Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-60

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Vraag nr. 3-3382 van mevrouw Hermans van 29 September 2005 (N.) :
Aidsbestrijding. — Uganda. — Houding Verenigde Staten.

Een belangrijke internationale organisatie in de strijd tegen aids heeft haar hulp aan Uganda gestaakt wegens ernstig financieel mismanagement. Dat Afrikaanse land is de afgelopen jaren veelvuldig geprezen voor zijn aidsbestrijding. Onlangs waren er echter diverse indicaties dat het beleid in Uganda onder druk staat.

Het Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria verklaarde zich ernstig zorgen te maken over de gang van zaken bij een Ugandese regeringsinstantie bij wie de donaties van het Global Fund terechtkomen. Er is nog geen aanwijzing voor corruptie of fraude, maar er is wel « bewijs voor onbehoorlijke onkosten en onjuiste boekhouding ».

Verder zouden er in Uganda nauwelijks condooms verkrijgbaar zijn, omdat de regering onder druk van Washington de verstrekking van gratis condooms zou hebben beperkt.

De Amerikaanse regering benadrukt in voorlichtingsprogramma's seksuele onthouding om de ziekte te voorkomen. De belangrijke rol van condooms wordt geminimaliseerd.

De speciale gezant van de Verenigde Naties voor aids in Afrika, Stephen Lewis, gaf gisteren te kennen dat de houding van de Verenigde Staten rampzalig is voor de bestrijding van aids.

België levert reeds enige tijd bijzondere inspanningen in de strijd tegen aids in Afrika.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Kan de geachte minister een overzicht geven van de hulp die België levert in de strijd tegen aids in Uganda en heeft hij garanties dat het geld correct wordt aangewend ? Is er hier sprake van onbehoorlijke onkosten en onjuiste boekhouding en zo ja, welke stappen gaat hij ondernemen ?

2. Zijn er indicaties op het terrein die de stelling van de speciale gezant van de Verenigde Naties voor aids in Afrika Stephen Lewis bevestigen, als zou het benadrukken van seksuele onthouding vanwege de Verenigde Staten nefaste gevolgen hebben voor de strijd tegen aids in Afrika en Azië ?

3. Welk beleid voert België inzake de internationale strijd tegen aids en dan in het bijzonder wat betreft seksuele onthouding, voorlichting en het gebruik van condooms ?

4. Gaat de geachte minister akkoord met de stelling dat het beste middel in de strijd tegen aids het verspreiden en aanwenden van condooms is ?

Antwoord : In 2004 bedroeg de steun van België aan Oeganda voor zowel de directe als de indirecte (NGOs, WOB/APEFE of Universiteiten) samenwerking 6 383 000 euro. Specifieke hulp aan aids-projecten wordt er echter niet gegeven, ook al omdat er hiervoor veel, vooral Amerikaanse, fondsen beschikbaar zijn. Dit neemt niet weg dat verschillende door België ondersteunde projecten een transversale aids-componente bevatten.

Zo ijvert het Belgisch Overlevingsfonds (BOF) dat in 2004 350 000 euro besteedde in Oeganda, al gedurende verschillende jaren voor een geïntegreerde aanpak. Bovendien gaf het BOF in 2000 een dotatie van 350 000 euro voor 4 jaar aan de nationale NGO Ugandan Women's Efforts to Save Orphans (UWESO). UWESO, dat voorgezeten wordt door de First Lady, behartigt de opvang van vooral aids-wezen.

De controle door het BOF gebeurt op verschillende niveaus : a) jaarlijks bezoekt de attaché, verantwoordelijk voor de BOF-projecten en gebaseerd in Kampala, de projecten om ze indien nodig bij te sturen en te controleren; b) de verplichte jaarlijks narratieve en financiële rapporten worden door zowel het BOF als het Rekenhof nagezien, c) halverwege het project is er een tripartiet overleg tussen het BOF, de Oegandese partner en de projectuitvoerder (de BTC, een NGO of de multilaterale organisatie).

Dergelijke controlemechanismen zijn ook ingebouwd in de andere projecten. Tot nog toe is er geen sprake geweest van onbehoorlijke kosten of onjuiste boekhoudingen.

Zowel de Oegandese regering als de ontwikkelingspartners vragen reeds jaren dat alle hulp via de normale Oegandese kanalen zou gegeven en uitgevoerd worden, zonder parallelle kanalen te creëren. Aldus kan de regering in overleg met de donoren de juiste prioriteiten bepalen op nationaal en sectoraal vlak en een correcte verdeling van de financiering in het land verzekeren. De bedoeling hierbij is de eigen Oegandese monitoring en controlemechanismen te gebruiken en zeer belangrijk, te versterken. België overweegt in dit kader sectorale steun te geven aan het ministerie van Volksgezondheid.

