2-1158/3 | 2-1158/3 |
3 JULI 2002
Art. 2
In het 1º van dit artikel de woorden « beroepshalve en » invoegen na de woorden « eenieder die ».
Verantwoording
Om niet elke doodgewone sportschutter of jager aan de strenge voorwaarden van het « wapenhandelaarsschap » te onderwerpen.
Art. 3
Paragraaf 1, 12º, van dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Volgens het 12º kan elk voorwerp dat gebruikt wordt om iemand te kwetsen of te bedreigen omschreven worden als verboden wapen zelfs als dit voorwerp op zich voor heel andere doeleinden is bestemd. Uit juridisch oogpunt is het niet deugdelijk om in een lijst die op exhaustieve wijze een opsomming wil geven van verboden wapens, een definitie op te nemen die van toepassing is op elk voorwerp dat, gelet op de concrete toedracht van een strafbaar feit, volgens de strafwet een wapen kan uitmaken waarvan het gebruik een verzwarende omstandigheid vormt. De bepaling hoort te worden geschrapt. (Raad van State, ontwerp Kamer, nr. 1598/001, blz. 67).
Art. 10
Paragraaf 1 van dit artikel aanvullen als volgt :
« Tegen de beslissing van de gouverneur bedoeld in het eerste en tweede lid, kan een beroep ingesteld worden voor de minister van Justitie. »
Verantwoording
Er dient een eenvoudige beroepsmogelijkheid tegen de beslissingen van de gouverneur ingebouwd te worden.
Art. 12
In dit artikel, tussen het eerste en het tweede lid, het volgende lid invoegen :
« Tegen de beslissing van de gouverneur bedoeld in het eerste lid kan een beroep ingesteld worden voor de minister van Justitie. »
Verantwoording
Er dient een eenvoudige beroepsmogelijkheid tegen de beslissingen van de gouverneur ingebouwd te worden.
Art. 13
Dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidend als volgt :
« Tegen de beslissing van de gouverneur bedoeld in het eerste en het vierde lid kan een beroep ingesteld worden voor de minister van Justitie. »
Verantwoording
Er dient een eenvoudige beroepsmogelijkheid tegen de beslissingen van de gouverneur ingebouwd te worden.
Art. 18
Het 6º van dit artikel aanvullen als volgt :
« ,tenzij de verkrijger op het ogenblik van de uitreiking een vergunning voor het wapen bezit ».
Verantwoording
Een wapen als prijs bij een schietwedstrijd schenken of verloten, moet mogelijk blijven als de begunstigde over een vergunning om dat wapen te bezitten, beschikt.
Art. 28
Paragraaf 2, tweede lid, aanvullen als volgt :
« Tegen de beslissing van de gouverneur kan een beroep ingesteld worden voor de minister van Justitie. »
Verantwoording
Er dient een eenvoudige beroepsmogelijkheid tegen de beslissing van de gouverneur ingebouwd te worden.
Guy MOENS. |
Art. 2
In het voorgestelde 10º van dit artikel na de woorden « om de jacht te beoefenen », de woorden « waar die is toegestaan » invoegen.
Verantwoording
Dit amendement wil duidelijk bepalen dat het jachtverlof weliswaar noodzakelijk is doch alleen toestaat te jagen op daartoe geschikte terreinen waarop een jachtrecht bestaat.
Art. 2
Aan dit artikel een 13º toevoegen, luidende :
« 13º Munitie : patroon bestaand uit een huls, een kruitlading, een of meer projectielen met uitzondering van de projectielen van rubber of van die vervaardigd uit een stof met gelijkaardige consistentie ».
Verantwoording
De wet hanteert het begrip munitie doch geeft er geen definitie van. Die definitie behoort er dus te komen voor vuurwapens. Zij stemt overeen met die welke de resolutie van de Verenigde Naties en het koninklijk besluit van 20 september 1991 hanteren.
Overigens zullen tal van bezitters van jacht- en sportwapens geneigd zijn hun wapens aan te geven indien zij niet-dodelijke patronen kunnen blijven gebruiken. Dat draagt eveneens bij tot het beperken van de onveiligheid waarvan burgers het slachtoffer zijn.
Art. 3
In de voorgestelde § 1 van dit artikel het 12º doen vervallen.
Verantwoording
Uit de toelichting van de vertegenwoordigers van de minister blijkt dat het er niet om gaat bijvoorbeeld het dragen van een honkbalknuppel te verbieden, maar wel die honkbalknuppel te kunnen bestempelen als verboden wapen wanneer hij gebruikt wordt om mensen mee te bedreigen of om er vandalisme mee te plegen.
Volgens het voorgestelde 12º kan elk voorwerp dat wordt gebruikt om iemand te kwetsen of bedreigen, omschreven worden als verboden wapen zelfs als dat voorwerp op zich voor heel andere doeleinden bestemd is.
Uit juridisch oogpunt is het niet deugdelijk om in een lijst die op exhaustieve wijze een opsomming wil geven van verboden wapens, een definitie op te nemen die van toepassing is op elk voorwerp dat, gelet op de concrete toedracht van het strafbaar feit, volgens de strafwet een wapen kan uitmaken waarvan het gebruik een verzwarende omstandigheid oplevert. Volgens de Raad van State behoort de bepaling daarom te worden geschrapt (advies van de Raad van State inzake het voorontwerp van wet houdende wijziging van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie stuk Kamer nr. 50-1598).
Art. 9
In het voorgestelde eerste lid van dit artikel na het woord « overdrager » de woorden « of van intracommunautaire overdracht » invoegen.
Verantwoording
Van uitvoer is er alleen sprake wanneer goederen worden overgebracht naar een land dat geen lid is van de Europese Unie. Voor de uitvoer van wapens of munitie is er een uitvoervergunning nodig. Gaan de wapens of de munitie naar een andere EU-lidstaat, dan is er sprake van een overdracht. In dat geval is een overdrachtformulier « voorafgaande toestemming » nodig, en dat is niet hetzelfde als een uitvoervergunning.
