3-1138/3

3-1138/3

Belgische Senaat

ZITTING 2004-2005

10 MEI 2005


Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkerij


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 5 VAN MEVROUW de T' SERCLAES

Art. 8

In het voorgestelde artikel 433quater een 2ºbis invoegen, luidende :

« 2ºbis door een wettige, natuurlijke of adoptieve ascendent van de persoon die bedelt of door iemand die gezag over deze persoon uitoefent dan wel misbruik maakt van het gezag dat zijn ambt meebrengt of van de mogelijkheden die zijn ambt hem biedt; ».

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe een leemte aan te vullen. Het gaat om een verzwarende omstandigheid als iemand die gezag uitoefent over een persoon, of a fortiori een ascendent, deze persoon exploiteert en aanzet tot bedelen. Deze verzwarende omstandigheid was opgenomen in het oorspronkelijke wetsontwerp tot wijziging van het Strafwetboek en van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen met het oog op een verzwaring van de straffen voor personen die zich schuldig maken aan smokkel van en handel in niet-begeleide minderjarigen (stuk Kamer, nr. 51-0640/1). In dit wetsontwerp is deze verzwarende omstandigheid weggelaten.

Nr. 6 VAN MEVROUW de T' SERCLAES

Art. 16

In het voorgestelde artikel 433decies de woorden « te verkopen, » doen vervallen.

Verantwoording

Is het echt nodig iemand die een goed aan iemand anders verkoopt en daarbij misbruik maakt van diens kwetsbare positie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren strafrechtelijk te vervolgen ? De persoon aan wie men verkoopt is niet verplicht het betreffende goed te kopen om zich te kunnen huisvesten. Wat het verhuren betreft, is dit artikel terecht, aangezien men absoluut een woning moet vinden om niet « dakloos » te blijven. Men is evenwel niet verplicht het goed te kopen ! Ook vergt de verkoop van vastgoed een authentieke akte voor een notaris. Kan men het dan nog hebben over misbruik of uitbuiting van de kwetsbare toestand, waarvan in dit artikel sprake is ? Burgerrechtelijk is het altijd mogelijk te steunen op de theorie van de gekwalificeerde benadeling om de vernietiging van de verkoop te verkrijgen uit hoofde van benadeling. Waarom strafrechtelijk vervolgen ?

Nr. 7 VAN MEVROUW de T' SERCLAES

Art. 16

In het voorgestelde artikel 433decies de woorden « een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, een kamer of een andere in artikel 479 bedoelde ruimte, te verkopen, te verhuren of ter beschikking te stellen in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, zodanig dat de betrokken persoon » vervangen door de woorden « een onroerend goed of een deel ervan, een ruimte bedoeld in artikel 479 van het Strafwetboek of een andere ruimte waarin een persoon kan verblijven in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, zodanig dat de betrokken persoon ».

Verantwoording

Het woord « kamer » vervalt aangezien een kamer een deel van een onroerend goed is. Het begrip « roerend goed » wordt vervangen door « een andere ruimte waarin een persoon kan verblijven » zodat ook ruimtes als hangars, containers, stallen, werfketen, enz. bedoeld worden. Huisjesmelkers kunnen dergelijke ruimtes immers gebruiken om kwetsbare personen in onder te brengen in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid.

Nathalie de T' SERCLAES.

Nr. 8 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Art. 28

In het ontworpen artikel 77 het laatste lid vervangen door « Het eerste lid is niet van toepassing in de gevallen waarin het doel van de gedraging is om humanitaire bijstand te verlenen aan de betrokkene ».

Verantwoording

Met deze wijziging wordt de tekst van de Europese richtlijn 2002/90/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 november 2002 tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf, letterlijk overgenomen.

Dat voor de formulering « voornamelijk om humanitaire redenen verlenen van hulp » werd gekozen is te begrijpen vanuit het gegeven dat deze bepaling reeds in het huidige artikel 77 is opgenomen. Dit doet echter niets af aan het feit dat de twee uitzonderingen niet hetzelfde zijn en dat degene uit het ontwerp een veel ruimere interpretatie toestaat, dus voor meer gevallen zal kunnen worden ingeroepen en bijgevolg minder streng is dan de richtlijn, wat gelijk staat met een foute omzetting.

