rijksarchief. Ze kunnen dit wel doen. De autonomie van elk bestuur wordt hierdoor bewaard.

De Gemeenschappen en Gewesten zijn, als autonome besturen, bevoegd voor de eigen archiefdocumenten. We verwijzen naar een advies van de Raad van State van 19 oktober 1992 (stuk Kamer, B.Z.1991-1992, nr. 48 462/2) dat stelt dat : « de bevoegdheid welke ter zake van archieven aan de nationale overheid is gelaten, niet zover kan reiken dat aan het belang van het cultureel patrimonium van een Gemeenschap wordt voorbijgegaan. Een gewone wet kan aan de Gemeenschappen en de Gewesten niet het recht ontnemen om naar aanleiding van de uitoefening van de hun door of krachtens de Grondwet toegekende bevoegdheid, eigen archieven aan te leggen. Een gewone wet kan de Gemeenschappen of de Gewesten niet verplichten die archieven aan een nationale instelling over te dragen. » Het Waals Gewest heeft zijn bevoegdheid ter zake opgenomen en een advies van de Raad van State van 19 februari 1999 bij het ontwerp van het archiefdecreet van het Waals Gewest heeft die bevoegdheid expliciet erkend.

Daarenboven kent de bijzondere wet van 13 juli 2001 aan de Gewesten de bevoegdheid toe voor de « samenstelling, organisatie, bevoegdheid en werking van de provinciale en gemeentelijke instellingen ». De memorie van toelichting stelt dat deze bevoegdheid tevens de organisatie van de provinciale en gemeentelijke diensten betreft. In de bijzondere wet zijn een aantal uitzonderingen ingeschreven, maar het archiefwezen wordt niet onder die uitzonderingen opgesomd. We concluderen hieruit dat de Gewesten bevoegd zijn voor het archiefwezen van de provincies en gemeenten.

Zolang Gewesten en Gemeenschappen geen (verdere) initiatieven genomen hebben, blijft het Rijksarchief echter een goed uitgebouwde en uitgeruste plaats om archieven naar over te brengen en blijft, krachtens artikel 6 van de Archiefwet van 24 juni 1955, de Algemeen Rijksarchivaris, of diens gemachtigden, toezichthouder.

Derde lid

Alle naar het Rijksarchief overgebrachte stukken van openbare besturen dienen op eenzelfde wijze openbaar te zijn.

Vierde lid

De formulering in het vierde lid wordt beperkt tot het overbrengen van archiefdocumenten van de federale wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke macht.

Vijfde lid

Het woordje of wordt vervangen door het woordje en.

Door « of » te gebruiken, sluit men de feitelijke verenigingen uit. En dat kan niet de bedoeling zijn.

Zesde lid

Blijft ongewijzigd.

Nr. 2 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE C.S.

Art. 3

De voorgestelde bepaling in het 1º doen vervallen.

Verantwoording

Deze wijziging wordt overgenomen in de tekst van het amendement nr. 1.

Nr. 3 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE C.S.

Art. 6

In dit artikel het woord « archiefdocumenten » vervangen door het woord « archief ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 1.

Nr. 4 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE C.S.

Art. 9

De tekst van dit artikel vervangen als volgt :

« Deze wet treedt in werking op de datum waarop het koninklijk besluit betreffende de overgangsregeling, bedoeld in artikel 8, in werking treedt, en ten laatste twaalf maanden nadat de wet is aangenomen. »

Verantwoording

Op dit ogenblik is het uiterst moeilijk om artikel 8 en 9 samen te lezen. Artikel 8 bepaalt dat de Koning een overgangsregeling moet uitwerken. Dit is terecht, want de verlaging van de termijn van 100 naar 30 jaar zal heel wat praktische gevolgen hebben. Maar artikel 9 stelt dan tegelijk dat deze wet in werking treedt op de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Op het moment van publicatie zou dus de termijn van 30 jaar de regel zijn, maar heeft de Koning nog niet de mogelijkheid gehad om een overgangsregeling uit te werken, aangezien hij die opdracht ook pas kreeg op het moment van publicatie van deze wet. Daarom is het logischer om de inwerkingtreding van de overgangsregeling en van deze wet te laten samenvallen. Tegelijk is het belangrijk dat er ook een uiterste datum van inwerkingtreding wordt toegevoegd. Als ze immers enkel afhangt van een koninklijk besluit, dan bestaat het risico dat het koninklijk besluit nooit wordt genomen en dat deze wet dan ook nooit in werking treedt. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn.

Lionel VANDENBERGHE
Dany VANDENBOSSCHE
Jacinta DE ROECK
Fauzaya TALHAOUI.