Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-52

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1581 van mevrouw Van Riet d.d. 5 oktober 2001 (N.) :
Kerncentrales. ­ Veiligheid. ­ Terroristische aanslagen.

De commerciële kerncentrales in ons land, deze van Doel en Tihange, werden midden van de jaren zeventig in gebruik genomen. Voor beide centrales werd een veiligheidsconcept uitgewerkt dat ervan uitgaat dat de reactoren bestand moeten zijn tegen een ongeval met een vliegtuig.

Het moet duidelijk zijn dat een ongeval met een vliegtuig uiteraard niet dezelfde gevolgen zal hebben als een doelbewuste aanslag met een vliegtuig tegen hoge snelheid, hoe moeilijk dat in praktijk ook uit te voeren zou zijn.

« Geen penetratie mogelijk ingeval van een ongeval met een vliegtuig », zegt de directie van de kerncentrale Doel, « wel penetratie mogelijk in geval van een doelbewuste aanslag met een vliegtuig », zeggen verantwoordelijken van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.

Inmiddels gaan er in de Verenigde Staten alvast stemmen op om de nucleaire installaties daar te beveiligen met luchtafweergeschut.

Concreet zou ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen willen krijgen :

1. Kan hij bevestigen dat de Belgische kerncentrales wel bestand zijn tegen een ongeval met een vliegtuig maar niet tegen een doelbewuste aanslag met een groter type vliegtuig ?

2. Indien het veiligheidsconcept van de Belgische kerncentrales, zoals 25 jaar geleden geconcipiëerd, niet berekend is op terroristische aanslagen, zoals die in de Verenigde Staten werden gepleegd, moet dit concept dan herbekeken worden ?

3. Aan welke concrete maatregelen kan desgevallend worden gedacht ?

4. Heeft hij in dat geval zicht op de kosten voor deze maatregelen en wie moet dat betalen ?

Antwoord : 1. Bij het ontwerp van onze Belgische kerncentrales werden extra maatregelen genomen ten einde een hoge graad van bescherming te bieden tegen externe ongevallen. Dit betekent dat ze dienen te weerstaan aan een hevige ontploffing, een zware aardbeving of een crash van bepaalde referentievliegtuigen.

Het is duidelijk dat met extreme toestanden, zoals de recente terroristische aanslagen op New York, geen rekening werd gehouden bij het ontwerp van onze kerncentrales noch van de buitenlandse kerncentrales.

Stel nu dat er toch een doelbewuste aanslag met een groter type vliegtuig zou gebeuren, dan is het weinig waarschijnlijk dat dit aanleiding geeft tot een belangrijke radioactieve lozing naar de omgeving toe.

Alvorens aan de reactorkern te kunnen geraken, dient een projectiel immers meerdere, opeenvolgende barrières door te dringen :

­ een extern omhulsel dat voorzien is om te weerstaan aan de referentie-impact;

­ een intern omhulsel dat voorzien is om te weerstaan aan een inwendige druk van ongeveer 3 tot 4 bar in geval van intern ongeval;

­ andere voorzieningen van interne bunkerisatie.

Omwille van deze redenen oordeelt het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) dat indien een dergelijke aanslag zou gebeuren, wij ten hoogste zouden geconfronteerd worden met een toestand die beheersbaar is in het kader van het nucleair noodplan en die de volksgezondheid niet in het gedrang zou brengen.

2. Nochtans heeft, op mijn instructies, het FANC naar aanleiding van de recente aanslagen in de Verenigde Staten als voorzorgsmaatregel aan Electrabel gevraagd om de weerstand van onze kerncentrales na te gaan tegen de impact van een aanslag zoals op de WTC-torens in New York. De berekeningen hiervoor worden uitgevoerd door het studiebureel Tractebel en zullen daarna op een kritische en onafhankelijke manier onderzocht worden door het erkend organisme Associatie Vinçotte Nucleair en door het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.

3. De bescherming van het luchtruim rond de kerncentrales valt onder de bevoegdheden van de ministers van Vervoer en van Landsverdediging. Uit deze analyse bleek dat het plaatsten van een vaste « bel » rond de kerncentrales buitenmaatse nadelen met zich mee zou brengen in vergelijking met de huidige kans op luchtaanvallen. Mocht er echter een bedreiging zijn, kan de luchtruimte rond de kerncentrales snel beschermd worden.

4. Zoals uit het vorig antwoord blijkt, kunnen op dit moment hierover nog geen concrete gegevens meegedeeld worden.