2-1413/1

2-1413/1

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

23 DECEMBER 2002


Wetsvoorstel tot invoering van bindende normen inzake radon

(Ingediend door de heer Alain Destexhe)


TOELICHTING


Radon is een gas van natuurlijke oorsprong dat door de aardbodem en m mindere mate door bouwmaterialen wordt afgegeven. Het is een geurloos, kleurloos, radioactief product. Het probleem bestaat vooral in het zuiden van België. Radon is de tweede oorzaak van longkanker, na het roken. Momenteel bestaan er alleen aanbevelingen van de Europese Commissie die een maximumwaarde vastleggen voor de blootstelling aan radon, maar die zijn niet in de Belgische wetgeving omgezet. Onderhavig wetsvoorstel heeft tot doel een maximumwaarde vast te leggen van 400 Bq/m3 (1).

1. Wat is radon ?

Radon is een natuurlijk gas dat door de aardbodem en door bouwmaterialen wordt afgegeven. Het is radioactief, geurloos en kleurloos. Radon is een tussenstap in de vervalreeks die het onstabiele radioactieve isotoop uranium 238 omzet in een stabiel element (lood).

Gewoonlijk lost het gas, zodra het aan de oppervlakte komt, snel op in de atmosfeer. De blootstelling van mens aan natuurlijke straling wordt grotendeels veroorzaakt door radon, meer dan door kosmische straling, water, voeding of aardstraling, ... Radon is de tweede grootste bron van straling na medische straling. In België is radon verantwoordelijk voor meer dan een derde van de radioactieve straling waaraan Belgen in het dagelijkse leven zijn blootgesteld.

Men schat ruwweg dat de radonstraling in België ongeveer even groot is als de medische straling. Beide zijn namelijk verantwoordelijk voor 35 à 40 % van de totale straling waaraan de gemiddelde Belg is blootgesteld. Ten zuiden van Samber en Maas is radon de belangrijkste bron van straling voor de bevolking en is het goed voor meer dan de helft van de totale straling.

Radon komt hoofdzakelijk voor in de aardbodem en in bouwmaterialen.

1. In de aardbodem

Uranium bevindt zich hoofdzakelijk in bepaalde soorten rotsachtige ondergrond. Op zich is het niet gevaarlijk, maar bij het verval van uranium ontstaat er radongas, dat door de doorlaatbare bodemlagen naar de oppervlakte stijgt.

2. In bouwmaterialen

In het begin van de jaren tachtig dacht men dat bouwmaterialen de voornaamste bron waren van radonstraling in huizen. Vandaag is dat niet meer zo. Men vindt radon in bepaalde soorten gips, die gebruikt worden voor het aanbrengen van plafonds, of in platen die als tussenwand moeten dienen, maar bouwmaterialen dragen in het algemeen slechts bij tot een paar tientallen Bq/m3.

2. Waar in België vindt men radon ?

De rotsachtige ondergrond die radon produceert is vooral terug te vinden m Wallonië en meer bepaald in de Ardennen (vooral in de arrondissementen Bastenaken, Neufchâteau en Verviers), in de Condroz, tussen Samber en Maas en in enkele gemeenten van Waals Brabant die aan de Dijle liggen, alsook in Wezet.

Vlaanderen is ervan gespaard gebleven aangezien de leemachtige grond daar soms wel uranium bevat maar te ondoorlaatbaar is om het radon naar de oppervlakte te laten stijgen. Ook in Brussel is er slechts een kleine concentratie van radon aanwezig.

In een zelfde geologische zone verschilt de radonconcentratie van huis tot huis. Zij verschilt ook sterk van de ene streek tot de andere, naargelang van de geologische samenstelling van de ondergrond (graniet en leisteen bevatten meer radon). Bovendien kunnen bepaalde bijzondere omstandigheden die verband houden met de samenstelling van de grond onder het huis (zeer plaatselijke geologische factoren of gevolgen van eerdere menselijke activiteit), hogere radonconcentraties veroorzaken. De radonconcentratie varieert tenslotte ook nog naargelang van het uur van de dag ('s ochtends is zij hoger), van het seizoen (hoger tijdens de winter) en van de weersomstandigheden (hoger bij lage luchtdruk en bij temperatuurinversie). Hoe verder men zich van de stralingsbron (de kelder) bevindt, hoe lager de radonconcentratie wordt. Hoe beter en sterker er geventileerd wordt tenslotte, hoe minder risico er bestaat op hoge radonconcentraties in de woning.

Meetcampagnes die plaatsvonden van 1995 tot 1999 en geologische studies die uitgevoerd zijn van 1996 tot 1999 door de polytechnische faculteit van de universiteit van Bergen, leiden voor Wallonië tot de volgende conclusies :

­ het radongehalte is groter dan 400 Bq/m3 in 10 000 woningen,

­ het radongehalte is groter dan 1 000 Bq/m3 in ongeveer 1 000 woningen.

3. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de gezondheid ?

Radon is in 1987 door het Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek (CIRC, of Centre de recherche international sur le cancer) geklasseerd als een longkankerverwekkende stof (2).

In de Verenigde Staten wordt radon door de « surgeon general » (de minister van Volksgezondheid) beschouwd als de tweede belangrijkste oorzaak van longkanker. Amerikaanse deskundigen die de biologische gevolgen hebben bestudeerd van ioniserende stralingen, schatten in hun rapport dat er van de 157 400 Amerikanen die in 1995 aan longkanker stierven, tussen 15 400 en 21 800 het slachtoffer waren van de inademing van radongas (3).

In tegenstelling tot de Amerikaanse medische deskundigen, vinden de Franse gezondheidsdiensten dat het ontstaan van longkanker, louter veroorzaakt door de blootstelling aan radon, door epidemiologische studies niet voldoende bewezen is. Zij geven wel toe dat de combinatie van radon en tabaksrook bijzonder schadelijk is.

Radon is op zich niet gevaarlijk : het grootste deel van het ingeademde radongas verlaat de longen weer zonder daar enig spoor van straling achter te laten. Aangezien het echter om een onstabiel element gaat, doet het andere radioactieve elementen ontstaan (lood bijvoorbeeld), die het longweefsel ernstig kunnen aantasten. Deze stoffen kunnen aan de oorsprong van kanker liggen (4).

De gezondheidsrisico's zijn vastgesteld op basis van uitgebreid onderzoek bij mensen en dieren. De waakzaamheid met betrekking tot radon in woningen is ingegeven door het risico op longkanker. Het radon en zijn vaste dochternucleïden dringen de longen binnen samen met de ingeademde lucht. De vaste dochternucleïden geven alfastraling af die niet erg diep gaat maar wel de gevoeligste cellen van de bronchiën aantast. Dit fenomeen kan kanker veroorzaken. De risico's van blootstelling aan radon zijn berekend op basis van epidemiologische studies in verband met de doodsoorzaken van arbeiders in de uraniummijnen. Die studies hebben aangetoond dat de blootstelling aan radon het risico op longkanker bij deze arbeiders zeker verhoogt. De preventie is vandaag vooral toegespitst op het ventileren van de mijngangen. Vervolgens is er ook aandacht gekomen voor de blootstelling van de bevolking aan radon binnenshuis : in sommige woningen is de radonconcentratie bijna zo hoog als in de mijnen.

In België is radon de tweede belangrijkste oorzaak van longkanker (5). Specialisten schatten het aantal longkankerslachtoffers door blootstelling aan radon op 500 à 800 per jaar.

In Frankrijk zou het gas, volgens een schatting van de aan radon verbonden risico's die gebaseerd is op een extrapolatie van de dosis/risico-curve voor grote blootstellingen, jaarlijks ongeveer 2 000 longkankergevallen veroorzaken.

4. De geldende wetgeving

Voor het ogenblik bestaat er noch in België, noch voor de Europese Unie een bindende norm inzake radon.

In de Verenigde Staten en in Luxemburg geldt een maximumwaarde van 150 Bq/m3.

Het Verenigd Koninkrijk past voor alle woningen een maximumwaarde van 200 Bq/m3 toe.

Daar er geen Belgische wet, is moet men genoegen nemen met de Europese aanbevelingen : er dient opgetreden te worden bij waarden die, voor bestaande huizen, hoger liggen dan 400 Bq/m3 en voor nieuwe huizen, hoger dan 200 Bq/m3.

Een aantal deskundigen vindt echter dat die aanbevelingen niet streng genoeg zijn en vindt dat men de maximumwaarde moet vastleggen op 40 Bq/m3, dus op een tiende van de huidige aanbevolen waarde (6).

De onenigheid over de normen vloeit voort uit een tegenstrijdige aanpak. Een eerste groep deskundigen wil de gevolgen van de invoering van de norm beperken en stelt een maximumwaarde voor boven welke het risico formeel bewezen is, waarbij zij de waarnemingen die voor hoge concentraties zijn gedaan, niet wil extrapoleren naar lagere concentraties. Een maximumwaarde van 400 Bq/m3 past vrij goed in deze optiek. De tweede groep vraagt om, naar analogie van de reglementering voor andere toxische stoffen, te werken met een veiligheidsfactor, of nog om de bevolking geen maximumwaarde voor de natuurlijke radioactiviteit op te leggen die soepeler is dan de norm voor artificiële radioactiviteit, namelijk 1 mSv/jaar. Deze redenering kan een maximumwaarde van 40 Bq/m3 opleveren. Als norm is dit laatste cijfer echter niet toepasbaar. De Engelse en Amerikaanse standpunten zijn een compromis tussen deze twee visies.