Art. 21
In het voorgestelde eerste lid van § 2 van dit artikel, na de woorden « in te voeren, » de woorden « uit te voeren » invoegen.
Verantwoording
Het voorgestelde artikel 21, § 2, verbiedt te vervaardigen, te verkopen, in te voeren, op te slaan of voorhanden te hebben indringende, brandstichtende of ontploffende munitie, opensplijtende munitie, alsook projectielen voor die munitie.
Voor die munitie geldt een internationaal verbod. De verklaring van Sint-Petersburg van 1868 verbiedt ontploffende munitie omdat die geacht kan worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben. Brandstichtende munitie valt onder het verbod in Protocol III inzake het verbod op of de beperking van brandwapens, dat ons land heeft geratificeerd. Er zou dus ook een verbod moeten komen op de uitvoer ervan.
Art. 32
Het voorgestelde 1º van dit artikel aanvullen als volgt :
« . Die voorwaarden betreffen onder meer de normen inzake de beveiligde opslag van vuurwapens thuis, die particulieren moeten naleven. Die normen voorzien meer bepaald dat het wapen wordt ontladen en opgeslagen in een slotvaste koffer buiten het bereik van kinderen, dat de trekker wordt vergrendeld bij welk soort wapen ook, en dat de munitie op een onderscheiden plaats achter slot wordt bewaard; »
Verantwoording
Volgens het advies van de Raad van State over het voorontwerp van wet houdende wijziging van de wet van 3 januari 1933 op de vervanging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie (stuk Kamer, nr. 50-1598), kan het werken met machtigingen weliswaar gewettigd zijn voor het opstellen van een regelgeving, als aan die regelgeving reële technische aspecten verbonden zijn, maar dient er in dat geval te worden op toegezien dat de wetgever zijn bedoeling precies weergeeft door aan de Koning duidelijke richtlijnen over de te bereiken oogmerken te geven.
Teneinde rekening te houden met die algemene opmerking van de Raad van State heeft de wetgever gepoogd tal van bepalingen van de oorspronkelijke tekst te verbeteren. Niettemin zouden bepaalde machtigingen gepreciseerd moeten worden. Dat geldt onder meer voor de veiligheidsvoorwaarden inzake de opslag van wapens door particulieren. De wet zou duidelijker moeten zijn op het stuk van de normen inzake de beveiligde opslag van wapens thuis. Dergelijke normen kunnen goeddeels de ongevallen thuis, zelfmoorden en moorden gepleegd door dolle schutters helpen voorkomen. Per jaar vallen er in België zowat 400 doden door vuurwapens. Bij drie vierden van hen ligt de doodsoorzaak bij zelfmoord. Vast staat dat het houden van wapens thuis heel wat gevaarlijker is voor de eigenaar van het wapen dan voor een mogelijke indringer. Daar komt nog bij dat het risico van doding bij wapenbezit driemaal groter is en dat het risico van zelfmoord bij verwanten met vijf toeneemt. In tal van gevallen (jongeren die een crisis doormaken, personen verslaafd aan alcohol of psychotrope stoffen) geeft de aanwezigheid van een wapen op een kritiek moment de doorslag en neemt het risico toe dat de betrokkenen tot een wanhoopsdaad overgaan.
Art. 37
Aan dit artikel een § 3 toevoegen, luidende :
« § 3. De personen bedoeld in de §§ 1 en 2 worden niettemin aangezet om vrijwillig afstand te doen van hun wapen bij de lokale politie van hun verblijfplaats, tegen een door de minsiter van Justitie te bepalen billijke en voorafgaande schadeloosstelling. »
Verantwoording
Dit amendement wil artikel 37 aanvullen. Het beoogt aan personen die zonder vergunning een wapen voorhanden hebben, waarvoor nochtans een vergunning nodig is volgens de wet van 3 januari 1933, of die een wapen voorhanden hebben waarvoor de nieuwe wetgeving een vergunning oplegt, de mogelijkheid te bieden van hun wapen afstand te doen tegen een billijke schadeloosstelling eerder dan de wettelijke vergunning aan te vragen.
Dit amendement wil campagnes doen organiseren om de aandacht van het publiek te vestigen op de vuurwapens en tevens wapeninzamelingen organiseren.
Clotilde NYSSENS. |
Art. 5
Paragraaf 1 van dit artikel aanvullen met volgende lid :
« De wapens vervaardigd na 1945 die deel uitmaken van een verzameling, worden naar keuze van de verzamelaar :
geneutraliseerd door het verwijderen van de slagpin; of
opgeslagen zonder munitie, in een wapenkast, die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning. »
Verantwoording
Voor de wapens van recentere datum dient men bijzondere veiligheidsmaatregelen in te stellen. Het gaat onder meer om automatische en half automatische machinegeweren. Gezien de bijzonder zware potentiële risico's voor de maatschappij van dergelijke verzamelingen dient de wetgever in minimumgaranties te voorzien inzake bewaring.
Onder meer wat betreft diefstal en oneigenlijk gebruik van deze wapens dient de Koning hieromtrent in bijzondere maatregelen te voorzien inzake veilige bewaring. De verzamelaar van dergelijke wapens moet ofwel de slagpin van zijn wapens (laten) verwijderen, ofwel dient hij deze wapens te bewaren in een wapenkluis, waarbij de Koning de minimumnorm vastlegt omtrent het veilig opbergen van deze wapens en waarbij zeker uitdrukkelijk moet worden vastgelegd dat er geen munitie wordt bewaard bij deze wapens.
Art. 6
In § 1 van dit artikel, de woorden « voor onbepaalde duur » vervangen door de woorden « voor een periode van 5 jaar ».
Verantwoording
De beperking in de tijd van de erkenning van wapenhandelaars, last een controlemoment in voor de wetgever om na te gaan of de wapenhandelaar voldoet aan de wettelijke vereisten. Temeer daar veel bonafide wapenhandelaren klaagden tijdens de hoorzittingen naar aanleiding van de indiening van dit voorstel in de Senaat dat er een gebrek aan controle is.
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen. Personen aan wie een erkenning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Bij het toekennen van de erkenning wordt rekening gehouden met de geschiktheid van de betrokkene om zijn beroep uit te oefenen, moet hij de herkomst van de voor zijn activiteiten aangewende financiële middelen aangeven en de gouverneur dient na te gaan of de financiële middelen niet van frauduleuze of criminele oorsprong zijn. Ook de solvabiliteit wordt getoetst. Dit zijn evolutieve elementen en het is maar meer dan normaal dat deze elementen regelmatig worden getoetst. Bovendien bekleedt de wapenhandelaar een sleutelpositie en dient men bijgevolg de nodige veiligheidsgaranties in te lassen.
Art. 10
In dit artikel, de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) In § 1, eerste lid, tussen de eerste en de tweede zin, de volgende bepaling invoegen :
« De vergunning is geldig voor een periode van vijf jaar. Zij wordt hernieuwd door de gouverneur, behoudens indien de verzoeker is veroordeeld als dader of medeplichtige wegens een van de misdrijven bedoeld in artikel 4, § 4, of indien er geen wettige reden meer is. »
B) Paragraaf 2, eerste lid, aanvullen met de volgende bepaling :
« De vergunning is geldig voor een periode van vijf jaar. Zij wordt hernieuwd door de minister van Justitie, behoudens indien de verzoeker is veroordeeld als dader of medeplichtige wegens een van de misdrijven bedoeld in artikel 4, § 4, of indien er geen wettige reden meer is »
C) Paragraaf 3 aanvullen met het volgende lid :
« Ingeval van hernieuwing van een vergunning dient de aanvrager een cursus betreffende het veilig hanteren van vuurwapens te doorlopen, waarvan de nadere regels worden bepaald door de Koning. »
Verantwoording
Krachtens de toelichting werd de beperking in de tijd van de wapenbezitsvergunningen in overweging genomen, doch verlaten. Hiervoor werden volgende argumenten aangehaald :
eerste argument :
« Van zodra een persoon die een wapen wenst aan te kopen weet dat de vergunning die hij zou aanvragen, na een zekere tijd kan vervallen, bestaat het risico dat hij zich naar de zwarte markt richt. »
De enige reden waarom bij een wapenbezitsvergunning die beperkt is in de tijd de vergunning niet zou worden hernieuwd is omdat de persoon niet meer zou voldoen aan de voorwaarden. Zodoende zullen enkel personen met oneerlijke bedoelingen hierdoor op voorhand worden afgeschrikt.
tweede argument :
« Daarnaast is het feit dat men, na het verstrijken van de termijn waarvoor de vergunning is verleend, kan gedwongen worden zich te ontdoen van een, vaak waardevol, element van zijn bezittingen, niet van aard om iemand ertoe aan te zetten het hem opgelegd wettelijk kader te doen eerbiedigen. »
Hier gelden dezelfde tegenargumenten als bij de eerste grond. Bovendien kan de betrokkene het wapen ook verkopen of onklaar laten maken.
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Bij het toekennen van de vergunning wordt rekening gehouden met de geschiktheid van de betrokkene om een wapen te manipuleren, er dienen wettige redenen te zijn. Dit zijn evolutieve elementen en het is maar meer dan normaal dat deze elementen regelmatig worden getoetst.
Zo is het best mogelijk dat een bedreiging jegens een persoon, na verloop van vijf jaar niet meer actueel is.
In het Verenigd Koninkrijk, worden de vergunningen om de vijf jaar hernieuwd.
Het eindrapport van de Home Affairs committee heeft volgende conclusie voorgelegd aan de Britse regering in 2000 :
« We believe that periodic personal contact between the licensing authority and the certificate holder is vital for the safe and effective administration of the firearms licensing system (mm). We recommend that renewals of firearm and shotgun certificates should be maintained on a five-yearly basis, but that a home visit by a firearms inquiry officer should be an integral part of the renewal process for firearm and shotgun certificates. »
Bij de hernieuwing van de wapenvergunning is het volgen van een cursus betreffende het hanteren van vuurwapens, waarin onder meer de veiligheidsaspecten terug worden opgefrist noodzakelijk. Zodoende doorloopt de houder van een wapen op regelmatige basis de elementaire veiligheidsaspecten. Dit teneinde de veiligheid te garanderen van hemzelf en zijn gezin.
Art. 10
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Paragraaf 3, 6º, vervangen als volgt :
« 6º de uitdrukkelijke toestemming bekomen van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager; ».
B) een § 5 (nieuw) toevoegen, luidende :
« § 5. De vergunning vervalt indien de uitdrukkelijke toestemming door een meerderjarig persoon samenwonend met de houder van de vergunning in een verklaring onder ede wordt ingetrokken, behoudens indien de korpschef van de lokale politie een positief advies uitbrengt. »
Verantwoording
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties en voorwaarden in te lassen inzake het houden van vergunningsplichtige vuurwapens. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Een goede wetgever is het aan zichzelf verplicht om de veiligheid van zijn burgers te vrijwaren. Het houden van wapens binnen samenwonende mensen is een veiligheidsrisico dat met de nodige garanties dient te worden omkleed. Het is maar meer dan logisch dat men de uitdrukkelijke toestemming van alle gezinsleden/samenwonenden bekomt, alvorens men als wetgever toelaat dat er binnen dit gezin vuurwapens worden geïntroduceerd. De huidige bepalingen hieromtrent zijn onvoldoende : zo zal de bevoegde overheid geen vergunning uitreiken indien de gezinsleden geen verzet aantekenen, doch nergens in de wet wordt bepaald dat men de gezinsleden op de hoogte dient te stellen van de aanvraag tot het voorhanden hebben van vuurwapens door een meerderjarig gezinslid.
