Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-39

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 3-2253 van de heer Destexhe d.d. 23 februari 2005 (Fr.) :
Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC). — Conferentie van Istanbul in juni 2004. — Slotcommuniqué. — Toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

Onder voorzitterschap van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken vond in juni 2004 in Istanbul de 31e conferentie plaats van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC).

Ik vestig de aandacht van de minister op artikel 62 van het slotcommuniqué. Daarin zet de conferentie zich af tegen de beslissing van de Europese Unie om steniging en andere onmenselijke geachte straffen te veroordelen die in sommige lidstaten worden toegepast ingevolge de Charia.

Was de geachte minister op de hoogte van deze verklaring ?

Heeft hij de Turkse autoriteiten hierover ondervraagd ?

Wordt met dit soort verklaringen rekening gehouden in het toetredingsproces van Turkije tot de Europese Unie ?

Antwoord : 1. De 31e Conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) had van 14 tot 16 juni 2004 plaats in Istanbul. Na afloop hebben de lidstaten in een slotcommuniqué en in de Verklaring van Istanbul kennis gegeven van het resultaat van hun beschouwingen.

2. De inhoud van punt 62 van het slotcommuniqué luidt : « De Conferentie heeft uiting gegeven aan haar diepe bezorgdheid over het feit dat keer op keer en ten onrechte de islam en de schending van de mensenrechten in één adem worden genoemd. Ze laakt het feit dat onheus gebruik wordt gemaakt van de geschreven en gesproken pers om deze leugenachtige ideeën te verspreiden. Zij heeft dan ook opgeroepen om een eind te maken aan de op niets berustende campagnes die bepaalde niet-gouvernementele organisaties opzetten tegen een aantal lidstaten en die er in wezen op neerkomen dat deze landen, onder het mom van de verdediging van de mensenrechten, wordt gevraagd af te zien van de straffen en sancties waarin de Sharia voorziet. De Conferentie heeft andermaal bevestigd dat deze Staten het recht hebben hun religieuze, sociale en culturele eigenheid te bewaren. Deze eigenheid vormt een erfgoed dat een verrijking kan zijn voor de universele begrippen over mensenrechten. Zij heeft ertoe opgeroepen zich niet langer te bedienen van de universaliteit van de mensenrechten om zich te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van deze Staten en zodoende te raken aan hun nationale soevereiniteit. Zij heeft ook het besluit van de Europese Unie aan de kaak gesteld waarin deze een veroordeling uitspreekt over de straf door steniging en andere als onmenselijk aangemerkte straffen die in bepaalde lidstaten worden toegepast krachtens de Sharia ».

3. Het spreekt vanzelf dat dit punt onaanvaardbaar is.

4. Op de 31e zitting hebben de ministers een werkplan aangekondigd met het oog op de verwezenlijking van politieke, economische, sociale en culturele vooruitgang. Zij hebben elkaar wederzijdse hulp toegezegd bij het tot stand brengen van hervormingen die van binnenuit moeten komen. De secretaris-generaal van de OIC stelde dat de moslimwereld verder moet evolueren naar meer democratie, transparantie, sociale openheid en goed bestuur.

In zijn toespraak wees de Turkse president, Ahmet Sezer, op de noodzakelijke versterking van de mensenrechten, de individuele vrijheden, gendergelijkheid en religieuze verdraagzaamheid.

5. Turkije is een lekenstaat die de Sharia niet toepast. Het land bekleedt in de OIC een aparte positie in die zin dat het zich niet dient te houden aan de resoluties, bepalingen en verklaringen die niet stroken met zijn seculiere grondwet en zijn internationale beleid. Turkije neemt dan ook afstand van de bepalingen die specifiek verwijzen naar de Sharia en die indruisen tegen zijn vrijzinnige grondwet. Bovendien brengt Turkije na elke Conferentie in een brief aan de secretaris-generaal zijn principiële standpunt terzake in herinnering.

6. Ik herinner eraan dat Turkije de doodstraf heeft afgeschaft en dat naar aanleiding van de grondswetswijziging van mei 2004 elk restant dat er nog zou kunnen naar verwijzen, uit de Turkse wetgeving is geschrapt.

7. Het is zo dat het buitenlandbeleid van Turkije een hoofdstuk zal vormen in de toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie.