2-1602/1

2-1602/1

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

9 APRIL 2003


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen

(Ingediend door mevrouw Anne-Marie Lizin)


TOELICHTING


Het afgelopen parlementaire jaar zijn aan het Parlement twee wijzigingen voorgelegd in de wetgeving betreffende de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (BA). Op die manier is besloten tot de oprichting van een Tariferingsbureau en de verbetering van de werking van het Waarborgfonds. De wetgever heeft nieuwe instrumenten gecreëerd maar heeft nog lang niet alle problemen opgelost. Zo blijft de billijke toegang tot een verzekering voor jonge bestuurders nog steeds een probleem.

Jonge automobilisten krijgen vaak te maken met aanzienlijke premieverhogingen : hun leeftijd speelt een grote rol bij de berekening van hun autoverzekering, wat zij onrechtvaardig vinden.

Iedere verzekeringsmaatschappij hanteert haar eigen criteria voor de risicoberekening. De voornaamste criteria zijn : leeftijd van de hoofdbestuurder, woonplaats, voorgeschiedenis (bonus-malus, veroordelingen, ...) en het voertuig (merk, type, vermogen, ...).

Verzekeringmaatschappijen hanteren vaak statistieken van verkeersongevallen om aan te tonen dat bestuurders die nog maar pas hun rijbewijs hebben, meer ongevallen veroorzaken dan gemiddeld.

Verzekeringsmaatschappijen doen steeds vaker aan segmentatie. Verzekeraars willen « gezonde » portefeuilles en sluiten risicocategorieën uit of rekenen heel hoge premies aan, wat eigenlijk neerkomt op een uitsluiting : een 19-jarige met een wagen met een kleine cilinderinhoud moet dan bijvoorbeeld meer dan 1 000 euro betalen.

Ook nieuwe verzekerden die hun rijbewijs nog geen 5 jaar hebben, betalen deze hogere premies.

We moeten durven toegeven dat we te maken hebben met de op een na sterkste lobby van België, de verzekeraars.

Voor jonge bestuurders variëren de gemiddelde premies vandaag tussen 800 en 1 200 euro voor een gewone BA, zonder omnium. Dat is dus een probleem.

Het huidige wettelijke kader is niet voldoende.

De zogenoemde wet-« Monfils » heeft geen oplossing geboden voor de wettelijke leemten, noch voor het probleem van uitsluiting van jonge chauffeurs. Deze wet had drie bedoelingen :

­ bestuurders opsporen die zonder verzekering rijden;

­ betere opzeggingsvoorwaarden invoeren;

­ chauffeurs wier contract werd opgezegd helpen een nieuwe verzekeraar te vinden.

Een verzekering is nodig en verplicht. De concrete uitwerking van die verzekering moet vertrekken vanuit het beginsel van verantwoordelijkheid en humanisering van de markt.

Solidariteit wordt verdiend en is geen verplichting.

Het is natuurlijk begrijpelijk dat de verzekeraar het bedrag van de premie bepaalt op basis van de verantwoordelijkheid van de verzekerde.

Iedere automobilist kan en moet reageren op het risico dat hij veroorzaakt door deel te nemen aan het verkeer. Hij heeft echter geen controle op de (onverantwoorde) risico's die andere automobilisten nemen van de categorie waartoe hij jammer genoeg behoort.

Jonge autobestuurders mogen toch niet worden onderworpen aan de wetten van de statistiek als zij de nodige voorzorgen in acht nemen of net geslaagd zijn voor hun rijexamen.

De onrechtvaardigheid waarmee veel jongeren te maken krijgen voor hun verplichte verzekering wordt veroorzaakt door het feit dat wat statistisch gezien klopt, vaak op individueel niveau niet correct is.

Te veel jongeren, maar ook bejaarden, moeten de wet van de statistiek ondergaan en kunnen niet meer vrij kiezen om verantwoordelijk te zijn; de markt heeft voor hen beslist.

Dit wetsvoorstel sluit niet iedere wijziging van de premies uit, maar tracht het systeem menselijker te maken en de struikelblokken van de huidige tarifering te omzeilen.

Deze buitensporige bedragen en de ermee samenhangende onrechtvaardigheid zou jongeren ertoe kunnen aanzetten zich niet meer te verzekeren, wat dramatische gevolgen zou hebben.

Heeft de economische markt het recht te discrimineren op een manier die voor de Staat verboden is krachtens de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

Anne-Marie LIZIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende :

« Art. 1bis. ­ De tariefaanpassingen die de verzekeraars hanteren voor de dekking, mogen enkel gegrond zijn op objectieve criteria die intrinsiek verband houden met de omvang van het te verzekeren risico, op voorwaarde dat de verzekerde persoonlijk deze criteria beheerst.

Het onderscheid op grond van woonplaats, geslacht, ras, leeftijd, of de ouderdom van het rijbewijs is uitgesloten. »

25 maart 2003.

Anne-Marie LIZIN.