We willen ook verwijzen naar diverse wetenschappelijke artikels waaruit blijkt dat wapenbezit de kans op doodslag, incidentele dood en zelfmoord verhoogt. Het is maar meer dan logisch dat de levensgezellen van de aanvrager recht op inspraak hebben, gezien zij beter dan wie ook kunnen oordelen of er risico's voor de veiligheid van de gezinsleden bestaan indien er een wapenvergunning wordt verleend en gezien zij de betrokken partij bij uitstek zijn.
Gezien dit een evolutief gegeven is en de samenwonenden de meest aangewezen partij zijn om het toegenomen risico van oneigenlijk gebruik van de wapens te kunnen inschatten, kunnen zij indien nodig, na aflegging van een verklaring onder ede, hun toestemming intrekken voor het voorhanden hebben van deze wapens. De lokale politiechef kan echter anders oordelen, op basis van de gegevens waarover hij beschikt.
Am J Public Health 1997 Jun 87 : 974-8
Zij onderzochten het verband van (legaal) aangekochte wapens (handgun) en de kans op moord en zelfmoord. Zij onderzochten daartoe 353 gevallen van zelfmoord en 117 moorden tussen 1980 en 1992. Wapenaankoop verdubbelt de kans op zelfmoord : Relatief Risico = 1.9 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,4-2,5). De kans op moord neemt toe tot 2.2 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,3-3,7). Deze cijfers bleven gedurende de 5 jaar follow-up onverminderd gelden.
J Trauma 1998 Aug; 45 :263-7
Onderzoek naar wapengebruik in en rond het huis in Memphis, Seattle en Galveston gedurende 1,5 jaar.
Men registreerde 626 schoten in of rond de woning : 54 ongewilde schoten, 118 pogingen tot of gelukte zelfmoorden, 438 aanvallen/moorden. 13 (dertien ! !) waren legaal gerechtvaardigd omwille van zelfverdediging. Dit wil zeggen dat voor elk schot in een geval van wettige zelfverdediging er 4 accidentele schoten waren, 7 schoten naar mensen met al dan niet dood tot gevolg en 11 pogingen.
Art. 10
In dit artikel, de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Paragraaf 1 aanvullen met het volgende lid :
« Indien blijkt dat de houder van de vergunning de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften herhaaldelijk niet bijwoont, wordt de vergunning bij een met redenen omklede beslissing door de gouverneur bevoegd voor de verblijfsplaats van de betrokkenen geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven nadat de betrokkene de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften heeft bijgewoond. »
B) Paragraaf 2 aanvullen met het volgende lid :
« Indien blijkt dat de houder van de vergunning de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften herhaaldelijk niet bijwoont, wordt de vergunning bij een met redenen omklede beslissing door de minister van Justitie geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven nadat de betrokkene de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften heeft bijgewoond. »
C) Paragraaf 3, 5º, vervangen als volgt :
« 5º slagen voor een proef betreffende de kennis van de toepasselijke regelgeving en het hanteren van een vuurwapen en zich ertoe verbinden de permanente vorming bij te wonen betreffende de veiligheidsvoorschriften, waarvan de nadere regels worden bepaald door de Koning. »
Verantwoording
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Het volgen van permanente vorming betreffende het hanteren van vuurwapens, waarin onder meer de veiligheidsaspecten worden opgefrist, is noodzakelijk. Zodoende doorloopt de houder van een wapen op regelmatige basis de elementaire veiligheidsaspecten. Dit teneinde de veiligheid te garanderen van hemzelf en zijn gezin. Tevens wordt rekening gehouden met de technologische evolutie in de wapens. Deze cursus biedt tevens de mogelijkheid om de bijzondere veiligheidsaspecten van specifieke wapens te overlopen.
Art. 10
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Paragraaf 3 aanvullen met een 8º, luidende :
« 8º hun wapens ongeladen opbergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeslagen in een collectieve bewaarplaats, volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »
B) In § 4, eerste lid, de woorden « en 8º » invoegen tussen de woorden « tot 6º » en de woorden « , zijn met ».
Verantwoording
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen inzake het bewaren van vergunningsplichtige vuurwapens. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
In de wapenwet dienen de veiligheid van de levensomgeving, het voorkomen van geweld, zelfmoord en verwondingen centraal te staan. Zij vormen het vertrekpunt van een efficiënt en coherent preventiebeleid.
Door de wijziging van het artikel 10 zal elke aanvrager van een vergunning tot het voorhanden hebben van vuurwapens hun wapens ongeladen moeten opbergen in een wapenkast.
Dit amendement is gebaseerd op volgende internationale bevindingen, aanbevelingen en wettelijke bepalingen :
1) volgende aanbeveling werd aangebracht door een vergadering van internationale experten (Expert Group Meeting) binnen de Commission on Crime Prevention and Criminal Justice van de Verenigde Naties van 7 maart 1997 :
« The commission on crime prevention should be invited to encourage Member States to consider, where they have not yet done so, regulatory approaches to the civilian use of firearms that include the following common elements :
(i) Regulations relating to the safe use and storage of firearms. »
2) De Australian Medical Association heeft hieromtrent volgende position statement gepubliceerd : « Basic Requirements Security and Storage » :
1. Statutory requirements for the storage of weapons and the owner's arrangements to meet those requirements should be described on the firearms licence.
2. Failure to store firearms in the prescribed manner should be an offence which could lead to cancellation of the licence and confiscation of the weapons.
