(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Onder impuls van een groep Nobelprijswinnaars werd in 1997 een gedragscode opgesteld voor een meer verantwoordelijke wapenhandel, steunend op het bestaande internationaal recht. In 2000 werd deze gedragscode omgezet in een internationaal wapenverdrag over de handel in conventionele wapens binnen het kader van de Verenigde Naties (« Arms Trade Treaty » of ATT). Het doel van deze conventie is een geheel van internationale minimumnormen op te stellen voor een betere en meer sluitende controle op wapenhandel.
Tot op vandaag heeft de internationale gemeenschap zich in hoofdzaak toegelegd op de controle van en de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens, waarvoor nu bindende verdragen bestaan met bijhorende controlemechanismen. Nochtans zijn het de conventionele wapens en met name lichte wapens die het grootste aantal slachtoffers veroorzaken. Het internationale wapenverdrag moet hier verandering in brengen. Het wapenverdrag dringt aan op doeltreffende nationale controlemechanismen op wapentransfers. Het ontwerpverdrag moet minstens de volgende punten bevatten :
— de Verenigde Naties als algemeen kader hebben;
— een wettelijk bindend verdrag zijn opdat staten hun nationale wetgeving hieraan zouden aanpassen;
— betrekking hebben op alle conventionele wapens;
— de bestaande principes en normen inzake mensenrechten en het internationaal humanitair recht als leidraad nemen;
— in navolging van de verdragen inzake massavernietigingswapens, een uitvoerings- en controlemechanisme mogelijk maken dat strafrechtelijke sancties insluit voor staten die hun verplichtingen niet nakomen.
Het ontwerpverdrag heeft reeds de steun gekregen van de Britse, Finse en Duitse regering. België heeft voorlopig nog geen positie ingenomen met betrekking tot het ATT. Nochtans heeft België een voortrekkersrol gespeeld in de conventie van Ottawa waarin een verbod op antipersoonsmijnen werd ingesteld. Ons land kreeg hiervoor wereldwijde erkenning en waardering.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :
1. Wat is het standpunt van België met betrekking tot het ontwerpverdrag over de handel in conventionele wapens ?
2. Zal België opnieuw een voortrekkersrol spelen door dit verdrag te steunen ?
3. Welke stappen zal België ondernemen om naar dit ambitieuze wapenhandelverdrag toe te werken ?
Antwoord : 1. België en zijn EU-partners beschikken met de EU-Gedragscode inzake wapenexport over een operationeel instrument. Wij hebben er alle belang bij om de criteria die wij hanteren om destabiliserende of excessieve wapenhandel te voorkomen, te delen met zoveel mogelijk landen. Daarom is ons land ook voorstander van een multilaterale aanpak terzake. Wij steunen het concept van een internationaal verdrag inzake wapenhandel (Arms Trade Treaty) dat zulke criteria voor het controleren van wapentransfers zou bevatten. Wij hebben dit initiatief bepleit binnen de OVSE. Om het beoogde eindresultaat te bekomen zal het nodig zijn een graduele aanpak te volgen. Wij willen bijdragen tot het verbreden van de internationale consensus over « transfer control ». Wij willen bij voorkeur juridisch bindende afspraken onderhandelen, voortbouwend op de politieke engagementen inzake bijvoorbeeld markeren en traceren, brokering en de vereisten voor geldige eindbestemmingscertificaten. Ons land beschikt over een grote knowhow, zowel op theoretisch als op industrieel vlak, en zal deze ter beschikking stellen.
2. In het kader van de Verenigde Naties bestaat sinds 2001 een Actieplan inzake illegale handel in kleine wapens in al zijn facetten. België neemt actief deel aan de follow-upactiviteiten gelanceerd onder dit Actieplan. Het Actieplan bevat een aantal brede politieke richtsnoeren en een follow-upproces. De aanpak is vooral bottom up en beoogt via een graduele, stapsgewijze verdieping van de engagementen te komen tot een allesomvattend, uitvoerbaar en verifieerbaar regime. Deze aanpak vergt vastberadenheid en ambitie, maar ook zin voor realisme. De hoge standaarden die reeds bestaan op het niveau van de Europese Unie (EU) kunnen immers niet automatisch universeel getransponeerd worden. Zo bleek het helaas niet mogelijk om op de VN Expertenbijeenkomst over markeren en traceren van kleine wapens een akkoord te bereiken over het door de EU voorgestelde juridisch bindende karakter van concrete internationale afspraken terzake.
3. Regelgeving over de circulatie van lichte wapens wordt in België uitgewerkt en opgevolgd door de minister van Justitie, die u hierover ongetwijfeld meer gedetailleerde informatie kan verschaffen. In het kader van de EU volgt de Raadswerkgroep COARM de opvolging en actualisering van de EU-Gedragscode inzake wapenhandel. Ik kan u tevens melden dat ons land gebruik maakt van het voorzitterschap van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE) om aan het Verenigd Koninkrijk een platform te bieden om verdere informatie te verschaffen over haar voorstel voor een Internationaal Verdrag inzake Wapenhandel. De OVSE heeft immers eveneens een aantal interessante concepten ontwikkeld, die als nuttige building blocks kunnen aangewend worden.
4. Wanneer de kwestie zich zal stellen van een onderhandelingsmandaat voor een Internationaal Verdrag inzake Wapenhandel, zal mijn departement hierover, zoals steeds, overleg organiseren met alle betrokken administraties. Op dit ogenblik organiseert mijn departement reeds zulk overleg aangaande de bepaling van de Belgische standpunten wat betreft de opvolging van het 2001 VN-Actieplan. Coördinatievergaderingen werden georganiseerd in voorbereiding op de VN-Expertenbijeenkomsten inzake markeren en traceren van kleine wapens, die laatst nog in juni bijeenkwam, en de biennale follow-upbijeenkomst over het VN-Actieplan.