Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-26

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Mobiliteit

Vraag nr.  3-1342 van de heer Van Hauthem d.d. 2 september 2004 (N.) :
FOD Mobiliteit en Vervoer. — Personeel. — Taalaanhorigheid.

Volgens het statistisch overzicht van het personeel van de Belgische Staat (Pdata) beschikt de FOD Mobiliteit en Vervoer op 1 januari 2004 over 1 224 personeelsleden, goed voor 1 102,22 voltijdse eenheden (VTE). Daarvan zijn er 963 statutairen en 260 contractuelen. Tevens krijgen we statistische informatie betreffende de verdeling van deze ambtenaren over de verschillende niveaus. Over de taalkundige verdeling wordt echter geen informatie verstrekt.

1. Kan u voor elk van de vermelde gegevens (totaal aantal fysieke personen en VTE); opdeling per statuut (fysieke personen en VTE); opdeling per niveau (fysieke personen en VTE)) meedelen welke de verdeling is over de Nederlandse, Franse en Duitse taalgroep ?

2. Welke criteria worden er gebruikt voor de verdeling van de jobs, inzonderheid (en in voorkomend geval) van de ambten die buiten een taalkader vallen ?

Antwoord :

1. Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. De verdeling volgens taalgroep van het personeel van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer is, zoals bij alle andere betrokken openbare diensten, onderworpen aan een jaarlijkse controle van de Vaste Commissie voor taaltoezicht.

Hierna vindt hij de verdeling van het effectief (statutair en contractueel) op 1 oktober 2003, zoals deze aan bovenvermelde Commissie werd meegedeeld.

Deze wordt vastgesteld per taaltrap, zoals bepaald door het koninklijk besluit van 16 juli 2002 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43ter van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de betrekkingen van de ambtenaren van de centrale diensten van de federale overheidsdiensten, die eenzelfde taaltrap vormen :

FOD Mobiliteit en Vervoer, met uitzondering van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer

Trap 1 : 6 F/5 N

Trap 2 : 29 F/30 N

Directoraat-generaal Maritiem Vervoer

Trap l : 0 F/l N

Trap 2 : 2 F/6 N

FOD Mobiliteit en Vervoer (centrale diensten)

Trap 3 : 107 F/128 N

Trap 4 : 123 F/213 N

Trap 5 : 167 F/234 N.

2. De taalkaders van de verschillende overheidsdiensten zijn vastgesteld door de Koning volgens de bepalingen van artikel 43ter, § 4, alinea 1, van bovenvermelde wet op het gebruik van de talen in bestuurszaken, zoals gewijzigd door de wet van 12 juni 2002.

Wat betreft de FOD Mobiliteit en Vervoer, werden door het koninklijk besluit van 4 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 15 april 2003) de taalkaders voor de eerste en tweede taaltrap van de FOD Mobiliteit en Vervoer, met uitzondering van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer, vastgelegd.

De verdeling van de betrekkingen van de taaltrappen 3 tot 5 van de FOD Mobiliteit en Vervoer is heden nog steeds geregeld door het koninklijk besluit van 8 juli 2001 tot vaststelling van de taalkaders van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur.

Op te merken valt dat de betrekkingen van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer niet aan de taalkaders ondenvorpen zijn omdat de activiteiten van deze diensten hoofdzakelijk gelegen zijn in een bepaald taalgebied.

Het aantal betrokken betrekkingen is vastgesteld door het personeelsplan dat werd opgemaakt, rekening houdende met de functionele behoeften en met de middelen die beschikbaar zijn om in deze behoeften te voorzien.