5. Wat er ondernomen is

Tussen 1995 en 2000 heeft het departement « Bescherming tegen ioniserende stralingen » van het ministerie van Volksgezondheid, in samenwerking met de provinciale gezondheidsdiensten, ongeveer 9 000 metingen verricht. Op basis van deze metingen heeft men de radonconcentraties in België in kaart kunnen brengen en de risicogebieden kunnen vaststellen.

Het Waals Gewest heeft een renovatiepremie ingevoerd om mensen te helpen die vanwege de hoge radonconcentratie in hun woning belangrijke werken wensen uit te voeren. Men heeft deze premie echter nog nooit moeten uitkeren, aangezien voor de meeste gevallen een relatief goedkope oplossing is gevonden. In het besluit van de Waalse regering van 8 september 1994 is sprake van een minimumbedrag van 2 000 euro, exclusief BTW, voor werken of van 1 000 euro, exclusief BTW, voor gefactureerde materiaalaankopen indien de werken voor minder dan 2 000 euro door de bewoner geheel of gedeeltelijk zelf worden uitgevoerd.

De gemeenten van de betrokken gebieden hebben van het ministerie van Volksgezondheid een brochure gekregen die afgegeven moet worden aan alle personen die een bouwvergunning aanvragen. Ook de gemeenten van Waals Brabant hebben een voor de bevolking bestemde brochure gekregen.

De situatie in Frankrijk

In Frankrijk heeft het « Institut de protection et de sûreté nucléaire » met de hulp van de buitendiensten van het ministerie van Volksgezondheid de blootstelling aan radon binnenshuis gedetailleerd in kaart gebracht. In 1997 is door het ministerie van Volksgezondheid een interministeriële werkgroep opgericht waarbij ook het « Centre scientifique et technique du bâtiment » (CSTB) betrokken is, die zich bezighoudt met de te treffen maatregelen inzake radon.

Ten gevolge van de werkzaamheden van die werkgroep, is door de ministeries van Huisvesting en van Volksgezondheid een beleidslijn uitgewerkt die geleid heeft tot een gezamenlijke circulaire over de aanpak van het radonrisico.

In die circulaire worden meer bepaald de 27 Franse departementen genoemd waar de hoogste radonconcentraties voorkomen. Ze bevat een plan voor systematische metingen in bepaalde openbare instellingen en voor de voorlichting van de bevolking.

Op vraag van het ministerie van Huisvesting heeft het « Centre scientifique et technique du bâtiment » bovendien twee handleidingen samengesteld waarin technische oplossingen worden uitgelegd om de radonconcentratie in bestaande en nieuwe gebouwen te beperken. Het gaat om technieken om de risico's van blootstelling aan radon in bestaande gebouwen te beperken, bestemd voor vakmensen en eigenaars van gebouwen, maar ook om specifieke voorschriften die in acht genomen moeten worden bij het bouwen van nieuwe gebouwen.

De situatie in Zwitserland

In Zwitserland is in oktober 1994 een « Ordonnance sur la radioprotection » (OraP) van kracht geworden die een maximumwaarde vastlegt van 1 000 Bq/m3. Deze verordening heeft tot doel de bevolking te beschermen tegen te hoge radonconcentraties. Wanneer de radonconcentratie in een woning die waarde overschrijdt, is de eigenaar verplicht saneringswerken te laten uitvoeren.

6. Hoe wordt de radonconcentratie gemeten en wat moet men ondernemen ?

De enige manier om te weten of er een hoge radonconcentratie bestaat, is ze te laten meten door een gespecialiseerde instelling. In België kan men, dank zij een initiatief van het « Institut de recherche de l'Institut supérieur industriel de Bruxelles » (IRISIB), radon opsporen met een meetinstrument dat wordt geleverd met een gebruiksaanwijzing, in een voorgefrankeerd pakje waarin het achteraf teruggestuurd kan worden naar een geschikt laboratorium. Na de laboratoriumanalyse wordt aan de betrokkene een verslag gestuurd. De kosten van de analyse zijn begrepen in de prijs van het apparaat en bedragen 25 tot 30 euro.

Het « Institut supérieur industriel » te Brussel is een instelling die in Franstalig België radonmetingen verricht. Het doet vaststellingen in huizen en in de bodem en beschikt over een gegevensbank die toegankelijk is voor Wallonië en Brussel en ook geologische analyses bevat.

Eens de resultaten bekend zijn, hoeft er niet per se ingegrepen te worden.

