3-131/2

3-131/2

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

13 JANUARI 2004


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 december 1998 houdende organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus wat betreft de bevoegdheid van de comités tot aankoop van onroerende goederen voor meergemeentezones


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN EN VOOR DE ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR MEVROUW PEHLIVAN


I. INLEIDING

Dit wetsvoorstel is door de heer Ludwig Vandenhove in de Senaat ingediend op 24 juli 2003.

De commissie heeft dit wetsvoorstel besproken tijdens haar vergadering van 13 januari 2004.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE INDIENER VAN HET WETSVOORSTEL

Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 18 april 2002 in de Kamer werd ingediend (stuk Kamer, nr. 50-1743/1).

De praktische toepassing van de politiehervorming legt een aantal onvolkomenheden bloot in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Zo willen de aankoopcomités niet optreden voor meergemeentezones, die gebouwen wensen aan te kopen of te verkopen. Artikel 11 van de wet van 7 december 1998 bepaalt immers niet uitdrukkelijk dat de meergemeentezones gerechtigd zijn om tot onteigening over te gaan en bijgevolg vallen ze buiten het toepassingsgebied van artikel 61 van de programmawet van 6 juli 1989.

Dat is wel het geval voor de eengemeentezones. Voor deze gemeenten treedt het aankoopcomité op basis van artikel 61 van de programmawet van 6 juli 1989 wel op.

Hierdoor ontstaat een manifeste discriminatie tussen enerzijds de eengemeentezones en anderzijds de meergemeentezones. Er wordt dan ook voorgesteld om artikel 11 van de wet van 7 december 1998 aan te vullen.

III. STEMMINGEN

De artikelen 1 tot 3 alsook het wetsvoorstel in zijn geheel worden zonder verdere bespreking eenparig aangenomen door de 16 aanwezige leden.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Fatma PEHLIVAN. Ludwig VANDENHOVE.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als die van het
ingediende wetsvoorstel
(zie stuk Senaat, nr. 3-131/1)