Bovendien zorgt het gebruik van het woord « voornamelijk » niet enkel voor een te ruim toepsassingsgebied, het is ook te weinig eenduidig om te garanderen dat bij de concrete afweging door de rechter er geen al te grote verschillen tussen gelijkaardige zaken optreden.

Nr. 9 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Art. 39

In het gewijzigde artikel 11, § 1, 1º, de woorden « de artikelen 379, 380 » vervangen door « de artikelen 380, §§ 2, 3, 5 en 6 ».

Verantwoording

De tekst creëert een dubbel gebruik met betrekking tot de omschrijving van het misdrijf mensenhandel.

Artikel 39 van het ontwerp wijzigt artikel 11, § 1, 1º, van de wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie, in de zin dat als mensenhandel moet worden beschouwd : de misdrijven die bedoeld worden in de artikelen 379, 380, 433quinquies tot 433octies van het Strafwetboek. Artikel 433quiquies omschrijft mensenhandel inhoudelijk en verwijst daartoe op haar beurt zelf onder meer naar artikel 379 en onderdelen van artikel 380. Artikel 433quinquies zoals het in het ontwerp staat bepaalt dus « mensenhandel is de werving, het vervoer, ... van een persoon om ten aanzien van deze persoon het misdrijf mensenhandel te plegen ».

Aldus komt men tot concepten als « mensenhandel met het oog op mensenhandel ». Dit is niet aan te raden en artikel 11, § 1, 1º, wordt dan ook beter in die zin verduidelijkt.

De voorgestelde wijziging zorgt ervoor dat het dubbel gebruik verdwijnt maar dat de onderdelen van artikel 380 van het Strafwetboek waarnaar niet verwezen wordt in artikel 433quinquies blijvend op zichzelf als mensenhandel worden beschouwd.

Nr. 10 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Art. 8

In het nieuw ingevoerde artikel 433quater, 2º, de woorden « zodanig dat de betrokken persoon in feite geen echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken » doen vervallen.

Verantwoording

De strekking van deze formulering zorgt ervoor dat het toepassingsgebied van het volledige artikel 433quater, 2º, al te zeer wordt beperkt. Het slachtoffer zal hierdoor immers in feite genoopt zijn aan te tonen dat hij geen echte en aanvaardbare andere keuze had vooraleer deze bepaling zal kunnen toegepast worden. Het gevaar wordt dus gecreëerd dat de beoordeling zal draaien om hoezeer potentiële andere keuzes aanvaardbaar waren in plaats van een afweging in functie van het al dan niet misbruikt geweest zijn omwille van een bijzondere kwetsbare positie, wat toch de strekking poogt te zijn van deze verzwarende omstandigheid.

Nr. 11 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Art. 23

In de vervanging van artikel 10ter, 3º, de woorden « 77bis » invoegen tussen de woorden « in de artikelen » en de woorden « 77ter, 77quater en 77quinquies ».

Verantwoording

Zoals het nieuwe artikel 77bis luidt stelt het een strafbaarstelling in voor zaken die volledig buiten het Belgische grondgebied kunnen gebeurd zijn. De uitbreiding van rechtsmacht beslaat echter enkel de mensensmokkel met verzwarende omstandigheden vanaf artikel 77ter. Met betrekking tot de omzetting van de richtlijn levert dit geen probleem op, de keuze werd gelaten aan de lidstaten om dit al dan niet strafbaar te stellen. Indien echter, zoals het geval is met het huidige ontwerp, de rechter daarover geen rechtsmacht verkrijgt is dit echter een zinloze bepaling, voorzover het misdrijf geen aanknopingspunt heeft met België.

Daarom stellen wij voor om ook het basismisdrijf in artikel 10ter van de Voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering op te nemen.

Sabine de BETHUNE
Erika THIJS.

Nr. 12 VAN DE HEER WILLEMS

Art. 17

In artikel 433undecies de woorden : « met gevangenisstraf van één jaar tot vijf jaar en met geldboete van duizend euro tot honderdduizend euro in de volgende gevallen » vervangen door de woorden « met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot vijfentwintigduizend euro in de volgende gevallen ».

Verantwoording

Het is belangrijk een uniformisering te hebben van de sancties in de wet.

Luc WILLEMS.