3-586/3 | 3-586/3 |
31 MAART 2004
Met toepassing van artikel 81 van de Grondwet wordt het voorliggende optioneel bicameraal wetsontwerp voor de tweede maal bij de Senaat aanhangig gemaakt.
Dit wetsontwerp vindt zijn oorsprong in het wetsvoorstel dat de heren Mahoux en Poty op 15 juni 2001 in de Senaat hebben ingediend (stuk Senaat, nr. 2-786/1). De commissie heeft het voorstel toen besproken tijdens haar vergaderingen van 16 januari en 6 november 2002, 18 en 26 februari en 12 maart 2003. Op 6 november 2002 heeft de commissie een hoorzitting gehouden met mevrouw Domont-Naert van Test-Aankoop en met de heer S. De Brouwer van de Belgische Vereniging van banken.
Het geamendeerde voorstel werd op 12 maart 2003 aangenomen door de commissie (stuk Senaat, nr. 2-786/6) en op 20 maart 2003 door de Senaat aangenomen en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Ingevolge de ontbinding van de Kamers, verviel het wetsontwerp, maar werd nadien van verval ontheven (wet van 8 december 2003, Belgisch Staatsblad van 19 december 2003).
Op 25 maart 2004 heeft de Kamer het wetsontwerp, na amendering, aangenomen en op 26 maart 2004 overgezonden (stuk Kamer, nr. 51-639/8) aan de Senaat, die zich, overeenkomstig artikel 79 van de Grondwet, binnen een termijn van ten hoogste vijftien dagen over het ontwerp dient uit te spreken.
Overeenkomstig artikel 64.1 van het Reglement van de Senaat is het ontwerp bij de Senaat evenwel slechts aanhangig wat betreft de bepalingen die door de Kamer werden geamendeerd of toegevoegd en wat betreft andere bepalingen, alleen om de redactie te verbeteren of de tekst in overeenstemming te brengen met het geheel zonder nieuwe inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.
Met inachtneming van de voormelde temporele en materiële beperking van de onderzoeksopdracht van de Senaat heeft de commissie het ontwerp met bekwame spoed besproken tijdens haar vergadering van 31 maart 2004 in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de minister van Justitie.
Het doel van het wetsontwerp is de uitbreiding van de regels van de niet voor beslag vatbare of onoverdraagbare bedragen die beschermd zijn door het Gerechtelijk Wetboek door ze een voldoende bescherming te geven wanneer die sommen die op een bankrekening worden gestort.
Het gaat onder meer over de inkomsten ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, vervangingsinkomsten, sommige alimentatiegelden en sociale uitkeringen (zoals de kinderbijslag of toelagen voor personen met een handicap) die door de artikelen 1409 tot 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek als onvatbaar voor beslag worden beschouwd.
Immers, de bescherming van het Gerechtelijk Wetboek verdwijnt zodra deze beschermde inkomsten op een bankrekening worden gestort. Door het schuldvernieuwingseffect veranderen deze inkomsten van aard zodat de bank de inkomsten kan aanwenden tot aflossing van de schuld die de houder van rekening heeft tegenover de bank. De beschermde bedragen zijn ook, eenmaal op een rekening gestort, niet meer te achterhalen omdat ze vermengd worden met de niet-beschermde inkomsten.
Het wetsontwerp beoogt daarom de schuldenaars van de beschermde inkomsten te verplichten een specifieke code te geven aan elke storting van deze beschermde inkomsten om ze te kunnen identificeren en te beschermen op de bankrekening.
De heer Poty wijst ten slotte op het werk dat in de Senaat tijdens de vorige zittingsperiode werd geleverd met betrekking tot het voorliggende wetsontwerp waarbij iedere fractie zijn deel heeft bijgedragen zodat uiteindelijk, op 20 maart 2003, het wetsvoorstel van de heren Mahoux en Poty eenparig werd aangenomen.
Op vraag van de voorzitter, verklaart de vertegenwoordiger van de minister van Justitie dat de diensten van de Senaat enkele tekstcorrecties hebben voorgesteld, die de minister aanvaardt.
Het gaat om wat volgt :
1) In artikel 1411bis, § 2 :
de woorden « in de » en « bedoelde » vervangen door de woorden « overeenkomstig de »
2) In artikel 1411bis, § 4, in fine :
de woorden « de zichtrekening » vervangen door de woorden « die zichtrekening »
3) In artikel 1411bis, § 5, tweede lid :
de woorden « De strafrechtelijke sanctie die in de voorafgaande paragraaf voorzien is » vervangen door de woorden « Het vorige lid »
4) In artikel 1411bis, § 5, vierde lid :
de woorden « De bepalingen van boek I, met inbegrip van hoofdstuk VII et artikel 85, van het Strafwetboek » vervangen door de woorden « De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, »
5) In artikel 1411bis, § 6 :
de woorden « en die met dat doel ... ten aanzien van de partij » vervangen door de woorden « die daartoe voor de beslagrechter wordt opgeroepen, kan geheel of ten dele schuldenaar worden verklaard van de oorzaken en de kosten van het beslag of de overdracht, onverminderd schadevergoeding ten aanzien van de partij, indien daartoe grond bestaat »
6) In artikel 1411ter, § 1, eerste lid :
in de Franse tekst, het woord « protection » doen vervallen.