3. Firearms should be stored in steel, locked, childproof, safe cabinets. Ammunition should be stored elsewhere, but in a similar manner. Firearms should be rendered inoperable whilst in storage by removal of one working part which should be stored elsewhere.
4. Metropolitan recreational club members should, unless travelling to competitions, be required to store working parts of firearms at the club site.
5. Licence holders must take all responsible precautions to ensure that their firearms are not lost or stolen. Loss or theft must be reported immediately to the police; failure to report should attract a significant penalty. »
3) In Canada werd de wapenwet in 1998 verstrengd, waarbij de houder van een vergunning zijn wapens ongeladen dient op te slaan op een veilige plaats, achter slot.
4) In het Verenigd Koninkrijk moeten wapens worden opgeslagen op een plaats die onbereikbaar is voor derden waarbij voldoende veiligheidsgaranties dienen te worden voorzien. De « Firearms committee » is een wettelijk orgaan dat werd ingesteld onder de Firearmsact om advies te geven omtrent de wetgeving inzake wapens. Zij stelde in haar uitgebreid onderzoek naar de bestaande wapenwet dat : « The FCC recommends that guidance be issued on both the storage of handguns and the wider issue of secure storage. » Voorts stellen zij in het hoofdstuk Control on shotguns : « It is required that owners of shotguns ensure that these are stored safely when not in use. In practice, this requires the same level of secure storage as for other firearms, for example in a steel cabinet. »
5) De directie Bestuurszaken van het Nederlands ministerie van Justitie stelt in haar aanbeveling omtrent de wettelijke verplichting om wapens deugdelijk op te bergen : « Het meest veilig is een wapenkluis, doch ook andere wijzen van opbergen zijn mogelijk. »
6) Ook in Frankrijk zijn er strenge wettelijke bepalingen uitgevaardigd inzake het bewaren van wapens (loi Le Roux).
7) We willen ook verwijzen naar diverse wetenschappelijke artikels waaruit blijkt dat wapenbezit de kans op doodslag, incidentele dood en zelfmoord verhoogt.
Am J Public Health 1997 Jun 87 : 974-8
Zij onderzochten het verband van (legaal) aangekochte wapens (handgun) en de kans op moord en zelfmoord. Zij onderzochten daartoe 353 gevallen van zelfmoord en 117 moorden tussen 1980 en 1992. Wapenaankoop verdubbelt de kans op zelfmoord : Relatief Risico = 1.9 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,4-2,5). De kans op moord neemt toe tot 2.2 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,3-3,7). Deze cijfers bleven gedurende de 5 jaar follow-up onverminderd gelden.
Am J Dis Child 1993 Oct; 147 :1066-71
Gelijkaardig onderzoek naar zelfmoord bij adolescenten (67 gevallen). Ook hier gelijkaardige resultaten. De associatie in dit onderzoek was nog sterker : de kans op zelfmoord verhoogde tot 4.4 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,1-17,5). Hier waren revolvers en pistolen wel gevaarlijker en ook geladen wapens : kans 32.3 (95 % betrouwbaarheidsinterval 2,5-413,4). Besluit van onderzoekers : zelfs zonder psychiatrische afwijkingen verhoogt wapenbezit de kans op zelfmoord bij jongeren.
J Trauma 1998 Aug; 45 :263-7
Onderzoek naar wapengebruik in en rond het huis in Memphis, Seattle en Galveston gedurende 1,5 jaar. Men registreerde 626 schoten in of rond de woning : 54 ongewilde schoten, 118 pogingen tot of gelukte zelfmoorden, 438 aanvallen/moorden. 13 (dertien ! !) waren legaal gerechtvaardigd omwille van zelfverdediging. Dit wil zeggen dat voor elk schot in een geval van wettige zelfverdediging er 4 accidentele schoten waren, 7 schoten naar mensen met al dan niet dood tot gevolg en 11 pogingen tot zelfmoord.
Can Med Assoc J 1993 May 15; 148 :1721-5
Internationale vergelijking tussen westerse landen : correlatie tussen het percentage van de mensen die een wapen hebben in een bepaald land en de moord- of zelfmoordcijfers (met of zonder een wapen) van die landen.
Elf Europese landen, Australië, Canada en de Verenigde Staten werden vergeleken. Er was een correlatie tussen het totale aantal bezitters van een wapen thuis en de nationale percentages van zelfmoord, al dan niet begaan met een wapen. Er bestaat ook een zwakke correlatie met het totaal aantal moorden. Hier is evenwel de correlatie zwak : cultuurverschillen en de « verdunning » door het feit dat de meeste moorden buiten huis gebeuren (75 %) en dus niet echt verband houden met bezitten van een wapen in huis.
Een goede wetgever is het aan zichzelf verplicht om bij het uitwerken van een wapenwet minimumvereisten op te nemen inzake het veilig bewaren van wapens. Het instellen van het verplicht bewaren van wapens door particulieren in een wapenkluis garandeert het beste de veiligheid van zowel de gebruiker als derden. Tevens houdt dit amendement rekening met de praktische haalbaarheid van veiligheidsbepalingen inzake wapens.
Zo kan men nu reeds voor 542 euro een wapenkluis aanschaffen voor vijf wapens, wat het gemiddelde aantal geweren is voor jagers. Aldus kost een wapenkast niet meer dan de kostprijs van een jachtwapen. Bovendien zal deze prijs dalen indien een standaard wordt uitgewerkt en men dus kan overgaan tot een grotere productie van wapenkasten.
Dergelijke wapenkast draagt ook bij tot het terugdringen van de diefstal van wapens. In de toelichting van het wetsvoorstel wordt zelf aangegeven door de auteurs dat er in België een groot aantal wapens wordt gestolen of valselijk gestolen aangegeven met het oog op de bevoorrading van de illegale markt. De wapenkast is immers beveiligd tegen inbraken, waardoor het minder gemakkelijk wordt om wapens te stelen, of valselijk aangifte te doen van een diefstal. Door aan preventie te doen van diefstal van wapens heeft deze maatregel een zekere impact op het aantal illegale wapens dat in omloop is.
