3-1803/1

3-1803/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

7 JULI 2006


Wetsvoorstel tot opheffing van artikel 1016bis van het Gerechtelijk Wetboek

(Ingediend door de heer Luc Willems en mevrouw Margriet Hermans)


TOELICHTING


Het Belgisch echtscheidingsrecht is niet meer aangepast aan de huidige maatschappelijke context.

Het Belgisch burgerlijk recht, en het huwelijks- en echtscheidingsrecht als onderdeel ervan, vinden hun wortels in de Code Napoléon. Onze huidige samenleving is echter nog in weinig of niets te vergelijken met de maatschappij ten tijde van de invoering van het Burgerlijk Wetboek.

Destijds was het huwelijk er vooral op gericht om een nageslacht te verwerven. Voor de meer gefortuneerden was het tevens een contract dat leidde tot het samenvoegen of minstens in stand houden van de respectieve familiefortuinen. De toenmalige wetgever wilde een al te lichtzinnige ontbinding van het huwelijk te allen prijze vermijden. Vandaar dat de echtscheiding van bij de aanvang een foutechtscheiding is geweest.

Aanvankelijk bestonden slechts drie mogelijke echtscheidingsgronden :

— Overspel;

— Grove beledigingen, mishandelingen of gewelddaden;

— De veroordeling tot een onterende straf.

De echtscheiding door onderlinge toestemming bestond wel, maar was slechts een marginaal gegeven.

De tijdsgeest is echter geëvolueerd. De maatschappelijke visie op de grondslagen van het huwelijk is gewijzigd. Gaandeweg is het huwelijk meer en meer een gevoelsmatige verbintenis geworden. Tegelijk heeft zich in verband met de mogelijke beëindiging ervan eveneens een andere benadering afgetekend. Beetje bij beetje werd aanvaard dat een huwelijk niet meer noodzakelijk een leven lang duurde.

Het echtscheidingsrecht is echter niet mee geëvolueerd. De invoering van de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding bij de wet van 1 juli 1974 was in feite niets meer dan een schuchtere poging om een vorm van schuldloze echtscheidingsprocedure op te starten.

In de artikelen 229 tot 233 van het Burgerlijk Wetboek worden tot op heden als echtscheidingsgrond vermeld :

— Overspel van de andere echtgenoot;

— Gewelddaden, mishandelingen of grove beledigingen door de andere echtgenoot gepleegd;

— Feitelijke scheiding van meer dan twee jaar;

— Echtscheiding door onderlinge toestemming.

Reeds geruime tijd gaan er stemmen op om het echtscheidingsrecht dermate te hervormen dat een schuldloze echtscheiding de regel wordt.

Alleen al tijdens deze zittingsperiode werden een achttal wetgevende initiatieven genomen, met weliswaar een aantal variaties op het thema :

— Er zijn wetsvoorstellen ingediend die naast de bestaande echtscheidingsvormen op grond van het foutbeginsel (echtscheiding op grond van feiten of na twee jaar feitelijke scheiding) en door onderlinge toestemming een schuldloze echtscheiding willen invoeren op grond van de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (1) .

— Andere wetsvoorstellen willen één enkele echtscheidingsgrond invoeren, namelijk de duurzame ontwrichting van het huwelijk (2) , met behoud van de echtscheiding door onderlinge toestemming (3) , of zelfs deels met behoud van het foutbeginsel (4) .

— Nog een ander voorstel wil het bestaande veelvoud van echtscheidingsprocedures gewoon behouden (5) .

— Het recente wetsontwerp van de regering kiest voor de invoering van de duurzame ontwrichting van het huwelijk als enige echtscheidingsgrond, met integratie van de echtscheiding door onderlinge toestemming in de gewone procedure (6) .

Het is echter opmerkelijk dat zelfs in de meest verregaande voorstellen en in het voormelde wetsontwerp van de regering, waarin men werkelijk wil evolueren naar een afschaffing van het foutbeginsel in het echtscheidingsrecht en waarin onder meer de huidige echtscheidingsgrond overspel enkel nog gekwalificeerd wordt als een gedrag dat duidt op de duurzame ontwrichting van het huwelijk, men de concrete procedure tot vaststelling van overspel behoudt.

De indiener staat een consequente houding voor. Indien men het echtscheidingsrecht wil aanpassen aan de noden van onze tijd en men niet ziende blind wil blijven ten aanzien van de gewijzigde maatschappelijke realiteit, dringt een evolutie in de richting van een schuldloze echtscheiding zich op. Parallel hiermee dient men dan ook een andere benadering van de bewijsvoering inzake echtscheiding te hanteren.

