3-1529/1

3-1529/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

25 JANUARI 2006


Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzake de fiscale aftrekbaarheid van renovatie- en aanpassingswerken door de eigenaar-verhuurder

(Ingediend door mevrouw Mia De Schamphelaere en de heer Wouter Beke)


TOELICHTING


« Belgen worden geboren met « een baksteen in de maag ». Een eigen woning is hun droom en voor een belangrijk aantal blijft het dat. Sommige armen zetten de stap, tegen beter weten in. Met een kleine som geld tikt men een bouwvallig pand op de kop. Renovaties moeten wachten tot men het grote lot wint en dat gebeurt natuurlijk niet.

Anderen trekken rond op de huurmarkt. Met een lichte portemonnee zoeken ze een plaats in tweede klasse. Ze huren een woning, verdieping of kamer van magere kwaliteit; soms moeten ze het stellen met een matras. In alle gevallen leeft men in een zeer ongezonde omgeving en die heeft nefaste gevolgen op alle andere vlakken.

De woonsituatie voor een aantal kansarmen is drastisch verslechterd : steeds meer mensen wonen in garageboxen, wonen zonder ramen, zonder behoorlijke sanitaire voorzieningen. De woonomstandigheden van de armen vormen een weinig stimulerende omgeving voor het onderwijs van de kinderen, de jobmogelijkheden van de ouders, de sociale contacten en de gezondheid van het hele gezin. Een minderwaardige huisvesting verhoogt, rechtstreeks of onrechtstreeks, het armoederisico ».

(Moeder waarvan leven wij ? Over armoede in België, Danielle Dierckx, OASeS Cera Foundation).

Huisvesting is een belangrijk domein binnen de armoedebestrijding.

Armoede betekent dat men wordt uitgesloten van allerlei grondrechten, dus ook van het grondrecht huisvesting.

Armoede en de huisvestingssituatie zijn nauw verbonden en hebben een wederzijdse invloed. Armoede bepaalt de woonsituatie, de hoge prijs en de slechte woonsituatie zorgt voor bijkomende problemen, onder meer op gezondheidsvlak, zowel fysisch als psychisch.

Het wordt steeds moeilijker het recht op wonen te realiseren. De woon- en huurprijzen stijgen gemiddeld meer dan het inkomen.

Een groot deel van het woningbestand in onze steden en gemeenten staat leeg of is niet meer aangepast aan de huidige behoeften.

Die realiteit moet in het kader van de grote vraag naar beschikbare woningen worden aangepakt.

Enerzijds is het tekort op de huurmarkt aan beschikbare en betaalbare woningen met een goede prijs-kwaliteitverhouding één van de grote klachten van mensen met een laag inkomen.

Anderzijds beschikken eigenaars niet altijd over de nodige mogelijkheden om hun eigendom van het noodzakelijke comfort (minimaal klein comfort, cf. De Vlaamse Wooncode) te voorzien.

Een fiscale maatregel waarbij de eigenaar de prijs van de renovatie en/of aanpassingswerken kan inbrengen, op voorwaarde dat hij zich tot een verhuring via de socialeverhuurkantoren en tot een redelijke huurprijs voor een minimumperiode van negen jaar verbindt, geldt als mogelijke oplossing.

Op die manier zou een gedeelte van het private patrimonium beschikbaar worden voor sociale verhuring én beantwoorden aan een reële maatschappelijke behoefte.

Tevens zouden de eigenaars noodzakelijke onderhoudswerken sneller laten uitvoeren en dit kan alleen maar de kwaliteit van de woning ten goede komen.

Op termijn zal de voorgestelde regeling maatschappelijk een financieel voordeel opleveren : minder nood aan bijkomende sociale woningen, een goed onderhouden private huurmarkt én kwalitatief betaalbare huurwoningen.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet

Art. 2

In titel II, hoofdstuk III, afdeling I van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt een opschrift « Onderafdeling IIdecies — Vermindering voor uitgaven voor woningen die worden verhuurd via een socialeverhuurkantoor » een artikel 145/29 ingevoegd, luidende :

« Art. 145/29. — Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die tijdens het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald voor de vernieuwing van een woning die voor minstens negen jaar wordt verhuurd via een socialeverhuurkantoor en waarvan de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is.

De belastingvermindering wordt verleend onder de volgende voorwaarden :

1º de woning is op het ogenblik van de aanvang van de werken sedert ten minste vijftien jaar in gebruik genomen;

2º de totale kostprijs van de werken, inclusief de belasting over de toegevoegde waarde, bedraagt ten minste 2 500 euro;

3º de dienstverrichtingen met betrekking tot die werken worden verricht door een persoon die op het ogenblik van het sluiten van het aannemingscontract als aannemer is geregistreerd overeenkomstig artikel 401.

De belastingvermindering is niet van toepassing op uitgaven die :

a) in aanmerking komen voor de bepaling van de verantwoorde beroepskosten;

b) recht geven op de in artikel 69 vermelde investeringsaftrek;

c) in aanmerking komen voor de toepassing van artikel 104, 8º, of 145/24.

De belastingvermindering is gelijk aan 30 pct. van de werkelijk gedane uitgaven.

Het totaal van de belastingvermindering mag per belastbaar tijdperk niet meer dan 1 500 euro per woning bedragen.

Bij een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het aandeel van elk der echtgenoten in het kadastraal inkomen van de woning waaraan de werken zijn uitgevoerd.

De Koning bepaalt de aard van de in het tweede lid, 3º, bedoelde dienstverrichtingen en de toepassingsmodaliteiten van de vermindering.

5 januari 2006.

Mia DE SCHAMPHELAERE
Wouter BEKE.