2-1324/2

2-1324/2

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

3 DECEMBER 2002


Wetsontwerp houdende de samenstelling en werking van de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE

Art. 3

Aan dit artikel volgende wijzigingen aanbrengen :

A) Het vijfde lid aanvullen met volgende bepaling :

« De Koning kan ook andere categorieën commissieleden aanwijzen. Hij kan hiertoe bijzondere voorwaarden opleggen. »

B) Na het vijfde lid, twee nieuwe leden invoegen, luidende :

« De voorzitter behoudt als magistraat zijn plaats op de ranglijst. Hij blijft zijn wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen genieten. Hij heeft recht op een weddenbijslag gelijk aan die welke is toegekend aan een onderzoeksrechter met drie jaar ambtsuitoefening in een rechtbank waarvan het rechtsgebied ten minste tweehonderdvijftigduizend inwoners telt.

Deze weddenbijslag wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling van toepassing op de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst. Gedurende zijn opdracht wordt hij geacht zijn ambt te hebben uitgeoefend. De bepalingen inzake inruststelling en pensioen is op hem van toepassing. In zijn vervanging wordt voorzien door een benoeming in overtal overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Wanneer het een korpschef betreft, wordt in zijn vervanging voorzien door de benoeming in overtal van een magistraat tot de onmiddellijke lagere rang. »

C) Het zevende lid vervangen als volgt :

« De commissie wordt bijgestaan door een secretariaat waarvan de leden worden aangewezen door de minister van Justitie. De voorzitter wijst voor elke kamer minstens één secretaris of adjunct-secretaris aan. De helft behoort tot de Nederlandse taalrol, de andere tot de Franse taalrol. »

Verantwoording

A) Het is een feit dat het aantal beschikbare commissieleden te laag is. Van bij de start van de commissie kwam immers reeds vast te staan dat een aantal van deze personen niet beschikbaar bleken te zijn. Dit door ziekte, loopbaanonderbreking of weinig interesse. Daarom wordt bepaald dat de Koning de bestaande categorieën commissieleden nog kan uitbreiden met andere categorieën. Hieraan kunnen bijzondere voorwaarden gekoppeld worden zoals een regelmatige aanwezigheid in de commissie en een afdoende ervaring inzake de regeling van schadedossiers. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan schaderegelaars werkzaam bij verzekeringsmaatschappijen.

B) Het statuut van de voorzitter wordt geënt op het statuut waarin voor deze personen is voorzien in de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.

C) Met een permanente voorzitter zullen vermoedelijk minder kamers noodzakelijk zijn. Om die reden moet ook de betreffende formulering aangepast worden. Zoniet dreigt het huidig aantal adjunct-secretarissen verminderd te moeten worden.

Nr. 2 VAN MEVROUW DE SCHAMPHELAERE

Art. 4

Het tweede lid vervangen als volgt :

« De voorzitters van de kamers doen alleenzetelend uitspraak inzake verzoeken om noodhulp, inzake verzoeken die kennelijk onontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn, of wanneer ze de afstand van het geding toewijzen of de zaak van de rol afvoeren. »

Verantwoording

Naar analogie met artikel 90, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State doet de voorzitter tevens alleenzetelend uitspraak wanneer de afstand van het geding toegewezen wordt of de zaak van de rol wordt afgevoerd.

Mia DE SCHAMPHELAERE.

Nr. 3 VAN DE HEER MAHOUX

Art. 3

In het zevende lid van dit artikel, de eerste zin vervangen als volgt :

« De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en door ten minste evenveel adjunct-secretarissen min één en door evenveel plaatsvervangende secretarissen als er kamers zijn; het personeelsbestand van het secretariaat van de commissie mag niet minder dan veertien personen tellen. »

Verantwoording

Het verslag van het Rekenhof merkt op dat de commissie wegens personeelstekort haar achterstand niet heeft kunnen wegwerken.

De personeelsformatie van het secretariaat van de commissie blijft vastgesteld op 10 personen. Op het ogenblik van de doorlichting door het Rekenhof wordt het gewenste personeelsbestand echter geraamd op 12 personen, en zelfs op 14 personen door de voorzitter van de commissie.

Het secretariaat van de commissie moet absoluut meer personeel in dienst nemen om zijn taak te kunnen uitvoeren.

Philippe MAHOUX.