Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-26

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Eerste minister

Vraag nr.  3-1305 van de heer Van Hauthem d.d. 2 september 2004 (N.) :
Kanselarij. — Personeel. — Taalaanhorigheid.

Volgens het statistisch overzicht van het personeel van de Belgische Staat (Pdata) beschikt de Kanselarij van de eerste minister op 1 januari 2004 over 164 personeelsleden, goed voor 144,3 voltijdse eenheden (VTE). Daarvan zijn er 78 statutairen en 86 contractuelen. Tevens krijgen we statistische informatie betreffende de verdeling van deze ambtenaren over de verschillende niveaus. Over de taalkundige verdeling wordt echter geen informatie verstrekt.

1. Kan u voor elk van de vermelde gegevens (totaal aantal fysieke personen en VTE; opdeling per statuut (fysieke personen en VTE); opdeling per niveau (fysieke personen en VTE)) meedelen welke de verdeling is over de Nederlandse, Franse en Duitse taalgroep ?

2. Welke criteria worden er gebruikt voor de verdeling van de jobs, inzonderheid (en in voorkomend geval) van de ambten die buiten een taalkader vallen ?

Antwoord : 1. Op 1 januari 2004 telde de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister 164 personeelsleden. Deze waren onderverdeeld als volgt :

Statutaire personeelsleden Contractuele personeelsleden
FRNLFRNL
Niveau 115191112
Niveau B4512
Niveau C8978
Niveau D992718
Totaal 36424640

In voltijdse equivalenten betekende dit :

Statutaire personeelsleden Contractuele personeelsleden
FRNLFRNL
Niveau 11417,89,511,8
Niveau B44,312
Niveau C7,66,66,37,1
Niveau D7,87,822,114,8
Totaal 33,436,538,935,7

2. De Federale Overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister is bij uitstek een centrale dienst die zaken behandelt die alle burgers van dit land aanbelangen. Deze zaken zijn grotendeels in dezelfde verhouding over de beide taalrollen verdeeld, zowel wat de hoeveelheid als wat de omvang en het belang ervan betreft. Dit is de reden waarom, op elk niveau, steeds gestreefd wordt naar taalevenwicht bij de verdeling van de betrekkingen.