De strafbepalingen van artikel 22 zijn van toepassing bij overtreding van dit artikel alsook de bepalingen in artikel 24 inzake herhaling.
Via artikel 29 wordt een wettelijke basis gegeven aan de via omzendbrieven geregelde praktijk van regelmatige preventieve controles bij de erkende personen en de particuliere wapenbezitters. Deze ambtenaren zullen ook controleren of de wapens effectief worden opgeslagen in de wapenkast.
Art. 11
In het 1º en 2º van dit artikel, telkens de woorden « hun strafrechtelijke antecedenten » vervangen door de woorden « er geen strafrechtelijke veroordelingen bestaan zoals bepaald in artikel 10, § 3, 2º. »
Verantwoording
Men dient niet enkel de strafrechtelijke antecedenten na te gaan van de houders van een jachtverlof en de sportschutters, doch men dient uitdrukkelijk te bepalen in de wet dat betrokkene die is veroordeeld als dader of mededader van bepaalde misdrijven, zoals omschreven in artikel 10, § 3, 2º, van hetzelfde wetsvoorstel, geen vergunning kan bekomen.
Art. 11
In dit artikel, de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) in het 1º, tussen de woorden « hun kennis van de wapenwetgeving, » en de woorden « en hun geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren vooraf zijn nagegaan » de woorden « hun wapens ongeladen worden opgeborgen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeborgen in een collectieve bewaarplaats, volgens de nadere regels, vastgelegd door de Koning » invoegen.
B) in het 2º, tussen de woorden « hun kennis van de wapenwetgeving, » en de woorden « en hun geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren vooraf zijn nagegaan » de woorden « hun wapens ongeladen worden opgeborgen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeborgen in een collectieve bewaarplaats, volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning » invoegen.
C) in het derde lid, tussen de woorden « De Koning » en de woorden « bepaalt de modaliteiten van registratie van de overdracht en het voorhanden hebben van de vuurwapens en de munitie bedoeld in dit artikel » de woorden « legt hen verplichtingen op inzake het ongeladen opbergen van wapens in een wapenkast en » invoegen.
Verantwoording
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties in te lassen inzake het bewaren van wapens bedoeld in artikel 11 van deze wet (onder meer jachtwapens en wapens voor sportschutters). Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Door de wijziging van artikel 11 zullen de jagers en de sportschutters hun wapens ongeladen moeten opbergen in een wapenkast.
Voor een nadere algemene toelichting wordt verwezen naar de toelichting van het amendement nr. 48.
Art. 11
In dit artikel, de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) In het 1º, tussen de woorden « veilig een vuurwapen te hanteren » en de woorden « vooraf zijn nagegaan », de woorden « en de uitdrukkelijke toestemming van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager » invoegen.
B) In het 2º, tussen de woorden « veilig een vuurwapen te hanteren » en de woorden « vooraf zijn nagegaan », de woorden « en de uitdrukkelijke toestemming van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager » invoegen.
Verantwoording
Zie amendement nr. 46.
Art. 11
In dit artikel, het 1º en 2º telkens aanvullen met de volgende zin :
« De Koning legt omtrent de kennis van de wapenwetgeving en hun geschiktheid om veilig een vuurwapen te hanteren de minimumnorm vast en de nadere regels om deze norm op permanente basis te evalueren. »
Verantwoording
Hier kan worden verwezen naar de verantwoording bij het amendement nr. 47 dat in artikel 10 de permanente vorming invoert voor de aanvragers tot het houden van vergunningsplichtige wapens. Ook voor de jagers en de sportschutters moet er hieromtrent een minimumnorm zijn.
Deze permanente evaluatie laat de sportschutters en de jagers toe op de hoogte te blijven van de technologische evolutie inzake beveiligingsystemen voor hun wapens. Tevens zijn zijzelf, hun familieleden en collega-sportbeoefenaars gebaat bij een regelmatige update van de veiligheidsprocedures.
Het instellen van een minimumnorm is noodzakelijk, gezien de potentiële risico's die voortvloeien uit een gebrekkige kennis van de veiligheidsnormen en het veilig hanteren van hun wapens.
Ook de jagers zijn zich bewust van deze noodzaak. Zo stelde de heer M. Paquay, chargé de communication de l'Association des chasseurs des cantons de l'Est, tijdens een hoorzitting van de « commission de l'Environnement, des Ressources naturelles » in het Waalse Parlement op donderdag 30 mei 2002 : « En ce qui concerne les moyens, nous proposons certaines choses. Il faut une formation régulière (bisannuelle ou tous les trois ans). »
Tijdens diezelfde zitting vroeg Waals parlementslid Alain Pieters (Ecolo) : « Est-ce que le type de chasse intervient sur la sécurité de la chasse ». Het antwoord van de heer M. Naveau, administrateur à la Société royale forestière de l'agriculture et de la ruralité kon niet duidelijker zijn : « Je crois que c'est la façon dont le chasseur chasse qui est importante, plus que le type de chasse. »
De jagers voelen dus duidelijk de noodzaak aan om vorming te volgen op regelmatige basis.
Art. 12
In dit artikel, tussen het eerste en het tweede lid, het volgende lid invoegen :
« Het recht om een wapen voorhanden te hebben onder de voorwaarden gesteld in artikel 11 wordt ingetrokken indien de uitdrukkelijke toestemming door een meerderjarig persoon samenwonend met de houder van de vergunning in een verklaring onder ede wordt ingetrokken, behoudens indien de korpschef van de lokale politie een positief advies uitbrengt. »
Verantwoording
Gelet op het zwaarwegend algemeen belang van de veiligheid in de samenleving dient men de nodige veiligheidsgaranties en voorwaarden in te lassen inzake het houden van vergunningsplichtige vuurwapens. Personen aan wie een wapenvergunning is verleend, verkeren in een uitzonderingspositie.
