(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Sinds de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties op 7 augustus 2002 in werking trad, dienen leveringen van goederen en diensten tussen handelaars en/of tussen handelaars en overheidsdiensten betaald te worden binnen 30 dagen, tenzij in een overeenkomst tussen de partijen anders werd bepaald. Een ingebrekestelling bij het overschrijden van de betalingstermijn is niet meer nodig. Onmiddellijk na het verstrijken van de betalingstermijn beginnen automatisch de verwijlintresten te lopen. De verwijlrente bij laattijdige betaling van facturen is gelijk aan het variabele basisrentetarief van de Europese Centrale Bank, vermeerderd met een marge van 7 %. In een bericht van de FOD Financiën wordt de verwijlrente vastgelegd op 9,5 % tot eind 2004.
Daarnaast bepaalt de nieuwe wet dat de schuldeisers recht hebben op een schadeloosstelling voor de gemaakte invorderingskosten. Die kosten moeten wel transparant zijn en in verhouding staan tot de schuld die niet tijdig werd betaald.
Deze nieuwe regelgeving beoogt de betalingsachterstanden te bestrijden en zo de financiële situatie van onze ondernemingen te versterken. De wet is niet alleen van toepassing op alle betalingen die worden verricht ter vergoeding van een handelstransactie tussen ondernemingen onderling, maar ook tussen ondernemingen en een overheidsdienst. De overheid en de overheidsbedrijven hebben inzake betalingscultuur vanzelfsprekend een voorbeeldfunctie te vervullen.
Ik zou daarom graag van de geachte minister een antwoord ontvangen op de volgende vragen :
— Wat is de gemiddelde bedongen betalingstermijn van de handelstransacties tussen ondernemingen en de administraties, diensten en instellingen die onder uw bevoegdheid ressorteren, in 2003 en in 2004 ? Wat is de gemiddelde effectieve betalingstermijn voor dezelfde jaartallen ? Hoeveel procent van de betalingen van deze handelstransacties geschiedt niet binnen de bedongen betalingstermijn in 2003 en 2004 ? Hoeveel bedragen de verwijlintresten en de schadevergoedingen voor het jaar 2003 en voor het jaar 2004 ?
— Welke stappen heeft de geachte minister ondernomen sinds de inwerkingtreding van de wet om de eigen instanties in te lichten, en hun betaalgedrag in overeenstemming met de wetgeving te brengen ?
— Hoe evalueert hij deze data ? Stemmen de resultaten overeen met de voorbeeldfunctie die de overheid in deze materie zou moeten innemen ? Wat is zijn aanpak om de betalingsachterstand verder te bestrijden ? Welke evolutie voorziet hij voor 2005 ?
Antwoord : Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Zoals aangegeven in antwoord op de parlementaire vraag nr. 24 van 23 oktober 2003 (Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 51-014, blz. 1990), dient gesteld dat de wet van 2 augustus 2002 niet rechtstreeks van toepassing is op de belangrijkste uitgaven uitgevoerd binnen mijn departement, met name deze in uitvoering van overheidsopdrachten. Deze zijn immers onderworpen aan de toepassing van het artikel 15 van de bijlage aan het koninklijk besluit van 26 september 1996 houdende de algemene aannemingsvoorwaarden (AVV). De in dit kader toegelaten betalingstermijn ligt merkelijk hoger dan de termijn toegelaten bij de normale handelstransacties gezien ze respectievelijk 50, 60 en zelfs 90 dagen kunnen bedragen in functie van de soort uitgave. Er dient echter opgemerkt dat de wet van 2 augustus 2002 een gelijklopende wijziging aan de AAV geïnitieerd heeft (koninklijk besluit van 17 december 2002) met als gevolg een oplijning van de rente toepasselijk op de berekening van de verwijlintresten met deze voorzien bij de wet van 2 augustus 2002.
1. Wat betreft de uitgaven gedaan in uitvoering van de overheidsopdrachten en onderworpen aan hun reglementering, bedraagt de gemiddelde toegelaten betalingstermijn voortvloeiend uit de contractuele bepalingen 52 dagen voor elk van de twee beschouwde jaren. De effectieven gemiddelde betalingstermijn bedraagt 48 en 59 dagen. Het percentage facturen betaald buiten termijn is voor de twee jaren respectievelijk 18 en 39 %.
Zoals vermeld in antwoord op een recente parlementaire vraag (vraag nr. 51-158, Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 51-061, blz. 9813) gesteld door de heer volksvertegenwoordiger Devlies, bedragen de voor 2003 en 2004 vereffende verwijlintresten respectievelijk 162 297,44 euro en 959 170,04 euro.
2. De betaling binnen de contractuele termijn vormt een sectoraal objectief toegewezen aan de directie-generaal Budget en Financiën. De realisatie van dit objectief is belemmerd door de factoren die het vereffenings- en ordonnanceringsproces vertragen, zoals uitgelegd in antwoord op de hogervermelde parlementaire vraag. Wat de betaling betreft van uitgaven gerealiseerd op aanvaarde factuur zal de inplaatstelling in juni 2004 van een gedecentraliseerde applicatie van vereffening van de facturen zijn volle effect kennen in 2005 en dit moet bijdragen tot een drastische vermindering van de betalingstermijn. Nu al noteert men voor het laatste trimester 2004 een gemiddelde van 25 dagen als effectieve betalingstermijn.
3. De gedane inspanningen zullen verdergezet worden met het oog op een zo goed als mogelijke naleving van de contractuele verplichtingen van het departement.