3-1327/1

3-1327/1

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

25 AUGUSTUS 2005


Voorstel van resolutie betreffende de erkenning van de genocide op de Armeniërs door het regime van de Jong-Turken tijdens de Eerste Wereldoorlog

(Ingediend door de heren Alain Destexhe en François Roelants du Vivier en mevrouw Christine Defraigne)


TOELICHTING


De erkenning van de genocide op de Armeniërs vormt nog steeds een twistpunt.

Na de goedkeuring van de resolutie door de Belgische Senaat in 1998 is de controverse weer opgelaaid, meer bepaald sinds de toetredingsonderhandelingen tussen de Europese Unie en Turkije vorig jaar van start zijn gegaan.

Sommige Belgische verkozenen weigeren de moordpartijen van 1915 en de daaropvolgende jaren te bestempelen als een genocide.

Meer dan zeven jaar na die goedkeuring lijkt het ons belangrijk de erkenning van die genocide opnieuw te bevestigen, rekening houdend met de recente ontwikkelingen en het perspectief van een toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

Wij stellen bijvoorbeeld vast dat de aanbeveling « verzoekt de Turkse regering de historiciteit te erkennen van de genocide » dode letter is gebleven. Die aanbeveling behoort ondubbelzinnig opnieuw bevestigd te worden.

Alain DESTEXHE.
François ROELANTS du VIVIER.
Christine DEFRAIGNE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. herinnerend aan resolutie 1-736/1 — 1996-1997 betreffende de genocide in 1915 op de in Turkije levende Armeniërs, op 26 maart 1998 aangenomen in de plenaire vergadering van de Senaat;

B. vaststellend dat Turkije die genocide nog steeds niet erkend heeft;

C. vaststellend dat er nog steeds geen sprake is van diplomatieke betrekkingen tussen Turkije en Armenië voornamelijk wegens de kwestie van de erkenning van de genocide;

D. overwegende dat vele landen en het Europees Parlement die genocide erkend hebben;

E. vaststellend dat sinds 1997 een groot aantal historische studies de historiciteit van die genocide bevestigd hebben;

F. vaststellend dat Turkije het moeilijk heeft om die gebeurtenissen op een serene manier te benaderen;

G. vaststellend dat thans nog niet alle archieven in Turkije toegankelijk zijn voor onderzoekers;

H. betreurend dat de overheid onlangs een colloquium van de Bosphorus University of Istanbul heeft afgelast;

I. zijn steun betuigend aan de Turkse historici die de moed hebben om het licht te werpen op die gebeurtenissen;

J. herinnerend aan de vriendschappelijke betrekkingen en de samenwerking tussen Turkije en België alsook tussen Turkije en de Europese Unie;

K. herinnerend aan de beslissing van de Raad van Europa om onderhandelingen op te starten met het oog op de toetreding van Turkije tot de Europese Unie;

L. overwegende dat dit vooruitzicht op een toetreding de erkenning van de historiciteit van de genocide des te noodzakelijker maakt en dat de overlevenden en hun nabestaanden recht hebben op die erkenning;

M. eraan herinnerend dat een volwaardige democratische Staat niet gegrondvest kan zijn op de ontkenning van zijn verleden,

Vraagt de Turkse regering :

1. de historiciteit te erkennen van de genocide die tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft plaatsgevonden;

2. alle archieven uit die periode toegankelijk te maken voor historici en onderzoekers;

3. zich niet te mengen in de wetenschappelijke werkzaamheden van Turkse historici;

4. het openbare debat over die kwestie aan te moedigen;

5. dit initiatief op te vatten als een blijk van vriendschap vanwege de Senaat en het Belgische volk.

7 juli 2005.

Alain DESTEXHE.
François ROELANTS du VIVIER.
Christine DEFRAIGNE.