3-1519/5

3-1519/5

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

26 APRIL 2006


Wetsvoorstel tot oprichting van een Hoge Raad voor Deontologie van de Gezondheidsberoepen en tot vaststelling van de algemene beginselen voor de oprichting en de werking van de Orden van de gezondheidsberoepen


AMENDEMENTEN


Nr. 39 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

(Subamendement op amendement nr. 34)

Art. 3

Dit artikel wijzigen als volgt :

A. Het tweede lid van § 3 van dit artikel vervangen als volgt :

« De Koning spreekt zich uit binnen zes maanden vanaf het tijdstip waarop zowel de ontwerpen van regelen van deontologie als het advies van de Hoge Raad zijn medegedeeld aan de minister. »

B. Het derde lid van § 3 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Dit subamendement beoogt een meer gevatte weergave van de bepalingen.

Nr. 40 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

(Subamendement op amendement nr. 9)

Art. 3

Na het voorgestelde tweede lid van § 4 van dit artikel, een nieuw lid invoegen, luidende :

« De Code wijst tevens op het belang van een verantwoorde besteding van de middelen die door de gemeenschap ter beschikking zijn gesteld van de gezondheidszorg. »

Verantwoording

Zie toelichting bij artikel 3, § 4, van het wetsvoorstel.

Nr. 41 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 4

Tussen het eerste lid en het tweede lid van § 4 van dit artikel, een lid invoegen, luidende :

« Een lid dat zijn beroepsactiviteit hoofdzakelijk uitoefent in het Vlaamse Gewest of op een Nederlandstalige taalrol ingeschreven is, wordt als Nederlandstalig beschouwd.

Een lid dat zijn beroepsactiviteit hoofdzakelijk uitoefent in het Waalse Gewest of op een Franstalige taalrol ingeschreven is, wordt als Franstalig beschouwd.

Een lid dat zijn beroepsactiviteit hoofdzakelijk uitoefent in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest geeft zelf aan of hij Nederlands- of Franstalig is, tenzij hij op een taalrol ingeschreven is. De keuze die het lid maakt is eenmalig en dient desgevallend overeen te stemmen met deze zoals bedoeld in artikel 20, § 1 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken. »

Verantwoording

Zie het advies van de Raad van State, opmerking 11.

Nr. 42 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 8

Het eerste lid van § 2 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerkingen 15 en 16.

Nr. 43 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 8

In § 3 van dit artikel de tweede volzin doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 17.

Nr. 44 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 12

In het 1º, tweede lid, van dit artikel de woorden « bepaald bij » vervangen door « bedoeld in ».

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 20.

Nr. 45 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 12

In het 1º, zesde lid, van dit artikel, de woorden « of tot uitstel » vervangen door de woorden : « , tot uitstel of tot behoud onder beperkende voorwaarden ».

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 22.

Nr. 46 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 12

Dit artikel wijzigen als volgt :

A. Het 2º van dit artikel doen vervangen;

B. De aanhef van dit artikel vervangen als volgt :

« De in artikel 11 bedoelde raden, hierna « de Raden » genoemd, hebben als opdracht de lijst van hun orde op te maken. »;

C. De woorden : « 1º het opmaken van de lijst van hun orde » doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies van de Raad van State om artikel 12 in twee te splitsen. Opmerking 18.

Nr. 47 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 12bis (nieuw)

Een artikel 12bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 12bis. — De in artikel 11 bedoelde raden, hierna in dit hoofdstuk « de Raden » genoemd, hebben evenzeer als opdracht te waken over het naleven van de deontologie van de betrokken categorie van gezondheidszorgberoepen, met inbegrip van de code, zoals bedoeld in Titel II.

Te dien einde worden de Raden ermee belast :

a) uit preventieve overwegingen, op eigen initiatief of op verzoek van een lid, advies te verlenen over alle aangelegenheden van deontologie. De Raad maakt de vraag om advies over aan de Nationale Raad van de betrokken Orde en aan de Hoge Raad indien deze betrekking heeft op de grondbeginselen zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 1º;

Alvorens aan de leden enig advies te verlenen, maakt de Raad het ontwerp van advies over aan de Hoge Raad en de Nationale Raad van de betrokken Orde. Het advies mag worden verleend voor zover de voorzitter van tenminste één van de beide bedoelde raden niet binnen de maand na de ontvangst van het ontwerp aan de Raad hebben medegedeeld dat zij de aangelegenheid aan hun raad zullen voorleggen op grond van de bevoegdheden van deze organen.

De Raden mogen eveneens ambtshalve advies vragen aan de Nationale Raad en aan de Hoge Raad;

b) op verzoek van elke belanghebbende te bemiddelen tussen beoefenaars van dezelfde categorie onderling en tussen beoefenaars enerzijds en derden, waaronder patiënten, instellingen of verenigingen, anderzijds, teneinde geschillen inzake deontologie op te lossen;

c) ambtshalve, ingevolge een klacht door een belanghebbende of na melding door de Procureur des Konings na een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke uitspraak of na melding door een andere bevoegde instantie, kennis te nemen van elke zaak en deze hetzij zonder gevolg te rangschikken hetzij een tuchtrechtelijke sanctie op te leggen zoals bedoeld in deze wet;

d) de bevoegde overheden kennis te geven van de daden van onwettige uitoefening van het gezondheidszorgberoep waarvan zij kennis hebben;

e) vast te stellen of de overeenkomsten die de beoefenaars met betrekking tot de uitoefening van hun beroep onder elkaar of met derden afsluiten, verenigbaar zijn met de regelen van deontologie. De Koning kan nadere regelen bepalen met betrekking tot deze bevoegdheid;

f) gevolg te geven aan elk verzoek om advies vanwege de hoven en rechtbanken omtrent betwistingen betreffende honoraria;

g) op gezamenlijk verzoek van de belanghebbenden in laatste aanleg te beslissen over alle geschillen betreffende de door de beoefenaar aan zijn cliënt gevraagde honoraria, behoudens bedingen tot toekenning van bevoegdheid die neergelegd zijn in overeenkomsten of verbintenissen gesloten inzake de verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen.

h) om een repertorium bij te houden met al de door de Raad gegeven adviezen, dat voor de op de lijst opgenomen beoefenaars toegankelijk is.

