(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Via de pers vernam ik dat alle Belgische soldaten het verbod gekregen hebben om de militaire groet te brengen bij het horen van de volksliederen van de cultuurgemeenschappen. Deze richtlijn zou opgesteld zijn op 4 juli door Jean-Marie Jockin, luitenant-generaal en vleugeladjudant van de Koning én vice-chef van defensie. Via de media verdedigde u deze richtlijn.
Ik herinner de geachte minister en de legertop eraan dat in het federale België wetten en decreten evenwaardig zijn. In Vlaanderen werd bij decreet van 6 juli 1973 van de voormalige Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap de eerste twee strofen van De Vlaamse Leeuw uitgeroepen tot eigen volkslied. De tekst en de notatie van de muziek werden officieel vastgesteld zoals aangegeven op de bijlage bij het ministerieel besluit van 11 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 11 juli 1985), nu als volkslied van de Vlaamse Gemeenschap. Deze keuze werd bevestigd door het decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (Belgisch Staatsblad van 6 december 1990), zoals gewijzigd bij de decreten van 13 juni 1996 (Belgisch Staatsblad van 10 juli 1996), 15 juli 1997 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1997) en 18 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 10 juli 1999).
Door een verbod op te leggen de militaire groet te brengen tijdens het spelen of zingen van de officiële hymne van de cultuurgemeenschappen (zowel de Vlaamse, de Franse als de Duitse Gemeenschap) mengt de legertop zich in een politieke aangelegenheid, die gevoelig ligt zowel in het noorden als het zuiden van het land. Dit bleek reeds uit de reactie van Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe. Hij vond : « Beweren dat militairen geen respect hoeven op te brengen voor de deelstaten omdat ze onder federale vleugels vallen, lijkt me een anachronisme en is zelfs beledigend voor Wallonië, Vlaanderen en Brussel. Het is des te minder verdedigbaar wanneer je weet dat militairen, naast het Belgische en Europese volkslied, wel de groet mogen brengen aan de hymnes van buitenlandse mogendheden. »
Samen met de Waalse minister-president meen ik dat ook de Belgische overheid respect moet hebben voor de symbolen van de verschillende gemeenschappen. We komen immers in een gevaarlijke situatie terecht wanneer het leger zich mengt in de politiek.
Naar verluidt zou de richtlijn bedoeld zijn om de oud-strijders een dienst te bewijzen. Deze zouden aanstoot nemen aan het spelen van het lied van de Vlaamse Gemeenschap omdat ze dit lied associëren met de collaboratie. Indien dit zo is, moeten we zowel de legertop als sommige oud-strijders wereldvreemdheid verwijten. In het jaar 2000 heb ik als toenmalig voorzitter van het IJzerbedevaartcomité een oproep gedaan om eindelijk deze « zwarte » bladzijde uit onze geschiedenis om te draaien. We deden dit onder het motto « vergeven, maar niet vergeten ». Op de 11 november-viering van datzelfde jaar in Ieper drukte een oud-verzetsman de hand aan de vertegenwoordiger van het Verbond van Vlaamse oud-strijders (VOS). Tijdens het spelen van de nationale hymnes werd wél de militaire groet gebracht. In front- en vredesstad Ieper zijn ze misschien meer verzoeningsgezind dan in Brussel.
1. Is het juist dat deze richtlijn werd rondgestuurd ?
2. Waarom werd deze richtlijn uitgevaardigd ?
3. Staat de federale regering achter deze richtlijn ?
4. Zal de geachte minister maatregelen nemen om de immenging van het militaire in het politieke in de toekomst te vermijden ?
5. Zal de geachte minister initiatieven nemen om de verenigingen van oud-strijders tot meer verzoeningsgezindheid te brengen ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. De nota « protocol 03/01952 van 4 juli 2003 » werd ondertekend door de vice-chef Defensie en werd inderdaad verspreid.
2. De nota « protocol 03/01952 van 4 juli 2003 » heeft slechts tot doel enerzijds de bestaande richtlijnen betreffende de houding van de militairen tijdens de uitvoering van de volksliederen van de gemeenschappen te bevestigen (reglement IF 140) en anderzijds de eerbewijzen voor de Europese hymne gelijk te stellen met deze van een nationale hymne. De militairen zijn er steeds aan gehouden de eer te bewijzen aan een hymne, ook die van de gemeenschappen, door recht te staan en de houding « geef acht » aan te nemen of het geweer te schouderen. Deze houding is de uiting van het respect dat wordt betuigd voor de hymnen van de gemeenschappen. Naast de hierboven vermelde uiterlijke tekenen van respect is de militair gehouden te groeten en zijn wapen te presenteren voor de nationale hymnen en de Europese hymne.
Deze verschillende uiterlijke tekenen van respect benadrukken het respect tegenover alle hymnen. Deze zelfde regels zijn trouwens van toepassing in Staten met een federale structuur.
3. Ik bevestig deze richtlijnen. Defensie is een federale overheidsdienst met personeelsleden van alle gemeenschappen en taalstelsels. Zoals in meerdere federale Staten worden ook in België de gemeenchappen erkend. De officiële feestdagen (11 juli en 27 september) geven op federaal vlak echter geen recht op verlof noch op de bevlagging van de federale installaties. Dit betekent geenszins een gebrek aan respect voor de gemeenschappen en is evenmin een teken van misprijzen van de grondwettelijke realiteit en van de erkende volksliederen van de gemeenschappen.
4. Uit wat voorafgaat kan geenszins worden gesteld dat er enige immenging is geweest van het militaire in het politieke.
5. Het komt de minister van Landsverdediging niet toe een handelwijze voor te schrijven aan particuliere verenigingen waarvoor hij over geen enkele voogdijbevoegdheid beschikt.