Een goede wetgever is het aan zichzelf verplicht om de veiligheid van zijn burgers te vrijwaren. Het houden van wapens binnen samenwonende mensen is een veiligheidsrisico dat met de nodige garanties dient te worden omkleed. Het is maar meer dan logisch dat men de uitdrukkelijke toestemming van alle gezinsleden/samenwonenden bekomt, alvorens men als wetgever toelaat dat er binnen dit gezin vuurwapens worden geïntroduceerd. De huidige bepalingen hieromtrent zijn onvoldoende : zo zal de bevoegde overheid geen vergunning uitreiken indien de gezinsleden geen verzet aantekenen, doch nergens in de wet wordt bepaald dat men de gezinsleden op de hoogte dient te stellen van de aanvraag tot het voorhanden hebben van vuurwapens door een meerderjarig gezinslid.
We willen ook verwijzen naar diverse wetenschappelijke artikels waaruit blijkt dat wapenbezit de kans op doodslag, incidentele dood en zelfmoord verhoogt. Het is maar meer dan logisch dat de levensgezellen van de aanvrager recht op inspraak hebben, gezien zij beter dan wie ook kunnen oordelen of er risico's voor de veiligheid van de gezinsleden bestaan indien er een wapenvergunning wordt verleend en gezien zij de betrokken partij bij uitstek zijn.
Gezien dit een evolutief gegeven is en de samenwonenden de meest aangewezen partij zijn om het toegenomen risico van oneigenlijk gebruik van de wapens te kunnen inschatten, kunnen zij indien nodig, na aflegging van een verklaring onder ede hun toestemming intrekken voor het voorhanden hebben van deze wapens. De lokale politiechef kan echter anders oordelen, op basis van de gegevens waarover hij beschikt.
Art. 29
In dit artikel, het laatste lid aanvullen met de volgende bepaling :
« De Koning organiseert binnen de federale wapendienst voor de betrokken leden van de federale politie, de lokale politie, de douane, de inspecteurs en controleurs van springstoffen en de ambtenaren van de economische inspectie specifieke opleidingsprogramma's. ».
Verantwoording
Uit de hoorzittingen die naar aanleiding van dit wetsvoorstel werden georganiseerd in de Senaat kwam deze vraag naar voren vanwege diverse bonafide wapenhandelaren. Zij stelden vast dat er een gebrek aan opleiding is bij de diensten die hen dienen te controleren. Hierdoor is er een gebrek aan efficiënte controle op de sector. Het wangedrag van enkelen, die ongestraft de wet overtreden, bezorgt de hele sector een slechte naam.
Het heeft geen zin wettelijk allerhande maatregelen in te stellen, zonder eveneens de controle te organiseren op datgene wat men wettelijk bepaalt. Het controleren van de bepalingen van deze wet vereist een bijzondere expertise, en dus moet de overheid de nodige opleiding aanbieden voor de controle-instanties. De federale wapendienst is de instantie bij uitstek om in deze opleiding te voorzien, gezien hun expertise.
Art. 33
Dit artikel aanvullen met een 4º, luidend als volgt :
« 4º zich bezighoudt met de organisatie van de specifieke opleidingsprogramma's zoals bepaald in artikel 29, laatste lid. »
Verantwoording
Zie amendement nr. 54.
Art. 37
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Paragraaf 1 aanvullen met de volgende bepaling :
« De vergunning wordt niet toegekend indien de uitdrukkelijke toestemming niet wordt bekomen van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager. »;
B) In § 2, de zin « Indien de betrokkene houder is van een jachtverlof of een sportschutterslicentie wordt het wapen automatisch op zijn naam geregistreerd. » aanvullen als volgt : « behoudens indien de uitdrukkelijke toestemming niet wordt bekomen van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager ».
Verantwoording
Wat betreft de verregaande amnestiebepaling is het een minimum minimoris om als wetgever in de voorwaarde te voorzien dat de gezinsleden hun toestemming dienen te geven.
Voor een nadere toelichting kan worden verwezen naar het amendement nr. 46.
Art. 37
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Paragraaf 1 aanvullen met het volgende lid :
« De betrokkene dient binnen zes maanden na de aangifte zijn wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeborgen in een collectieve bewaarplaats, volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »
B) Paragraaf 2 aanvullen met het volgende lid :
« De betrokkene dient binnen zes maanden na de aangifte zijn wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeborgen in een collectieve bewaarplaats, volgens de nadere regels vastgelegd door de Koning. »
Verantwoording
De betrokkenen die vallen onder de overgangsregeling van artikel 37 beschikken over een termijn van 6 maanden na de aangifte om te voldoen aan de verplichting om hun wapens te bewaren in de wapenkast.
Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de verantwoording van het amendement nr. 48.
Art. 37bis (nieuw)
Een artikel 37bis (nieuw) invoegen, luidende als volgt :
« Art. 37bis. § 1. Eenieder die een aanvraag indient zoals in artikel 37, § 1, bedoeld, verbindt er zich toe de permanente vorming bij te wonen, zoals bedoeld in artikel 10, § 3, 5º. Indien de betrokkene deze permanente vorming herhaaldelijk niet bijwoont, wordt de vergunning bij een met redenen omklede beslissing door de gouverneur bevoegd voor de verblijfsplaats van de betrokkene geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven nadat de betrokkene de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften heeft bijgewoond.