Voor de uitoefening van zijn bevoegdheid bedoeld in c), van het vorige lid, heeft de Raad gezag en rechtsmacht over de beoefenaars die zijn ingeschreven op een lijst van een Orde en over een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of een derde land niet-lidstaat met een gelijkgesteld diploma, die in een ander land als arts gevestigd is en die een dienstverrichting uitoefent in het ambtsgebied van deze Raad. »

Verantwoording

Zie advies van de Raad van State om artikel 12 in twee te splitsen. Opmerking 18.

Nr. 48 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 14

In § 1, tweede alinea van dit artikel, de woorden « bij de beslissing niet deelnemen aan de stemming » vervangen door de woorden « niet deelnemen aan de behandeling van de zaak door de betrokken Raad. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 23.

Nr. 49 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 14

§ 2 van dit artikel aanvullen als volgt :

« Bij mislukken van de bemiddelingspoging neemt de bemiddelaar niet langer deel aan de behandeling van de zaak door de betrokken Raad. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 24.

Nr. 50 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 17

In § 2, e) van dit artikel, het woord « magistraat » vervangen door « beroepsmagistraat ».

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 26.

Nr. 51 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

In § 1, eerste, tweede en derde lid, van dit artikel, de woorden « bedoelde Raad » vervangen door « bedoelde Raden ».

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 29.

Nr. 52 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

In § 1, tweede lid, van dit artikel, de woorden « lid van de in artikel 11 bedoelde Raad die hierbij gezamenlijk optreden, of de voorzitter van de Raad van eerste aanleg, » doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 30.

Nr. 53 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

Het eerste lid van § 3 van dit artikel vervangen als volgt :

« De Raad van Beroep wordt opgericht bij de Hoge Raad en heeft als opdracht kennis te nemen van en uitspraak te doen in hoger beroep over de beslissingen van de in artikel 11 bedoelde Raden en van de Raad van eerste aanleg. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 28, 31 en 32.

Nr. 54 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

Paragraaf 4 van dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidende :

« De Raad van Beroep spreekt zich in eerste en laatste aanleg uit over betwistingen in verband met de verkiezingsverrichtingen met betrekking tot zijn leden bedoeld in het eerste lid, a). In dat geval nemen enkel de leden bedoeld in het eerste lid, b) en c), deel aan de beraadslaging. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 31.

Nr. 55 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

Aan § 5 van dit artikel de volgende bepaling toevoegen :

« De Koning bepaalt op welke wijze de tweetaligheid van de (adjunct-)griffier wordt aangetoond. »

Verantwoording

Zie opmerking 33 van het advies van Raad van State.

Nr. 56 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 19

In dit artikel worden de paragrafen vernummerd als volgt :

§ 1 wordt § 5;

§ 2 wordt § 6;

§ 3 wordt § 1;

§ 4 wordt § 2;

§ 5 wordt § 3;

§ 6 wordt § 4.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 28.

Nr. 57 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 21

Het eerste lid van dit artikel vervangen als volgt :

« In geval een eindbeslissing van de in artikel 11 bedoelde Raden, de Raad van eerste aanleg en de Raad van Beroep bij verstek wordt genomen, kan door de betrokken beoefenaar verzet worden gedaan. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 34.

Nr. 58 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 23

In § 1, eerste lid, van dit artikel, de komma tussen de woorden « beroepsbeoefenaar » en « door » vervangen door « of » en de woorden « of door de voorzitter van de Raad van Beroep » doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 35.

Nr. 59 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 23

Paragraaf 1 van dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidende :

« De Procureur-Generaal bij het Hof van Cassatie kan zich in cassatie voorzien in het belang van de wet. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 36.

Nr. 60 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 27

Het tweede lid van § 1 van dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 37.

Nr. 61 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 27

Paragraaf 2 van dit artikel vervangen als volgt :

« Voor de straffen zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 1º, 2º en 3º, kunnen de bevoegde raden voorzien in het opleggen van een alternatieve of van een aanvullende straf, voor zover deze het maatschappelijk nut dient en in verband staat met het door de gesanctioneerde veroorzaakte leed.

Deze straf mag in totaal niet minder dan 20 uren en niet meer bedragen dan 120 uren onbezoldigd gemeenschapswerk in een rust- of verzorgingstehuis, een psychiatrische instelling of een instelling voor jongeren met drugsproblemen. »

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 38.

Nr. 62 VAN DE HEER VANKRUNKELSVEN EN MEVROUW VAN de CASTEELE

Art. 28

In § 1, van dit artikel, het woord « , in » vervangen door het woord « van ».

Verantwoording

Zie advies Raad van State, opmerking 39.

Patrik VANKRUNKELSVEN
Annemie VAN de CASTEELE.