Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-78

ZITTING 2006-2007

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Volksgezondheid

Vraag nr. 3-5447 van de heer Destexhe d.d. 16 juni 2006 (Fr.) :
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen. — Retributies. — Berekeningswijze.

Het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV), zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 november 2005, bepaalt het bedrag van de retributies voor de economische operatoren die goederen behandelen die onderworpen zijn aan de controle door het FAVV.

Het komt me voor dat dit besluit inhoudt dat wordt overgestapt van financiering van de controles op financiering van het Agentschap zelf.

Het resultaat daarvan is dat de bedragen van de ontvangen retributies in verhouding staan tot de duur van de prestaties van de FAVV-beambten (of het nu ambtenaren zijn of opdrachtnemers) en dus aan het persoonlijk oordeel van de controleur worden gelaten aangezien er noch een minimum, noch een maximum is vastgesteld.

De FAVV-berekeningswijze vervalst blijkbaar de concurrentie tussen de operatoren aangezien er één prijs wordt berekend voor de licentiaten en een andere voor de gegradueerden ... Bovendien kan een operator die een tweede klant bedient, dat tegen een gunstigere prijs doen dan een operator die zijn eerste klant bedient. Het tweede certificaat van een operator is immers minder duur dan het eerste ... Als twee klanten een beroep doen op dezelfde operator, dan lopen de kosten dus minder hoog op ...

Met het betalingssysteem gijzelt het FAVV bijvoorbeeld de luchthavenoperatoren, want het agentschap heeft het recht om de wachturen te factureren wanneer een vliegtuig problemen ondervindt bij het lossen, terwijl de operator 24 uur vooraf moet laten weten wanneer hij een controle wenst.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1. Wordt er een toeslag aangerekend voor nacht- of weekendcontroles ? Zo ja, waarom ?

2. Kan men nog van een dienst spreken als het om een verplichte controle gaat en als alleen de beambte beslist hoe lang de prestatie duurt ?

3. Volgens de informatie waarover ik beschik, weigeren de FAVV-kantoren categoriek te antwoorden als operatoren vragen hoe ze de retributies moeten berekenen die ze meestal aan buitenlandse operatoren factureren. Beschikt de geachte minister over aanvullende inlichtingen ter zake ?

4. Welke maatregelen worden er genomen om de onpartijdigheid te verzekeren en om na te gaan of op de verschillende controleplaatsen identieke tarieven worden aangerekend ?

5. Volgens de informatie waarover ik beschik, beschouwt men levende kreeften als vis en levende paarden als slachtvee. Waarom ? Houdt dat wel steek ? Wie beslist ? Op grond van welke criteria ?

6. Op grond van welke wet factureert het FAVV elke aanvraag om invoervergunning voor bijvoorbeeld fokpaarden en eist het een aanvraag per bestemming terwijl andere Europese landen die vergunning niet eisen ?

7. Welke financiële doelstellingen stelt het FAVV voorop ? Wat gebeurt er met het boni ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. Het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende de retributies voorziet inderdaad in artikel 3, § 1, tweede lid in een verhoging van het tarief met 50 % voor nachtelijke prestaties, een verdubbeling voor prestaties die in het weekend dienen te gebeuren en een verdrievoudiging van het tarief voor prestaties die 's nachts tijdens het weekend moeten uitgevoerd worden.

Deze verhoging wordt echter niet toegepast op keuringen in de slachthuizen gezien de specificiteit van deze activiteit.

Aangezien een retributie de kosten verbonden aan één bepaalde prestatie dekt, en de controleurs en inspecteurs van het FAVV extra vergoed worden voor nachtelijke en weekendprestaties, wordt deze verhoging van de gemaakte kosten ook doorgerekend aan een operator indien hij wil dat een controle buiten de normale werkuren gebeurt.

Te noteren valt dat nacht- en weekend prestaties, onderworpen aan deze retributies enkel op de specifieke vraag van de operator gebeuren. Door een goede organisatie binnen een onderneming kunnen dus onnodige extra kosten zeker vermeden worden.

2. De verplichte controles worden vergoed door het systeem van de heffingen. Het bedrag van deze heffingen staat in relatie tot de grootte van het bedrijf en niet tot de duur van de « verplichte » controles. De uitgevoerde controles op vraag van de operator zijn betalend via het systeem van retributies. Het bedrag van de retributies hangt af van de bestede tijd en van het opleidingsniveau van de controlerende agent.

Bij de totstandkoming van deze reglementering werd tijdens het overleg met de sectoren vastgesteld dat zij voorstander waren om zoveel mogelijk kosten onder de retributies te plaatsen. Zo dragen diegenen die baat hebben bij deze controles ook de kosten ervan.

