3-956/2 | 3-956/2 |
1 FEBRUARI 2005
De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergaderingen van 25 januari en 1 februari 2005.
Dit Protocol wil de uitstoot, de emissies en de lekken van persistente organische verbindingen bestrijden, verminderen of uitschakelen.
Het verbiedt de productie en het gebruik van bepaalde producten zoals Aldrin, Chloordaan, Chloordecon, Dieldrin, Endrine, Hexabroombifenyl, Mirex en Toxafeen.
De aanmaak van andere producten zoals DDT en PCB's zullen volgens een bepaald tijdschema worden afgebouwd.
Er zijn ook bepalingen voorzien in het Protocol voor de onbedoelde aanmaak van bepaalde stoffen bij afvalverbranding, verbranding en fabricage van metalen en door niet stationaire bronnen.
De overeenkomstsluitende partijen zullen zich ertoe verbinden de uitstoot van dioxines, furanen en PAK's te reduceren tot een peil, onder dat van 1990.
Het Protocol legt eveneens strikte beperkingen op voor het gebruik van DDT, HCH en PCB's.
Het gaat over twee verschillende groepen van producten : enerzijds de « by-products », zoals dioxines, furanen en PAK's, die onder de bevoegdheid vallen van de gewesten en anderzijds, dertien andere producten, de vroegere pesticiden, die al lange tijd verboden zijn. Deze worden niet meer geproduceerd of gebruikt.
Op federaal niveau moet wel toegezien worden op het gebruik van drie producten. De PCB's zijn in een « phasing out » of afbouwfase tot 2010, overeenkomstig de Europese richtlijnen in dit verband. Lindaan dat nog in de veeartsenij worden gebruikt voor de behandeling van honden, kan van de markt worden gehaald als het Protocol wordt gewijzigd. De hexabroombifenylverbindingen, die « by-products » zijn, kunnen nader bestudeerd worden.
De artikelen 1 en 2 alsook het geheel van het wetsontwerp nr. 3-956/1 worden eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Lionel VANDENBERGHE. | François ROELANTS du VIVIER. |
De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst
van het wetsontwerp
(zie stuk Senaat, nr. 3-956/1 — 2004/2005)