3-1654/2

3-1654/2

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

16 MEI 2006


Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van Hongkong, Speciale administratieve Regio van de Volksrepubliek China, ondertekend te Brussel op 20 september 2004


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

DE HEER LIONEL VANDENBERGHE


I. INLEIDING

De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 16 mei 2006.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken legt uit dat deze overeenkomst is tot stand gekomen in het kader van een algemene reflectie over de behoefte tot rechtszekerheid inzake de samenwerking in strafzaken tussen beide Staten. De wederzijdse rechtshulp in strafzaken wordt verdiept.

III. ALGEMENE BESPREKING

De heer Roelants merkt op dat de overeenkomst nog niet geratificeerd werd door de regering van Hong-Kong (zie stuk Senaat, nr. 3-1654/1, blz. 2).

De vertegenwoordiger van de minister van Justitie bevestigt dit.

De heer Wille wijst erop dat dit wel zou kunnen liggen aan de druk die Peking uitoefent op de regering van Hong-Kong. Het vergemakkelijken van de rechtsgang in Hong-Kong is van groot belang omdat de vennootschappen in ons land en in de Europese Unie de voorkeur geven aan vennootschappen naar het recht van Hong-Kong, om te handelen op het Chinese vasteland. Dit wordt gedaan om reden van fiscaal recht en van intellectueel eigendomsrecht. Vaak krijgt men gelijk voor een rechtbank in Hong-Kong maar op het Chinese vasteland is dit moeilijker afdwingbaar.

Spreker betreurt dat de Belgische regering de daadkracht van ons Consulaat-generaal in Hong-Kong verminderd heeft. Het is, volgens het lid, een verkeerd signaal op het verkeerde moment.

Hij is van oordeel dat het openen van een consulaat-generaal in Kanton een goede zaak is, maar het mag niet ten koste gaan van ons consulaat-generaal in Hong-Kong.

Het zakelijk belang van Hong-Kong, voor de Zuidelijke provincies van China in het kader het vrijhandelsakkoord tussen China en Hong-Kong (CEPA) is immers zeer groot.

De heer Lionel Vandenberghe is van mening dat deze suggestie van de heer Wille kan overgemaakt worden aan de minister van Buitenlandse Zaken.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken antwoordt dat dit zal gebeuren.

IV. STEMMINGEN

De artikelen 1 en 2 alsook het wetsontwerp nr. 3-1654/1 in zijn geheel worden eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit rapport.

De rapporteur, De voorzitter,
Lionel VANDENBERGHE. François ROELANTS du VIVIER.

De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp (stuk Senaat, nr. 3-1654/1 - 2005/2006)