3. Het feit dat de PCE-medewerkers geen informatie met betrekking tot specifiek te factureren bedragen doorgeven is begrijpelijk. Deze mensen zijn immers in de eerste plaats verantwoordelijk voor de praktische organisatie van de controles op het terrein.

Operatoren kunnen met al hun vragen omtrent facturatie, steeds contact opnemen met de dienst Budget en beheerscontrole van het FAVV. Hier zijn steeds mensen met specifieke kennis van zaken beschikbaar om hen verder te helpen.

Bovendien kunnen zij aan de hand van de bedragen uit het koninklijk besluit « Retributies » en de gepresteerde tijd of het aantal certificaten zelf ook al een duidelijke indicatie krijgen van de grootteorde van het bedrag dat zal gefactureerd worden. Op www.favv2006.be kunnen zij hierover ook meer info vinden.

De operatoren ontvangen elke maand een gedetailleerde factuur voor hun retributies van het FAVV.

4. Om de controles in het hele land door de verschillende controleurs en inspecteurs zo homogeen mogelijk te laten verlopen, werden verschillende maatregelen voorzien door het FAVV :

Enerzijds werden checklists ontworpen voor de verschillende soorten controles om deze zo efficiënt en uniform mogelijk te laten verlopen.

Anderzijds werd er een charter opgesteld voor de dierenartsen met opdracht (DMO) en de controleurs, respectievelijk inspecteurs. Dit behelst een engagement van deze mensen om hun taak zo goed mogelijk te volbrengen.

Indien een operator toch nog klachten heeft over de uitvoering van een bepaalde controle, kan hij dit altijd aan het FAVV melden. Dergelijke klachten worden steeds ernstig genomen en grondig onderzocht.

Tot slot dient er ook op gewezen dat een goede voorbereiding van het bezoek door de operator de nodige tijd voor de controle door de controleur behoorlijk kan inperken.

5. De wetgeving bepaalt via definities en het aflijnen van een toepassingsgebied tot welke categorie bepaalde dieren behoren.

Voor kreeften bijvoorbeeld, is dit onder andere het koninklijk besluit van 22 mei 1996 houdende de reglementering van de benamingen van visserijprodukten en verwerkte visserijprodukten.

Paarden worden wettelijk vanaf hun geboorte als voedselproducerende dieren beschouwd maar het koninklijk besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank geeft de verantwoordelijke van een paard wei de kans om zijn dier definitief uit te sluiten voor menselijke consumptie. Dit is van toepassing sinds 1 juli 2006.

6. De invoermachtigingen zijn verplicht voor alle gewervelde levende dieren en bepaalde ongewervelde dieren door een nationale wetgeving (koninklijk besluit van 11 juli 1991). De invoermachtigingen worden gefactureerd als « andere certificaten » (bijlage I, deel II van het koninklijk besluit « Retributies »).

De controles toegepast bij de in- en doorvoer van levende dieren gebeuren in uitvoering van de richtlijn 91/496/EEG van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap, omgezet in het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren en bepaalde produkten van dierlijke oorsprong, ingevoerd uit derde landen.

Voor het intracommunautair verkeer zijn de onderhandelingen met de ons naburige landen (Nederland, Groot Hertogdom Luxemburg) opgestart om de noodzaak van certificatie in vraag te stellen.

7. Het FAVV moet steeds een begroting in evenwicht hebben. Dit impliceert dat de inkomsten de uitgaven moeten dekken.

De algehele overheadkosten worden door de Overheidsdotatie gedekt terwijl de operatoren instaan voor de kosten van de controles via de heffingen enerzijds en de retributies anderzijds.

Bij de implementatie van het volledig nieuw financieringssysteem kon het FAVV uiteraard geen exclusief beroep doen op inkomstengegevens uit vorige jaren. Dit mede omdat de diverse financieringssystemen van de vroegere entiteiten te zeer verschilden. Sommige waren immers volledig zelfbedruipend terwijl andere grotendeels via staatsbudget betoelaagd werden.

De berekeningen die geleid hebben tot zowel het uurtarief als de specifieke tarieven, zijn daarom gebaseerd op de gangbare kosten verbonden aan de respectievelijke prestaties en benaderen dus sterk de realiteit.

Eind 2006 zal het hele nieuwe financieringssyteem geëvalueerd worden en zullen indien nodig maatregelen genomen worden naar de volgende jaren toe.

Indien zou blijken dat er, tegen alle verwachtigen in, toch een surplus op de begroting is, dan kan dat verrekend worden naar het volgend jaar toe.