Indien in deze context overspel niet langer als een fout wordt beschouwd, maar eerder als een signaal van de duurzame en blijvende ontwrichting binnen een huwelijk, is ook de bewijsvoering inzake overspel aan herziening toe.

Concreet gezien, zijn de bepalingen van artikel 1016bis van het Gerechtelijk Wetboek, waarin de procedureregels voor het vaststellen van overspel zijn opgenomen, niet meer van deze tijd.

De echtgenoot die het overspel van de andere echtgenoot wil laten vaststellen, dient zich bij verzoekschrift te richten tot de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg. De voorzitter van de rechtbank kan een gerechtsdeurwaarder aanstellen en hem toelaten, om in het gezelschap van een politieofficier of politieagent en een slotenmaker, een bepaalde plaats of plaatsen te betreden om er de nodige vaststellingen te doen die wijzen op overspel.

Vermits geen vaststellingen mogen worden gedaan tussen 21 uur 's avonds en 5 uur 's morgens, hebben de meeste betrappingen plaats om 5 uur 's ochtends. Indien men de gezochte persoon ter plaatse niet (meer) aantreft, wordt vaak de volledige woning geïnspecteerd. Er wordt bijvoorbeeld nagegaan of het bed recentelijk aan beide zijden beslapen is geweest, of er zich kledij van de betrokken echtgenoot in huis bevindt, of zijn of haar toiletgerief in de badkamer aangetroffen wordt, enz.

De vaststelling van overspel door een gerechtsdeurwaarder is vaak een vernederende vertoning, waar de overspelige echtgeno(o)t(e) achteraf slechts schroomvallig durft over te praten.

Het plegen van overspel is weliswaar sedert 1987 uit de strafwet gelicht. Toch houden heel wat « betrapten » er, na het ochtendlijk bezoek van een gerechtsdeurwaarder, annex politieagent en slotenmaker, een tegenovergesteld gevoel aan over.

De indiener is van mening dat de overige, gebruikelijke bewijsmiddelen, zoals bijvoorbeeld geschriften en getuigenverklaringen, zouden moeten volstaan om het bewijs te leveren van overspel als uiting van de duurzame en onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.

In onze geïnformatiseerde samenleving leveren ook steeds meer echtgenoten het bewijs van overspel van hun echtgenoot aan de hand van onderschept e-mailverkeer, sms-berichten of conversaties in de zogenaamde chatboxen op het internet.

Luc WILLEMS
Margriet HERMANS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 1016bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij wet van 20 mei 1987, wordt opgeheven.

30 maart 2006.

Luc WILLEMS
Margriet HERMANS.

(1) Wetsvoorstel tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende echtscheiding, 22 januari 2004, ingediend door Bourgeois G., overgenomen door De Groote P., Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2003-2004, Doc. 51 0728/001; Wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek teneinde het echtscheidingsrecht te hervormen en de echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting in te stellen, 27 april 2005, ingediend door Wathelet M., Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2004-2005, Doc. 51 1738/001.

(2) Wetsvoorstel tot hervorming van het echtscheidingsrecht en invoering van de foutloze echtscheiding, 2 december 2003, ingediend door Coveliers H., Senaat, Zitting 2003-2004, Hand. 3-372/1; Wetsvoorstel tot hervorming van het echtscheidingsrecht en invoering van de foutloze echtscheiding, 27 januari 2004, ingediend door Taelman M. e.a., Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2003-2004, Doc. 51 0737/001.

(3) Wetsvoorstel tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende echtscheiding en tot invoering van de echtscheiding op grond van een onherstelbare ontwrichting van het huwelijk, 15 oktober 2003, ingediend door Verherstraeten S. e.a., Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2003-2004, Doc. 51 0295/001.

(4) Wetsvoorstel tot instelling van een algemene hervorming van de echtscheidingsprocedure, 23 november 2005, ingediend door Marghem M-C. en Maingain O., Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2005-2006, Doc. 51 2102/001.

(5) Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek tot hervorming van de wetgeving inzake echtscheiding, 10 november 2005, ingediend door Déom V. e.a., Doc. 51 2069/001.

(6) Wetsontwerp betreffende de hervorming van de echtscheiding, 15 maart 2006, ingediend door de regering, Kamer van volksvertegenwoordigers, Zitting 2005-2006, Doc. 51 2341/001.