7) In artikel 1411quater, § 2, 3º, eerste lid :
het woord « gestandaardiseerd » doen vervallen en, in fine, de woorden « waarvan de Koning het model bepaalt » toevoegen
tweede lid :
dit lid doen vervallen (cf. wijziging van het voorgaande lid)
8) In artikel 1411quater, § 2, 4º :
het woord « gestandaardiseerd » doen vervallen.
De heer Creyelman heeft bezwaren tegen de vijfde tekstcorrectie. Iemand aansprakelijk verklaren is juridisch niet hetzelfde als hem schuldenaar verklaren. Dit is geen tekstcorrectie, maar een inhoudelijke wijziging. Daarom moet er minstens voor deze wijziging een amendement worden ingediend.
Volgens de heer Thissen moet het belang van de betrokkenen primeren. Indien de commissie amendementen aanneemt op de voorliggende tekst, dan moet de Kamer er zich nog over uitspreken, hetgeen de inwerkingtreding van dit wetsontwerp vertraagt.
Aangezien ieder lid van de commissie akkoord moet gaan over de tekstverbeteringen en ook de Kamer ermee moet instemmen, stelt de heer Poty voor om deze tekstcorrectie als amendement in te dienen zodat de commissie zich er over kan uitspreken. De tekst zal nadien door de bevoegde Kamercommissie worden besproken.
Artikel 2
De heren Poty c.s. dienen amendement nr. 1 in, dat ertoe strekt het voorgestelde artikel 1411bis, § 6, te wijzigen als volgt :
A. In de Franse tekst het woord « responsable » vervangen door het woord « débiteur ».
B. In de Nederlandse tekst de woorden « en die met dat doel ... ten aanzien van de partij » vervangen door de woorden « die daartoe voor de beslagrechter wordt opgeroepen, kan geheel of ten dele schuldenaar worden verklaard van de oorzaken en de kosten van het beslag of de overdracht, onverminderd schadevergoeding ten aanzien van de partij, indien daartoe grond bestaat ».
De heren Poty c.s. dienen vervolgens amendement nr. 2 in, dat het tweede lid van het voorgestelde artikel 1411quater, § 1, aanvult als volgt :
« alsook de datum waarop die gecodeerde bedragen gecrediteerd werden ».
De heer Poty is van oordeel dat het belangrijk is om de datum te kennen waarop de bedragen die werden overgedragen, gecrediteerd werden teneinde de in artikel 1411ter, § 2, bedoelde berekening naar evenredigheid van de dagen te kunnen uitvoeren.
De commissie beslist nog de volgende tekstcorrecties aan te brengen in de tekst :
In artikel 1411bis, § 2 :
de woorden « in de » en « bedoelde » vervangen door de woorden « overeenkomstig de ».
In artikel 1411bis, § 4, in fine :
de woorden « de zichtrekening » vervangen door de woorden « die zichtrekening ».
In artikel 1411bis, § 5, tweede lid :
de woorden « De strafrechtelijke sanctie die in de voorafgaande paragraaf voorzien is » vervangen door de woorden « Het vorige lid ».
In artikel 1411bis, § 5, vierde lid :
de woorden « De bepalingen van boek I, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, van het Strafwetboek » vervangen door de woorden « De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, ».
In artikel 1411ter, § 1, eerste lid :
in de Franse tekst, het woord « protection » doen vervallen.
In artikel 1411quater, § 2, 3º, eerste lid :
het woord « gestandaardiseerd » doen vervallen en, in fine, de woorden « waarvan de Koning het model bepaalt » toevoegen.
tweede lid :
dit lid doen vervallen (cf. wijziging van het voorgaande lid).
In artikel 1411quater, § 2, 4º :
het woord « gestandaardiseerd » doen vervallen.
De amendementen nrs. 1 en 2 worden eenparig aangenomen door de 13 aanwezige leden.
Het geamendeerde wetsontwerp in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 13 aanwezige leden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Christiane VIENNE. | Jean-Marie DEDECKER. |
Tekst geamendeerd door de commissie
(zie stuk Senaat, nr. 3-586/4 2003/2004)