De beslissing om grote verticale programma's te financieren wordt vaak genomen in internationale fora. Maar al te vaak houdt ze echter te weinig rekening met de bestaande (beperkte) nationale capaciteiten, en slaat ze slechts op een gedeelte van de sectorale prioriteiten en behoeften. Door via projectmanagement eenheden buiten de geijkte mechanismen te werken kan deze financiering de nationale budgetten en instituten ontwrichten. Zo werd in Oeganda een projectmanagement eenheid opgericht binnen het ministerie van Volksgezondheid voor de uitvoering van projecten van het Wereld Fonds voor de bestrijding van aids, tuberculose en malaria. Deze nieuwe eenheid bestond uit een 15-tal personen, vooral medische staf, die op korte tijd een massa geld moesten verwerken. Dit was duidelijk een uitnodiging tot slecht beheer. Ook politici hebben de kans gezien om via deze extra fondsen bepaalde personen en organisaties te bevoordelen. De donoren stonden volledig achter de onderzoeken betreffende het ernstig slecht beleid. Ondertussen werd een nieuwe overeenkomst ondertekend tussen het Wereld Fonds, het ministerie van Financiën en het overkoepelende Country Coordinating Mechanism (CCM). De projectmanagement eenheid is nu gevestigd binnen het ministerie van Financiën, en een nauw toezicht is verzekerd door het CCM waarin de civiele maatschappij sterk vertegenwoordigd is.

UNAIDS verwijst in haar preventiestrategie (2005) naar een recente studie die het grote belang van HIV-preventie aantoont. Aidsbehandeling alleen zou op het aantal nieuwe HIV gevallen en aids-sterfte tegen 2020 een zeer gering of zelfs een negatieve impact hebben. De impact van HIV-preventie daarentegen zou groot zijn, en het grootst wanneer ze vergezeld gaat met een behandeling. UNAIDS waarschuwt daarom tegen verslapping van preventie en stelt dat ze moet steunen op bewezen werkzaamheid, ook onder lokale omstandigheden.

Amerikaanse financieringen trachten echter andere accenten te leggen. Ook de Oegandese President beklemtoont meer en meer eenzijdige abstinentie en trouw, wat onlangs nog hevige discussies uitlokte in Oeganda. Want de officiële Oegandese politiek handhaaft nog steeds de drievoudige strategie van abstinentie, trouw en een correct en consistent gebruik van condooms, de zogenaamde ABC strategie (Abstain; Be faithful; and correct and consistent use of Condoms). Ook de agentschappen van de Verenigde Naties (UNFPA, UNAIDS, WHO) en de overige donoren benadrukken deze drievoudige aanpak.

Er zijn in het begin van dit jaar problemen geweest met de kwaliteit van een partij van 20 miljoen condooms. Deze uit de markt nemen en het vertrouwen herstellen was een moeilijke opdracht. De coördinatie en goede planning van aankoop, levering en tijdige verspreiding, waarvoor het ministerie van Gezondheid verantwoordelijk is, loopt nog steeds mank. Dit is mede het gevolg van de aanwezigheid van meerdere projecten en actoren, die elk volgens hun eigen methode, aankopen en leveren. Dit leidt automatisch tot onduidelijkheid, misbruik en tekorten in de bevoorrading. UNFPA zou hierin een pro-actieve rol kunnen spelen tegenover het ministerie van Volksgezondheid. De donorgroep gezondheid heeft dit expliciet gevraagd aan deze organisatie. Ook het UNFPA hoofdkwartier in New York zou dit meer moeten beklemtonen.

België heeft actief deelgenomen aan de opstelling van de preventiestrategie van UNAIDS. België onderschrijft de hierin vermelde principes : nadruk op mensenrechten en gelijkheid van man en vrouw; aanpassing van het beleid aan lokale omstandigheden; steunen op waarnemingen; allesomvattend bereik nastreven; lange termijn aanpak van preventiediensten en onderzoek; ervoor zorgen dat het bereik, de schaal en de intensiteit van preventieprogramma's een kritisch verschil uitmaken; participatie van gemeenschappen en van HIV-positieve mensen. In deze preventiestrategie hebben zowel abstinentie, trouw als consistent condoomgebruik een plaats in de bestrijding van aids. Naast dit alles is er ook dringend nood aan meer onderzoek naar preventiemiddelen, zoals microbiciden en vaccins.

Deze recente trends tonen aan dat de drie elementen van het ABC, met name trouw, abstinentie en consistent condoomgebruik elkaar versterken en niet los van elkaar mogen gezien worden, reden waarom UNAIDS een globale aanpak poneert. Deze bevindingen laten eveneens zien dat de stelling dat condooms het beste middel is in de strijd tegen aids wellicht even polemisch is als de tegenovergestelde stelling dat er geen plaats is voor condooms.