§ 2. Eenieder die een aanvraag indient, zoals bedoeld in artikel 37, §2, verbindt er zich toe de permanente vorming bij te wonen, zoals in artikel 10, § 3, 5º, bedoeld. Indien de betrokkene deze permanente vorming herhaaldelijk niet bijwoont, wordt de vergunning bij een met redenen omklede beslissing door de gouverneur bevoegd voor de verblijfsplaats van de betrokkene geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven nadat de betrokkene de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften heeft bijgewoond. Indien de aanvrager houder is van een jachtverlof of een sportschutterslicentie verbindt deze er zich toe de permanente vorming bij te wonen, zoals bedoeld in artikel 11, laatste lid. »
Verantwoording
Hier kan worden verwezen naar de toelichting van het amendement nr. 47.
Art. 38
Dit artikel aanvullen met een § 4, luidende als volgt :
« § 4. De Koning voert een sensibiliseringscampagne omtrent de mogelijkheid tot indiening van de wapens bij de lokale politie, zoals bedoeld in dit artikel. »
Verantwoording
Het hebben van wapens geeft een subjectief veiligheidsgevoel. Diverse internationale studies wijzen echter uit dat het houden van wapens een ernstig objectief nadeel tot gevolg heeft.
Opdat de bepalingen in artikel 38 geen dode letter zouden zijn is het voeren van een sensibiliseringscampagne noodzakelijk.
Een kort overzicht van de diverse wetenschappelijke artikels waaruit blijkt dat wapenbezit de kans op doodslag, incidentele dood en zelfmoord verhoogt :
Am J Public Health 1997 Jun 87 : 974-8
Zij onderzochten het verband van (legaal) aangekochte wapens (handgun) en de kans op moord en zelfmoord. Zij onderzochten daartoe 353 gevallen van zelfmoord en 117 moorden tussen 1980 en 1992. Wapenaankoop verdubbelt de kans op zelfmoord : Relatief Risico = 1,9 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,4-2,5). De kans op moord neemt toe tot 2,2 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,3-3,7). Deze cijfers bleven gedurende de vijf jaar follow-up onverminderd gelden.
Am J Dis Child 1993 Oct; 147 : 1066-71
Gelijkaardig onderzoek naar zelfmoord bij adolescenten (67 gevallen). Ook hier gelijkaardige resultaten. De associatie in dit onderzoek was nog sterker : de kans op zelfmoord verhoogde tot 4,4 (95 % betrouwbaarheidsinterval 1,1-17,5). Hier waren revolvers en pistolen wel gevaarlijker en ook geladen wapens : kans 32,3 (95 % betrouwbaarheidsinterval 2,5-413,4). Besluit van onderzoekers : zelfs zonder psychiatrische afwijkingen verhoogt wapenbezit de kans op zelfmoord bij jongeren.
J Trauma 1998 Aug; 45 : 263-7
Onderzoek naar wapengebruik in en rond het huis in Memphis, Seattle en Galveston gedurende 1,5 jaar. Men registreerde 626 schoten in of rond de woning : 54 ongewilde schoten, 118 pogingen tot of gelukte zelfmoorden, 438 aanvallen/moorden. 13 (dertien ! !) waren legaal gerechtvaardigd omwille van zelfverdediging. Dit wil zeggen dat voor elk schot in een geval van wettige zelfverdediging er 4 accidentele schoten waren, 7 schoten naar mensen met al dan niet dood tot gevolg en 11 pogingen tot zelfmoord.
Can Med Assoc J 1993 May 15; 148 : 1721-5
Internationale vergelijking tussen westerse landen : correlatie tussen het percentage van de mensen die een wapen hebben in een bepaald land en de moord- of zelfmoordcijfers (met of zonder een wapen) van die landen.
Elf Europese landen, Australië, Canada en de Verenigde Staten werden vergeleken. Er was een correlatie tussen het totale aantal bezitters van een wapen thuis en de nationale percentages van zelfmoord, al dan niet begaan met een wapen. Er bestaat ook een zwakke correlatie met het totaal aantal moorden. Hier is evenwel de correlatie zwak : cultuurverschillen en de « verdunning » door het feit dat de meeste moorden buiten huis gebeuren (75 %) en dus niet echt verband houden met bezitten van een wapen in huis.
Art. 41
Aan het slot van het tweede lid van dit artikel de volgende woorden toevoegen :
« en mits, wat betreft vergunningsplichtige vuurwapens en wapens bedoeld in artikel 11, de uitdrukkelijke toestemming wordt bekomen van elke meerderjarige persoon samenwonend met de aanvrager, binnen de drie maand volgend op de inwerkingtreding van deze wet. »
Verantwoording
Zie amendement nr. 46.
Art. 41
Dit artikel 41 aanvullen met een nieuw lid, luidend als volgt :
« De houders van deze vergunningen dienen binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet hun wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast die voldoet aan de minimale standaard vastgelegd door de Koning, behoudens indien de wapens steeds worden opgeborgen in een collectieve bewaarplaats, volgens nadere regels vastgelegd door de Koning. »
Verantwoording
De huidige houders van een vergunning tot het voorhanden hebben van wapens, beschikken over een termijn van 6 maanden na de inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan de verplichting om hun wapens ongeladen op te bergen in een wapenkast.
Hier kan worden verwezen naar de toelichting van het amendement nr. 48.
Art. 41
Dit artikel wordt aangevuld met het volgende lid :
« De houders van deze vergunningen verbinden er zich toe de permanente vorming bij te wonen betreffende de veiligheidsvoorschriften, waarvan de nadere regels worden bepaald door de Koning. Indien de betrokkene deze permanente vorming herhaaldelijk niet bijwoont, wordt de vergunning bij een met redenen omklede beslissing door de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de betrokkene geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven nadat de betrokkene de permanente vorming betreffende de veiligheidsvoorschriften heeft bijgewoond. »
Verantwoording
Zie amendement nr. 47.