(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Met haar « Stuurplan van Defensie » van 3 december 2003 wilde de regering de nodige maatregelen nemen om een kleinere, flexibelere, mobielere, beter uitgeruste en sneller inzetbare Defensie tot stand te brengen.
De Brigade paracommando is een groepering van eenheden die beantwoorden aan de opvattingen die in dit stuurplan worden vooropgesteld. Deze groepering kan worden ingeschakeld in eender welke internationale context of bij een evacuatieoperatie van landgenoten. Bij alle buitenlandse operaties waar snelheid van kapitaal belang is (Centraal Afrika, Albanië, Kosovo, Iran), waren deze eenheden de eersten die werden ingezet.
Het bestaan van deze groepering strookt met de koers van al onze bondgenoten (Amerikanen, Britten, Fransen, Nederlanders, Duitsers, ...). Zo heeft Duitsland onlangs beslist zijn strijdkrachten als volgt te verdelen : 35 000 manschappen voor de « snelle reactiemacht », 70 000 voor « vredehandhaving » en 130 000 « steuntroepen ».
In het stuurplan werd beslist het Bevel paracommando af te schaffen, zijn staf en zijn steuneenheden te verdelen over andere modules, de trainingscentra onder centraal bevel te plaatsen, de bataljons (organisatie, materieel en missies) te herleiden tot een allegaartje en zijn bataljons administratief toe te voegen aan twee verschillende « commandogroepen » (ex-brigades).
Denkt u niet dat het gewoonweg om een andere verdeling van de bestaande middelen gaat ? Denkt u niet dat twee kenmerken die onmisbaar zijn bij dergelijke missies, verloren zullen gaan : de cohesie van de eenheden en de continuïteit van de opleiding ?
U beweert dat er een specifieke eenheid paracommando zal blijven bestaan binnen de bataljons die thans modules zijn geworden. Denkt u bij het lezen van de richtlijn « Intermachtengebruiksdoctrine » niet dat het behoud van een effectief inzetbare eenheid paracommando op termijn onmogelijk is als het bestaande Bevel paracommando wordt afgeschaft ?
Het is de enige eenheid die een specifieke training kan organiseren en snel kan reageren in crisissituaties. Het behoud ervan lijkt me tevens onmisbaar in het kader van onze deelname aan een snelle reactiemacht onder de koepel van de NATO of van de Europese Unie.
Het Regiment en/of de Brigade paracommando is de toekomst, het werktuig voor snelle interventies op lange afstand, dat de Europese Unie wil oprichten en dat door het herstructureringsplan in het vooruitzicht wordt gesteld.
Wat zijn de plannen van de geachte minister met betrekking tot het Bevel paracommando ?
Antwoord : De knowhow van de Paracommando-Brigade zal overgebracht worden in de staven van de componenten en in de twee nieuwe brigadehoofdkwartieren. Deze zullen het personeel opnemen dat over de nodige kennis en het specifieke materieel beschikt, wat hen toelaat hun competentieniveau uit te breiden naar het geheel van Defensie. Gedurende de transitie fase 2004-2007 zullen al de paracommando-eenheden afhangen ofwel van het Brigade-hoofdkwartier Noord, dat de prioriteit op het gebied van transfer van personeel en specifieke materieel zal krijgen en waarvan de volgende commandant een paracommando-kolonel zal zijn ofwel van de staf van de Landcomponent. Vanaf 2007 zal een Brigade-hoofdkwartier Zuid opgericht worden, met dezelfde mogelijkheden als het Brigade-hoofdkwartier Noord. Deze organisatie zal dus voor de cohesie van de paracommando-eenheden en de continuïteit van hun training zorgen.
De paracommando-specificiteit wordt behouden aangezien de staf van de Landcomponent en de twee nieuwe polyvalente Brigade-hoofdkwartieren over paracommando-specialisten zullen beschikken bekwaam om de taken te kunnen overnemen die door het hoofdkwartier paracommando-Brigade vervuld werden.
Deze herstructurering zal geen gevolg hebben op onze internationale verbintenissen noch op onze capaciteit om, in geval van crisis, te kunnen reageren.