Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-1

BUITENGEWONE ZITTING2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Mobiliteit en Sociale Economie

Vraag nr. 3-40 van de heer Dedecker d.d. 8 augustus 2003 (N.) :
Luchthaven Brussel-Nationaal. ­ Beheer.

De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 3-39 aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven, die hiervoor werd gepubliceerd (blz. 79).

Antwoord : 1.1. De vier entiteiten zijn nu herleid tot twee namelijk BIAC en Belgocontrol. Beide hebben met de Belgische Staat een beheersovereenkomst die eerstdaags (oktober 2003) aan verlenging toe is. De toeziende ministers zijn voor BIAC de minister van Begroting en Overheidsbedrijven, voor Belgocontrol ondergetekende. In de ontwikkeling van de luchtvaartreglementering zijn beide « dienstverleners », terwijl de federale overheid « regulator » is.

1.2. De koppeling van luchthavenexploitatie en luchtverkeersleiding in de schoot van de toenmalige Regie der Luchtwegen was, vergeleken met de situatie in andere landen, omzeggens uniek. De Belgische Staat toonde zich niet bereid de RLW bij te springen in de zware prefinanciering van de bouw van pier B op Brussel Nationaal, terwijl daarentegen de eveneens niet geringe kosten van haar luchtverkeersleiding integraal gedekt werden door het « en route »-heffingensysteem van Eurocontrol.

De naast de RLW opgerichte BATC slaagde er weliswaar in private investeerders aan te trekken, maar de door deze laatste bedongen zeggenschap bracht een zekere verdeeldheid in het bestuur van de luchthaven Brussel Nationaal. BIAC beoogde zowel een beheersmatige integratie als het zich volledig toeleggen op de op zichzelf reeds complexe kerntaak van luchthavenexploitant.

1.3. Beide zijn verzelfstandigde overheidsbedrijven, gerund op commerciële en industriële basis. Belgocontrol is 100 % Staat BIAC is 60 % Staat en 40 % privé, maar voorziet een beursintroductie, met de bedoeling deze verhouding om te keren. Deze percentages zullen evolueren in functie van de inzichten over de rol van de overheden en de nationale economie, en niet te vergeten ook de internationale context, die grensoverschrijdende participaties kan aanbrengen.

2.1. Het gaat voornamelijk om het recht van eigendom, het toestaan van huur over zeer lange termijn, het toekennen van het recht van opstal en het vestigen van erfpacht en hypotheken.

2.2. In de tijd dat deze bestanddelen van het openbaar domein aan de RLW waren toebedeeld, werden door haar afgeleide rechten aan derden doorgegeven middels in tijd en voorwerp geconditioneerde concessies. Zo is het dat talrijke en verscheiden dienstverleners op de luchthaven aantoonbaar zakelijke rechten genieten, maar in principe niet kunnen doorgeven aan derden.

2.3. Het openbaar patrimonium evolueert met de tijd en naargelang de noodwendigheden, door aankoop of onteigening middels koninklijk besluit en door verkoop, vooralsnog bij tussenkomst van het departement van Financiën. Ook de aangestelde actoren kunnen veranderen. In de overgang van openbaar patrimonium van de RLW naar privaat bezit van BIAC en Belgocontrol was het toenmalig bestuur, thans directoraat-generaal Luchtvaart, belast met het beheer ervan.

2.4. In de mate dat BIAC en Belgocontrol zelf eigenaar werden, in voorkomend geval zonder de verplichting de middelen aan te wenden voor uitsluitend luchtvaartgebonden doeleinden, evolueert het systeem van concessies naar vrijheid van contracteren.

2.5. Het koninklijk besluit van 30 december 2001 regelt een overgang van een domaniaal naar privaatrechtelijk statuut voor niet-bebouwde luchthaventerreinen. Dit geeft een veel grotere soepelheid van beheer van infrastructurele middelen aan BIAC, waarbij de Staat, zij het éénmalig, zijn budgettair voordeel heeft gedaan.