(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De raad van bestuur van de NMBS heeft een aantal prijswijzigingen aangekondigd van toepassing op de tarieven voor het personenvervoer vanaf 1 februari 2006. Deze prijswijzigingen gaan zover mij bekend zonder uitzondering over prijsverhogingen. Sommige verhogingen zijn relatief aanzienlijk : de Key Cards, die werden gepromoot als een populaire korte afstandsformule, zouden stijgen van 10 naar 15 euro per acht ritten (verhoging met 20 %), de 65+-tickets van 3 naar 4 euro (verhoging met 25 %). Binnen de waaier van de prijswijzigingen is er voorts een grote verscheidenheid in de omvang van de prijsverhogingen naar gelang de het type van vervoersbewijs. Het beheerscontract bepaalde ook dat een belangrijke parameter voor het aanpassen van de prijzen de evolutie van de gezondheidsindex was. Artikel 33 van Hoofdstuk VI, Het tariefbeleid, bepaalt aldus : « De prijsverhoging voor afronding van alle in punt 2ŗ vermelde vervoerbewijzen, uitgedrukt in gewogen gemiddelde volgens het volume van de verschillende uitgegeven bewijzen in de loop van het burgerlijk jaar dat voorafgaat aan de goedkeuringsdatum van de tarieven, mag hoogstens variėren tot beloop van de jaarlijkse stijging van de gezondheidsindex. De gezondheidsindex is die van de maand juni die aan de tariefverhoging voorafgaat. »
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :
1. Kan de geachte staatssecretaris bevestigen dat de aangekondigde prijswijzigingen enkel prijsverhogingen betreffen ? Staat hijzelf gunstig tegenover de relatief aanzienlijke prijsverhogingen met name als die voor de Key Cards en de 65+-tickets ? Acht hij dit sociaal ? Indien ja, waarom ? Indien niet, waarom niet ?
2. Kan de geachte staatssecretaris bevestigen dat er een grote verscheidenheid is in de prijsverhogingen naar gelang van het type van vervoersbewijs ? Indien ja, wijst dit op een wijziging in de strategische visie op het personenvervoer van de vervoersmaatschappij die zich zou doordrukken via een nieuw prijzenaanbod naar gelang het type vervoerbewijs ?
3. Met welk cijfer uitgedrukt in percent steeg de gezondheidsindex tussen juni 2004 en juni 2005 ? Met welk cijfer uitgedrukt in percent stijgen de tarieven van elk van de door de NMBS vanaf 1 februari 2006 uitgereikte types van vervoerbewijzen ? Kan de geachte staatssecretaris voor elk van de types vervoerbewijzen waarvan de prijsverhoging hoger ligt dan de stijging van de gezondheidsindex, een redelijke verklaring geven waaruit blijkt dat deze prijsverhoging gerechtvaardigd is gelet op het materieel comfort, de kwaliteit van de dienstverlening en de toename van het aantal personeelsleden ter beschikking van het cliėnteel.
4. Als ik goed ingelicht ben heeft de NMBS het over een gemiddelde stijging met 3,85 %. Hoe legt de vervoersmaatschappij uit dat zij tot dit gemiddeld cijfer komt ?
5. Wordt de sterk gestegen huurprijs voor het gebruik van de Infrabel-infrastructuur doorgerekend in de prijsaanpassingen ? Indien ja, in welke mate ? Past dit in de visie van geachte staatssecretaris over het « Sociaal Europa' ?