3-87/1

3-87/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2003

17 JULI 2003


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen om van 8 maart een bijkomende feestdag te maken

(Ingediend door mevrouw Fatma Pehlivan)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 19 april 2002 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 2-1108/1 ­ 2001/2002).

Betaalde feestdagen zijn ingeburgerd in ons land. Ze worden beschouwd als een extra vakantiedag en, gekoppeld aan een brugdag, worden het vaak korte vakanties. De meeste officiële feestdagen hebben een kerkelijke oorsprong : Paasmaandag, Kerstmis, Pinkstermaandag, Hemelvaartsdag, Tenhemelopneming en Allerheiligen. Daarnaast is er 1 mei, het feest van de arbeid, als symbool van de arbeidersstrijd voor ontvoogding en sociale rechten. Er zijn ook nog wapenstilstand op 11 november, waarmee het einde van Eerste Wereldoorlog wordt herdacht, 21 juli, de nationale feestdag en 1 januari. In totaal zijn er dus tien Belgische feestdagen.

Daarnaast is er 8 maart, de internationale vrouwendag. De ontstaansgeschiedenis van de internationale vrouwendag is terug te voeren tot 1857 toen in New York de textielarbeidsters demonstreerden voor betere werkomstandigheden, een minder laag loon en kortere werktijden. De betoging werd door de politie hardhandig uiteen geslagen.

Op 8 maart 1917 had in Sint-Petersburg een grote vrouwenstaking en -demonstratie plaats. Vrouwen kwamen massaal in opstand tegen de verschrikkingen van de oorlog en het voedseltekort. Hun stakingen en demonstraties liepen uit op een algemene werkstaking.

In 1911 werd de vrouwendag voor het eerst internationaal gevierd : in Duitsland onder impuls van Clara Zetkin, die voor vrouwenrechten en voor stemrecht voor vrouwen streed, en ook in Oostenrijk, Denemarken, Zwitserland en de Verenigde Staten. In 1922 werd 8 maart gekozen als vaste datum en sindsdien werd elk jaar de internationale vrouwendag gevierd. Sinds 1975, het internationale jaar van de vrouw, werd deze dag wijd verspreid over de hele wereld gevierd. In 1978 erkenden de Verenigde Naties 8 maart officieel als internationale vrouwendag.

In Vlaanderen organiseert het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) al dertig jaar de nationale vrouwendag op 11 november. De initiatiefneemsters namen in 1971 hun toevlucht tot deze reeds bestaande feestdag. Alle vrouwen moesten immers de gelegenheid kunnen hebben aanwezig te zijn in Brussel. Het feit dat deze vrouwendag telkens georganiseerd wordt op de dag van de wapenstilstand en een feest is voor oudstrijders, heeft intussen ook in de vrouwenbeweging een symbolische betekenis gekregen.

De vraag is echter waarom er in België een nationale vrouwendag moet worden georganiseerd op 11 november én een internationale vrouwendag op 8 maart ? Waarom wordt er niet teruggegrepen naar de officiële internationale vrouwendag van 8 maart ? Waarom maken we met andere woorden van 8 maart geen nationale feestdag ? Dat zou dan een dag worden waarop vrouwen én mannen actie ondernemen, een platform creëren en opkomen voor gelijke rechten en gelijke kansen voor alle vrouwen.

De bedoeling van dit wetsvoorstel is dan ook om van 8 maart een officiële feestdag te maken zodat het aantal erkende feestdagen in België naar elf gebracht wordt.

Fatma PEHLIVAN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 4, eerste lid, van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen worden de woorden « tien feestdagen » vervangen door de woorden « elf feestdagen ».

Art. 3

In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) de woorden « tien feestdagen » worden vervangen door de woorden « elf feestdagen »;

B) in de opsomming worden de woorden « 8 maart » ingevoegd tussen de woorden « 1 januari » en de woorden « Paasmaandag ».

15 juli 2003.

Fatma PEHLIVAN.