Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-69

ZITTING 2005-2006

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Vice-eersteminister en minister van Financiën

Vraag nr. 3-5077 van de heer Steverlynck d.d. 12 mei 2006 (N.) :
Moederschapshulp. — Dienstencheques voor vrouwelijke zelfstandigen.

De regering voerde een systeem in van moederschapshulp met dienstencheques voor vrouwelijke zelfstandigen. Die zouden naar aanleiding van een bevalling onder bepaalde voorwaarden recht hebben op maximaal 70 dienstencheques.

De regering had ook gewoon het bedrag van het kraamgeld en de adoptiepremie kunnen verhogen. Dat zou, in tijden van Kafkabestrijding, een administratief eenvoudige maatregel geweest zijn. Het zou de vrouwelijke zelfstandige een extra inkomen verschaft hebben (onbelastbaar bovendien), waarmee zij dan evenzogoed huishoudelijke hulp had kunnen inkopen. Maar dat heeft de regering duidelijk niet gedaan. In de plaats daarvan koos zij voor een administratief ingewikkelde regeling via dienstencheques, die heel wat minder transparant is, zodat te vrezen valt dat de cheques niet terecht komen bij iedereen die er recht op heeft.

Er is bovendien ook heel wat onduidelijkheid omtrent de fiscale behandeling van de dienstencheques. De vrouwelijke zelfstandige zou de cheques enerzijds fiscaal niet in mindering kunnen brengen, maar anderzijds zouden ze wel in hoofde van die zelfstandige belastbaar zijn. Met andere woorden, deze dienstencheques zijn, in weerwil van de wijze waarop het wordt voorgesteld, helemaal niet gratis voor de betrokken vrouwelijke zelfstandigen.

In een recent artikel in het weekblad Trends/Tendances van 9 maart 2006 wordt even gesuggereerd dat deze regeling zo zou opgezet zijn, precies met de bedoeling dat weinigen er gebruik van zouden maken.

Omdat er op het terrein hieromtrent nogal wat onduidelijkheid bestaat, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen :

1. Waarom werd niet gekozen voor de verhoging van het bedrag van het kraamgeld en de adoptiepremie in het stelsel van de zelfstandigen ?

2. Is er ondertussen binnen de regering al overeenstemming over de fiscale behandeling van deze dienstencheques, met andere woorden :

— zijn de dienstencheques die worden uitgekeerd in het kader van de regeling inzake moederschapshulp voor vrouwelijke zelfstandigen, effectief belastbaar voor de begunstigde van de vrouwelijke zelfstandigen die ze ontvangen ?

— zijn de dienstencheques die worden uitgekeerd in het kader van de regeling inzake moederschapshulp voor vrouwelijke zelfstandigen fiscaal aftrekbaar ? En onder welke voorwaarden ?

3. Is de regering zinnens de fiscale regels voor deze dienstencheques nog aan te passen ?

4. Hoeveel dienstencheques werden inmiddels al aangevraagd respectievelijk uitgekeerd, uitgesplitst per gewest ?