­ Onder 60 Bq/m3 is de situatie immers normaal en dient men niets te ondernemen.

­ Een concentratie van 60 tot 150 Bq/m3 ligt iets hoger dan'de normale concentratie maar is niet verontrustend; het volstaat te zorgen voor een goede ventilatie en de spleten waarlangs het radon zich kan verspreiden, te dichten,

­ Wordt 150 tot 400 Bq/m3 genieten, dan kan iets worden ondernomen zonder dat men daartoe verplicht is. Extra voorzichtigheid is evenwel geboden wanneer er in huis kinderen of rokers wonen. Men moet trachten de concentraties te verkleinen.

­ Bij een waarde van 400 tot 1 000 Bq/m3 dient men eenvoudige maatregelen te treffen (ventilatie en dichten van spleten) en een gedetailleerde studie van het probleem te maken, alsook in alle kamers metingen te verrichten.

De maatregelen om de radonconcentratie te verlagen dienen in dit geval te vertrekken van het principe van de optimalisering van het stralingsniveau. Dat wil zeggen dat de straling wordt teruggebracht naar wat redelijkerwijze het laagst haalbare niveau is, rekening houdende met de economische en sociale omstandigheden,

­ Wordt meer dan 1 000 Bq/m3 gemeten, dan is het probleem verontrustend en moet men vrij snel ingrijpen.

Indien een huis in een zogenaamde « risicozone » wordt gebouwd, is het belangrijk bepaalde preventieve maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat er radon binnensijpelt, en te zorgen voor een goede verluchting van de woning. Het verdient aanbeveling een architect of een aannemer te raadplegen, of zich te wenden tot het provinciaal centrum voor de gezondheid van de streek, om raad te krijgen.

7. Opdracht van het FANC (Federaal Agentschap voor nucleaire controle)

Het FANC is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid (instelling van openbaar nut, categorie C) die is opgericht op 15 april 1994 door de wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.

Het agentschap is operationeel sinds 1 september 2001. Op die datum is immers het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming, van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, in werking getreden.

Wat de natuurlijke radioactiviteit betreft, waaronder de radonstraling, spoort het agentschap de beroepsactiviteiten op waarvoor de aangifte verplicht is. Het agentschap beoordeelt een mogelijke verhoging van de stralingsdosis en legt de maatregelen vast die ­ indien nodig ­ genomen moeten worden om de dosis sterk te verminderen.

Het agentschap kan ook bijzondere maatregelen inzake radiologische bescherming opleggen voor ondernemingen.

Het agentschap coördineert en centraliseert, in nauwe samenwerking met de regionale en plaatselijke overheid en de bevoegde wetenschappelijke instellingen, alle acties in verband met radonstraling in woningen.

Er wordt voorrang gegeven aan de preventie in nieuwe gebouwen, de opsporing en de corrigerende maatregelen in woningen met een hoge radonconcentratie.

Het radonprogramma bestaat sedert 5 jaar en wordt beheerd door het FANC. Aan dit programma werd gestalte gegeven in een actieplan met 5 punten :

­ opmaken van een radonkaart,

­ voorlichting van de bevolking,

­ voorlichting en opleiding van architecten en aannemers,

­ voorlichting over corrigerende en preventieve technieken,

­ reglementering en kwaliteitscontrole.

Dit wetsvoorstel heeft tot doel een maximumwaarde vast te leggen voor de blootstelling aan radon en uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Commissie van 21 februari 1990 inzake de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon binnenshuis.

Er zijn vooralsnog alleen aanbevelingen van de Europese Commissie. Deze zijn niet dwingend en zijn niet in de Belgische wetgeving omgezet.

Alain DESTEXHE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

De limietwaarde voor radongas in woon- en verblijfplaats bedraagt gemiddeld 1 000 Becquerel per kubieke meter (Bq/m3) per jaar.

Bij verbouwing en sanering van gebouwen moet een richtwaarde van 400 Bq/m3 in acht genomen worden, voor zover bouwwerken dit mogelijk maken.

Voor nieuwe gebouwen geldt een richtwaarde van 200 Bq/m3.

Art. 3

De radongasconcentratie wordt door een gespecialiseerde instelling gemeten.

8 september 2002.

Alain DESTEXHE.

(1) Becquerel (Bq) is een van de eenheden van radioactiviteit.

(2) Uit Test Gezondheid, nr. 40, december 2000-januari 2001.

(3) Uit « Le Monde », 17 maart 1999.

(4) Uit Test Gezondheid, nr. 40, december 2000-januari 2001.

(5) Uit Test Gezondheid, nr. 40, december 2000-januari 2001.

(6) Uit Test Gezondheid, nr. 40, december 2000-januari 2001.