3-1519/6

3-1519/6

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

10 MEI 2006


Wetsvoorstel tot oprichting van een Hoge Raad voor Deontologie van de gezondheidsberoepen en tot vaststelling van de algemene beginselen voor de oprichting en de werking van de Orden van de gezondheidsberoepen


AMENDEMENTEN


Nr. 63 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 10

In het derde lid van dit artikel, de woorden « dienvolgens door deze personen verschuldigd. » vervangen door de woorden « door deze personen of door de rechtspersonen waarvoor zij werken verschuldigd. »

Verantwoording

Van een aantal jonge artsen wordt geen bijdrage gevraagd (ontwikkelingssamenwerking) of een verminderde bijdrage gevraagd (eerste jaren van praktijk) zoals dit gebeurt voor alle artsen omwille van ziekte, leeftijd of sociale omstandigheden. De inning van de bijdrage bij niet-betaling gebeurt via de vredegerechten. Een veroordeling door de vrederechter volstaat niet altijd, daar sommige artsen zich door de rechtspersoon waarvoor zij werken een dergelijk laag inkomen laten uitbetalen dat zij in de praktijk insolvabel zijn. Het stoort zeer veel artsen dat collega's die een bloeiende praktijk hebben door een juridische constructie aan het betalen van een bijdrage ontkomen. Het ergert veel artsen en alle provinciale raden dat sommige leden al meer dan dertig jaar geen bijdrage betalen. Herhaaldelijk krijgt de Nationale Raad, die namens de Orde in rechte optreedt, te horen laf en laks te zijn door vonnissen van de vrederechters niet of slechts ten dele uit te voeren. Deze sociale onrechtvaardigheid kan op deze manier in dit wetsvoorstel verholpen worden.

Nr. 64 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 14

Het tweede lid van § 1 van dit artikel vervangen als volgt :

« Dit onderzoekscollege wordt samengesteld uit twee leden bedoeld in artikel 13, eerste lid, a) van de Raad en die met betrekking tot dezelfde zaak bij de beslissing niet deelnemen aan de stemming en uit een magistraat/advocaat.

De voorzitter van het onderzoekscollege dient een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie te zijn. »

Verantwoording

In vergelijking met het ontwerp van wetsvoorstel en het definitieve wetsvoorstel werden de interprovinciale raden niet weerhouden. Het belang van de provinciale raden neemt dus toe. In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid voorzien een onderzoekscollege aan te duiden. Dit college wordt samengesteld uit slechts twee leden waarvan ten minste één beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie. Gezien het toenemend belang van de provinciale raden zijn wij voorstander van een samenstelling uit ten minste twee verkozen leden en een magistraat/advocaat. De voorzitter van het onderzoekscollege dient een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie te zijn. Een magistraat of advocaat zal meestal niet over de technische kennis beschikken om een disciplinair onderzoek te leiden.

Nr. 65 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 16

In het eerste lid van dit artikel, het 3º vervangen als volgt :

« 3º aan de in artikel 11 bedoelde raden een model van reglement van inwendige orde voorstellen en na aanvaarding door deze raden de betrokken reglementen goedkeuren. »

Verantwoording

Een reglement van inwendige orde van de provinciale raden dat reeds door de nationale raad werd goedgekeurd, moet niet meer ter bekrachtiging worden voorgelegd van de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.

Nr. 66 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 17

In § 2 van dit artikel, het a) vervangen als volgt :

« a) beoefenaars van de betrokken categorie, verkozen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden, ten belope van de helft van de in a) tot en met d) bedoelde leden; »

Verantwoording

Met getrapte verkiezingen willen wij tegemoet komen aan de risico's verbonden aan rechtstreekse verkiezingen door alle beroepsbeoefenaars van een categorie. Rechtstreekse verkiezingen houden het grote risico in dat voor die mandaten overwegend beroepsbeoefenaars zullen verkozen worden die in de medische pers voortdurend de frontpagina halen. De naambekendheid die zij genieten gaat echter niet steeds noodzakelijk gepaard met kennis van en interesse voor de deontologie.

Wij stellen dan ook voor de leden van de nationale raden te laten verkiezen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden. Deze wijze van verkiezingen biedt meer garanties omtrent kennis van en interesse voor deontologie dan rechtstreekse verkiezingen door alle beoefenaars van een categorie.

Nr. 67 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 19

In § 4 van dit artikel, het a) vervangen als volgt :

« a) vijf beoefenaars van elke categorie, verkozen door de rechtstreeks verkozen leden van de provinciale, territoriale of gelijkgestelde raden; »

Verantwoording

Zie verantwoording van amendement nr. 66.

Nr. 68 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 17

Paragraaf 3 van dit artikel aanvullen als volgt :

« Het voorzitterschap van de afdeling komt toe aan een beroepsbeoefenaar van de betrokken categorie. »

Verantwoording

Een voorzitter die geen beoefenaar van een gezondheidsberoep is, heeft onvoldoende specifieke kennis van de deontologie van een bepaalde discipline om deze in contacten met beleidsinstanties, media en groot publiek te kunnen expliciteren.

Nr. 69 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE EN DE HEER BEKE

Art. 23

Het eerste lid van § 1 van dit artikel vervangen als volgt :

« § 1. Beslissingen in laatste aanleg gewezen, kunnen door de betrokken beroepsbeoefenaar, door de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft of door de voorzitter van de Hoge Raad en door de voorzitters van de afdelingen van de Nationale Raad voor het Hof van Cassatie worden gebracht wegens overtreding van de wet of wegens schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen. »

Verantwoording

Een voorzitter van de Raad van Beroep kan niet tegen een beslissing van de Raad die hij zelf voorzit ter verbreking naar het Hof van Cassatie gaan. De voorzitter van de Raad van Beroep dient dan ook vervangen te worden door de voorzitter van de Hoge Raad en door de voorzitters van de afdelingen van de Nationale Raad.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.