3-808/3 | 3-808/3 |
2 MEI 2005
Art. 2
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De voorgestelde regeling biedt geen antwoord op de gestelde problemen.
Nog steeds zullen personen wonende in bepaalde gemeenten, die een toelating gekregen hebben op basis van voor het overige onbekende motieven, kunnen slachten, zodat het argument van de bescherming van de volksgezondheid tegen ziekten niet kan weerhouden worden. De betreffende dieren zullen nog steeds aan de keuring ontsnappen.
Daarnaast zijn er geen criteria bepaald op basis waarvan de minister aan bepaalde gemeenten toelating kan geven.
Zodoende kan deze regeling enerzijds leiden tot willekeur, en zal zij anderzijds de administratieve rompslomp enkel doen toenemen zonder het beoogde doel te dienen.
Vermits de voorgestelde regeling weinig of niet bijdraagt tot het beoogde doel en onduidelijk is, wordt beter de hernieuwde oude regeling behouden.
Tot 30 november van vorig jaar waren er geen reglementaire bepalingen inzake de administratieve bepalingen voor het doorgeven van gemeentelijke aangiftes van slachtingen door particulieren naar het FAVV. Een sluitende controle was dan ook niet mogelijk.
Sindsdien werden belangrijke wijzigingen aangebracht inzake de aangifte- en registratieverplichtingen (vervat in het koninklijk besluit en het ministerieel besluit van 10/8/2004) naar aanleiding van het slachten van dieren. Deze zijn het resultaat van het project « Beltrace », dat door het FAVV werd uitgewerkt in samenspraak met de sectoren. Een belangrijk deel van dat project heeft betrekking op particulieren die dieren thuis willen (laten) slachten.
Het nieuwe systeem laat toe een beter zicht te hebben op particuliere slachtingen. Via de toekenning van een registratienummer en elektronische aangifte van particuliere slachtingen zal het oneigenlijk gebruik van particuliere slachtingen beter op te sporen zijn. Bovendien zullen er ook meer gerichte controles mogelijk worden met een betere opvolging in het kader voedselveiligheid.
De besluiten met betrekking tot Beltrace zijn in werking getreden op 1 december 2004.
Het is dan ook aangewezen om de nieuwe regeling kans van slagen te geven. Bovendien vraagt behoorlijk bestuur om niet om de haverklap een regeling te wijzigen, in het bijzonder een wetgeving die pas werd ingevoerd en waarvan de doeltreffendheid in de praktijk nog dient te worden nagegaan.
Art. 9
In dit artikel, de woorden « en bij de wet van 23 juni 2004, » invoegen tussen de woorden « dezelfde wet, » en het woord « wordt » en het nummer « 7º » telkens vervangen door het nummer « 9º ».
Verantwoording
Het betreft een technische aanpassing. In zijn huidige vorm is het voorstel gedateerd omdat het geen rekening houdt met de wetswijziging van 23 juni 2004 die artikel 35 reeds aanvulde met een 7º en 8º.
Jan STEVERLYNCK. |